Gerry van der List schreef in Elsevier een recensie over het boek 25 Eeuwen Theologie, onder redactie van Marcel Poorthuis en Laurens ten Cate. Het zal zijn bedoeling wel niet zijn, maar Van der List heeft een speciaal talent om mij aan het lachen te maken met zijn belegen en nogal saaie opvattingen over theologie.

Binnenperspectief

Wetenschappers moeten objectief zijn, en dat zijn theologen niet. Net als ieder hebben wij het recht politieke opvattingen te verkondigen, maar doen we dat als theoloog, als wetenschapper, dan is dat misbruik. Het kwam mij al eerder op de beschuldiging van misbruik te staan, namelijk voor linksig activisme. Ook over 25 Eeuwen Theologie is Van der List niet te spreken. Ten Kate en Poorthuis spreken namelijk van een ‘binnenperspectief’, en dat bevalt Van der List totaal niet.

Wat vind ik dan van dit door Van der List gewraakte boek? Het is op de eerste plaats een mooi boek, waarin Philo van Alexandrie, Dorothee Solle en Sayyid Qutb zij aan zij staan. Waarvoor mijn grote dank. Jodendom en Islam horen beide bij de Europese geschiedenis – op een specifieke manier. Europa zag zichzelf als christelijk en zowel joden als moslims waren buitenstaanders.

Ik ben blij dat dit boek niet meegaat in de constructie van Europa als joods-christelijk, en de uitsluiting van moslims die daar vaak bij hoort. Ik vrees alleen dat het boek onvoldoende aan de orde laat komen op welke vooroordelen die uitsluiting gebaseerd was, en dat heeft nieuwe uitsluiting tot gevolg.

'Achsenzeit'

Niet alleen joodse en islamitische denkers doen mee: onder de theologen in dit boek is ook bijvoorbeeld Aristoteles. Poorthuis en Ten Cate gebruiken de zogenaamde ‘Achsenzeit’ om die keuzen te verantwoorden. Die axiale wending, of spiltijd, duidt op de ‘wending naar de zelfemancipatie van de mens’. Die zou zich zo ongeveer 800 tot 200 voor onze jaartelling hebben voorgedaan en bracht een revolutie teweeg in het denken over levensbeschouwing. In die periode kwam bijvoorbeeld het boeddhisme op in India, het zoroastrisme in Perzië en wat wordt genoemd de profetische revolutie in het oude Israël.

Ook de theologie begint in dit tijdsgewricht, lees ik in de inleiding, want mensen gaan reflecteren op goden. De mens leert abstract en analytisch denken, in plaats van mythologisch en verhalend. Het is de overgang van polytheïsme naar monotheïsme, een wending naar ethiek, en een ‘individualisering van religie’, volgens de inleiding. Daarom beperkt dit boek zich tot de monotheïstische tradities die Europa hebben gevormd, ook al ontstonden ze elders: jodendom, christendom en Islam.

25 Eeuwen Theologie-boek
25 Eeuwen Theologie

Op dat punt krab ik me achter de oren. De term ‘Achsenzeit’ is afkomstig van de Duitse filosoof Karl Jaspers. Na de Tweede Wereldoorlog, die zijn joodse vrouw maar ternauwernood had overleefd, wilde Jaspers zich bevrijden uit het benauwende denkkader van Europese superioriteit. Jaspers wilde afrekenen met het Hegeliaanse perspectief op geschiedenis als ontwikkeling van de geest, die culmineert in het Duitse Protestantisme, en in feite in Hegel zelf. Die ontwikkeling dacht Hegel hiërarchisch: de geest verwerkelijkt zich steeds meer. De Tweede Wereldoorlog had laten zien wat een giftige voedingsbodem dat denken was.

Als tegengif kwam Jaspers op de proppen met de axiale tijd: een periode dus waarin zich allerlei doorbraken voordeden. Niet in Europa, maar juist daarbuiten. De ‘Achsenzeit’ doorbrak het Westerse triomfalisme van Hegel, en diens hiërarchie tussen de ‘Grote Beschavingen’. Voor Jaspers zijn de tradities die ontstonden in de spiltijd verschillend en gelijk. Alleen: Jaspers hield wel vast aan het onderscheid tussen historie en pre-historie, tussen een irrationele voortijd en de intocht van de ratio. Daar zit het probleem: de rede, de ethiek, het individuen, het monotheïsme doen hun intrede. Toevallig precies die zaken waarop Europa zich laat voorstaan. Daarvoor heerste het conserveren, de mythen, en het polytheïsme dat stilstand is.

Schijnoplossing

Eurocentristisch denken leert dat Europa de bakermat is van de rede, van analytisch en abstract denken, de mogelijkheid een individu te zijn, en verworvenheden als democratie en vrijheid.

Het terugplaatsen van de dingen waarop wij in Europa ons beroemen in een verder verleden is een schijnoplossing. Het lijkt onverdacht, maar het resultaat blijft hetzelfde: doe als ons en wees als wij, en niet irrationeel zoals meer primitieve mensen die er godbetert meer dan een god op na houden. Eurocentrisme doorbreken kan alleen na een dieper gravende analyse van wat Eurocentrisme is. Doe je dat niet, dan is de kans groot dat je de ene uitsluiting probeert op te lossen, en een andere vorm reproduceert. En ik vrees dat dat is wat in dit boek gebeurt.

Het ideaal van een rationeel, individueel monotheïsme blijft overeind, en de gewelddadige geschiedenis die daarbij hoort blijft buiten beeld.

De ‘religiekritiek’ die het Europese christendom tot norm stelde, maakte alle andere vormen van levensbeschouwing minderwaardig. In dit boek worden jodendom en islam min of meer gerehabiliteerd, maar zonder op die geschiedenis te wijzen.

Zo blijft het ideaal van rationeel, individueel monotheïsme overeind, en de gewelddadige geschiedenis die daarbij hoort blijft buiten beeld. Voor Hegel waren jodendom en islam minderwaardige, ‘oriëntaalse’ religies – hij zag de islam als een late mutatie van het jodendom. Het ‘ware’, ‘pure’ Westerse christendom moest van de oriëntaalse, irrationele elementen gezuiverd worden. Hegel droeg bij aan de ‘wetenschappelijke’ uitwerking van al aanwezig raciaal denken. In de Europese geschiedenis van uitsluiting horen de racialisering van joden, moslims, zwarten en ‘natives’ bij elkaar.

Gevaar

Ik vind het gevaarlijk godsdienst, of een bepaalde vorm ervan, te idealiseren. Het concept van de axiale tijd vertelt een te mooi, te glad en ideologisch verhaal over de ontwikkeling van denken over god en goden. Er wordt een hele hoop onder een noemer gebracht, met te weinig data om het te staven – daar heeft Van der List een punt.

Ik snap dat in de inleiding van een boek, met deze titel en omvang, een kader nodig is voor de diverse bijdragen. Ik denk alleen dat er veel effectievere manieren te zijn om de illusie van Eurocentrisme te doorbreken. Het is me veel te schematisch, en dan mis je iets: het conflict, de meningen die over en door elkaar heen lopen, hoe godsdienst betekenisgeving is temidden van het chaotische en weerbarstige leven. Er rijst een iets te keurige bijbel op die afgerekend heeft met mythen. Hooguit zijn er nog wat resten van oerverhalen uit de omringende culturen.

De bijbelse boeken worden ‘stukjes theologie’, Mozes wordt theoloog en denker. Ik vind een figuur als Mozes veel interessanter als amalgaam van verschillende, conflicterende tradities en stemmen. Die ideologische benadering van godsdienst zie ik her en der terug in het boek. Wat in de bijdragen aan dit boek niet zo sterk aan de orde komt zijn de factoren strijd en macht. En dat vind ik nou juist interessant. Ik snap dat dit boek niet over mijn liefhebberijen gaat, maar ik zou willen zeggen dat het iets is dat in de theologie in zijn algemeenheid te vaak over het hoofd wordt gezien. In de bijdrage over Ezra lees ik bijvoorbeeld dat de ballingschap ‘existentiële vragen’ oplevert.

Van de politieke en economische spanningen tussen terugkerende ballingen en achterblijvers in het land zie ik niets terug. De evangelist Mattheus is ‘ethisch’ ingesteld, lees ik, maar politieke en maatschappelijke aspecten komen niet ter sprake.

25 Eeuwen Theologie
Beeld door: Foto's: Wikimedia CC

Nepwetenschap

‘Nepwetenschap theologie hoort niet thuis op de universiteit.’ Dat is Van der List weer. Ik denk juist dat de universiteit veel behoefte heeft aan wetenschappen die kritisch durven te kijken naar de bijdrage van wetenschap aan ons perspectief op de wereld.

Er zijn effectievere en dieper gravende strategieën nodig om Eurocentrisme te doorbreken. Gelukkig zijn die er ook: deze week is bijvoorbeeld Ella Shohat te gast in Nederland. Shohat is een Amerikaans-joodse denker wiens wortels in Bagdad liggen. Zij verbindt de ‘Reconquista’ van Islamitisch Spanje (1492) – en de gedwongen bekeringen, het geweld, en de verdrijving van joden en moslims na de ‘Reconquista’ van Islamitisch Spanje – met de ‘ontdekking’ van Amerika door Columbus. Columbus reis werd bijvoorbeeld deels gefinancierd met in beslag genomen geld van Spaanse joden. Ook in de koloniën zagen de Europese christenen zichzelf als superieure brengers van beschaving.

Waar ik behoefte aan heb, is een Westerse, Europese theologie en religiewetenschap die bereid is zich rekenschap te geven van eigen blinde vlekken, van bijdragen aan racistisch, koloniaal en Eurocentrisch denken. De manieren waarop Westerse theologie heeft bijgedragen aan het tot norm verheffen van een bepaalde vorm van levensbeschouwing, tot uitsluiting, ontmenselijking en geweld.

Boekgegevens:
Larens ten Kate & Marcel Poorthuis (redactie), 25 Eeuwen Theologie.
Uitgeverij Boom Filosofie, Amsterdam 2017.
ISBN 9789461059307, 740 bladzijden.

Lees het interview met een van de auteurs van het boek, Marcel Poorthuis, over 25 Eeuwen Theologie: “De hoop is de meest vergeten en meest fundamentele dynamiek van religie”

Janneke Stegeman

Janneke Stegeman

Theoloog

Janneke Stegeman studeerde theologie aan de Vrije Universiteit. In 2014 promoveerde zij op het proefschrift ‘Decolonizing Jeremiah: …
Profiel-pagina
Al 18 reacties — praat mee.