Deze brief is opgesteld door:
Twee recente voorbeelden: Gert-Jan Segers (CU) en Pieter Heerma (CDA) stelden dat er in de huidige inburgering niet genoeg aandacht is voor ‘onze waarden, rechtsstaat en omgang met vrijheden’. ‘Het is cruciaal dat nieuwkomers van meet af aan niet alleen economisch en sociaal inburgeren, maar ook deze waarden en normen aangeleerd krijgen’, zegt Segers. Ten tweede stelden CDA en VVD voor om stemrecht te koppelen aan inburgering. Wie niet ‘goed’ inburgert, mag niet stemmen. Dat de (christelijke) politici met dat laatste zelf een ongrondwettelijk voorstellen doen, is ironisch.
De tendens is echter duidelijk. Sommige (vooral witte) Nederlanders voelen zich onzeker en ook bedreigd in hun Nederlanderschap. Deze politici beklemtonen deze angst en als oplossing bieden ze eenvoudige (schijn-)definities van wie wij zijn: ‘wij’ zijn van de waarden, het recht en de vrijheid. Dit zijn wij en als je bij ‘ons’ wilt horen, moet je je hieraan conformeren. Maar het ‘screenen’ van mensen op ‘onze waarden’ creëert structurele ongelijkheid. Zeker als zelfs stemrecht voorwaardelijk wordt gemaakt. Laten we niet vergeten hoe joden, vrouwen, arbeiders en mensen van kleur hebben gestreden om stemrecht te krijgen.
De discussies zijn schrijnend ook als je bedenkt hoeveel van ‘onze’ waarden we met voeten treden om vluchtelingen buiten de deur te houden. Er zijn veel voorbeelden te noemen, maar we hoeven niet verder te kijken dan het Vluchtelingenverdrag. Nederland ondertekende dit verdrag van waarden en rechten. ‘Recht’ doen betekent dat we ons daaraan houden. En wat is vrijheid als Europa verandert in een vesting?
Als gelovige kun je ook anders naar identiteit kijken. Wie gelovig is, weet dat identiteit, die van jou en die van ons, gegeven en vloeibaar is. Gemeenschap creëer je niet door afgedwongen of opgelegde eenvormigheid, gevoed door wantrouwen.
Angst voor nieuwkomers en migranten vind je in landen waar mensen elkaar niet vertrouwen en onderlinge solidariteit zwak is. Een anti-migratie stemming heeft weinig te maken met migranten, schrijven onderzoekers Messing and Ságvári. We hebben politici nodig die bouwen aan vertrouwen en solidariteit en zelf een voorbeeld zijn in het omgaan met de onzekerheid die met het bestaan gegeven is.
In dit maatschappelijk klimaat van uitsluiting is het nodig dat politici de gemeenschap inspireren. En hen voorleven welke waarden ‘wij’ hebben. Christelijke politici hebben daarbij een extra taak. Zij beroepen zich namelijk op een goddelijke inspiratiebron. Vanuit dat bewustzijn stemden bijvoorbeeld veel (migranten)christenen uit de Amsterdamse Bijlmer recent op de CU bij de gemeenteraadsverkiezingen. Maar wie God vervolgens in zijn binnenzak stopt, verhalen van barmhartigheid, wegstopt en verbergt waar wij juist genade nodig hebben, moet zich achter de oren krabben.
De goede boodschap wordt in de Bijbel vaak vertolkt door mensen van buiten, door de ‘allochtoon’. Het christendom kwam dankzij missionarissen naar Europa: het is een migrantengodsdienst. Het is kortzichtig en niet-bijbels te denken dat we het al weten. Leven met het Evangelie is leven met onzekerheid en ongemak: God is steeds waar je God niet verwacht. Moge God ons ervoor behoeden dat we iedereen tot ‘De Nederlander’ willen maken.
Wie christelijke politiek bedrijft, versterkt dus niet de uitsluitingsmechanismen. Wie zich christen noemt, schept openheid, durft zich te laten bevragen, en geeft de mensen hoop. Wie van ons zal voor deze waarden opstaan?
Het kan niet zo zijn dat christe nen medemensen in nood, vluch telingen, uitsluiten van de vlees potten in Egypte, lees: Neder land.
In de Bijbel zijn het de gemargi naliseerden, weduwen, wezen en vreemdelingen, naar wie de aan dacht en belangstelling uitgaan.
Jezus had het over inclusief den ken (Feitse Boerwinkel), het om armen van mensen, ongeacht hun afkomst, origine, nationali teit of sekse. Ieder mens is gelijk. Heeft recht op een goed leven.
Naastenliefde praktizeren is es sentie (el) voor een christen.
En een per definitie sociaal, politiek en moreel geladen begrip.
Als je je naaste, je medemens (want hij, zij is als jij; Martin Bu ber) liefhebt, hem, haar behan delt, zoals jij behandeld wilt worden (Mattheus 7: 12, De Gulden Regel), politiseer je je christen zijn en ben je sociaal en goed, lekker bezig.
Doe je dit niet, dan moet je je gaan afvragen waar je eigenlijk mee bezig bent.
Je medemens (en God) liefheb-ben, dienen en helpen of hem, haar niet “thuis” geven, hem, haar aan zijn, haar lot overlaten.
Jean-Paul Kruk,
Amsterdam, 6 juli 2018
Recht op een goed leven, helemaal mee eens jean Paul, maar denk je dan dat dat in de landen waar de meeste mensen vandaan komen niet mogelijk is? Even goed als in NL kan niet natuurlijk, maar ik vind dat, eerlijk gezegd, ook rijkelijk overdreven. Of vind je dat dat eigenlijk wel zou moeten, vanwege die gelijkheid?
Cultuurrelativisme is een mooi principe voor onderdrukkers en criminelen, maar de slachtoffers van haat en onverdraagzaamheid zullen denk ik minder ophebben met alternatieve “normen en waarden” voor de Westerse vrije samenleving. Ik denk dat we heel duidelijk moeten maken dat mensen die de onderdrukking uit hun thuisland komen exporteren hier niet welkom zijn. Mensen die een veilige plek zoeken en mee willen doen aan onze samenleving, van welke achtergrond dan ook, zijn welkom.
Mensen helpen die een veilig nieuw thuis zoeken is een humane daad en eigenlijk niet meer dan menselijk normaal. Gastheer/gastvrouw zijn en liefdevol voorgaan in betrokken, helpend gedrag. Vervolgens van de gasten verwachten dat de regels ( normen,waarden, gewoontes) gerespecteerd worden en blijven. Nederland is een land waar verlichtingsfilosofie en emancipatie een grote rol speelt en heeft gespeeld. Onze gasten uitnodigen hier kennis van te nemen en ook hierin te assimileren is noodzaak om daarmee onze verworvenheden te kunnen behouden. De nieuwe Nederlanders kunnen niet de “maat der dingen” gaan bepalen. Respect voor andermans normen en waarden tot op zekere hoogte prima maar niet terug naar de voor de 60 jaren situaties.
Ik vind het een ingewikkelde situatie, die in de brief te zeer wordt vereenvoudigd. Allereerst merk ik op dat het begrip “vluchtelingen” wordt samengevoegd met het woord “migranten” (lees immigranten) terwijl dat toch heel erg verschillende begrippen zijn. Ook de stelling dat “het zich bedreigd voelen” vooral voorkomt bij (witte) Nederlanders is een gemeenplaats, die ook nog eens niet waar is. Ik ken voldoende “niet-witte” Nederlanders om hier te beweren dat ook zij tegen een onbeperkte immigratie zijn van o.a. “niet-vluchtelingen”. Daarom vind ik dat de brief een stelling probeert op te werpen, om die stelling vervolgens met gemeenplaatsen te bewijzen.
Persoonlijk vind ik het normaal om “nieuwe Nederlanders” op de hoogte te brengen van de normen en waarden die in dit land worden gehanteerd. Ik denk zelfs dat het normaal is om te vragen of zij, die normen en waarden onderschrijven. Ik neig het dan ook eens te zijn met Conno, uit Vlaardingerbroek. Laat ik die mening aanvullen met de gedachte, dat het oplossen van de barre situaties in “emigratielanden” niet is, dat we die mensen de gelegenheid geven om naar de EU te emigreren. Dat zou betekenen dat we de verantwoordelijken voor die situaties niet aanspreken en de kosten van deze noodhulp afwikkelen op de bewoners van Nederland. Wij moeten dus DAAR oplossingen gaan bieden. Maar DAAR oplossingen aanbieden, dal zullen diegenen die nu profiteren van de situaties aldaar, niet willen.
Van harte onderschrijf ik het christelijke weerwoord op de politiek van CU en CDA. In toenemende mate stoort het mij dat de heren Seegers en Buma spreken of zij superieur zijn en hoogst persoonlijk door God zijn uitgeroepen als hét uithangbord voor hoe immigranten zich hier hebben te gedragen. Ik mis de boodschap waarmee Jezus op aarde rondliep en zijn volgers voorhield: “laat de mensen tot mij komen, alle, álle mensen, niemand mag ze hinderen. Jezus ging om met hoeren en tollenaars en aan het Kruis nog tegen een moordenaar zei: “heden zult u met mij in het Paradijs zijn”. Dat is inclusiviteit, niet slechts voor de “happy vieuw”, wat de heren Seegers en Buma wel uitstralen en dat doet mij pijn! Zij stralen geen warmte en mededogen voor hun buitenlandse medelanders uit, maar zij sluiten ze buiten. Helaas hebben zij de boodschap, de oproep van Jezus niet begrepen. Only love is the answer in a world full of pain. Spreid uw armen uit, CU en CDA, i.p.v. uw armen afwerend uitsteken naar uw naaste.
Als je in de politiek Jesus woorden letterlijk zou volgen (keer de ander de linkerwang toe, geef alles weg wat gij bezit en volg mij, en meer soortgelijks) zou het snel afgelopen zijn met de nederlandse maatschappij, welvaart en onze cultuur. Zie die woorden meer als aansporing tot een alternatief, niet al te letterlijk. Ik heb jaren in Afrika gewerkt, er was idd veel minder welvaart dan bij ons, maar zeker niet minder vrolijkheid, wellbeing, familiezin, enz. Medelijden met mensen die vandaar naar hier reizen (met valse voorstellingen en een pak geld voor de smokkelaars van familie en vrienden) is absoluut niet op zijn plaats.
Als fundamentele regel van EHBO geldt: Help de ander, maar breng jezelf daarbij niet in gevaar.
Als jijzelf namelijk ten onder gaat, kun je niemand meer helpen!
Ècht er zijn grenzen aan wat een gemeenschap aan kan zonder zèlf in chaos en wetteloosheid te vervallen. De moraal
Suiker in de thee lost op tot het verzadigingspunt bereikt is.
Mijn eerste indruk als niet-christen van deze brief vàn christenen ààn christenen is de moeilijk te volgen logica. Begrijpelijk dat eigenlijk geen van de reacties hierboven echt op de centrale stelling is ingegaann. Namelijk dat Buma en Seegers wel zeggen dat migranten moeten voldoen aan de bij de Nederlandse en dus christelijke cultuur horende normen en waarden, maar daarbij onjuiste normen en waarden gebruiken, want de echte christelijke normen en waarden zijn andere (die van de briefschrijvers)
Het zijn allemaal hoogdravende normen en waarden; kunnen klagen en spotten – om de nog meest nette van de realistische culturele uitingen te noemen – worden merkwaardig niet genoemd.
Wat ik niet begrijp is of de politiek helemaal niet moet uitsluiten (dus iedereen toelaten), óf dat ze geen christelijke cultuur als legitimatie dient te gebruiken.
Van grote schoonheid maar wat raadselachtig is de stelling: “Als gelovige kun je ook anders naar identiteit kijken. Wie gelovig is, weet dat identiteit, die van jou en die van ons, gegeven en vloeibaar is.” Deze stelling brengt de (heilloze) strijd over ‘identiteit’ naar een hoger niveau.
Tenslotte een historisch puntje. De briefschrijvers beweren: “Laten we niet vergeten hoe joden, vrouwen, arbeiders en mensen van kleur hebben gestreden om stemrecht te krijgen.” Die strijd van vrouwen en arbeiders ken ik uit geschiedenisboeken; maar wanneer hebben joden en mensen van kleur in Nederland over hun stemrecht gestreden?
Wat ik van de opstellers van deze Oproep ten zeerste bewonder, is hun Christelijke bescheidenheid. Ze laten er zich niet op voorstaan dat ze een of meer vluchtelingen / immigranten in hun particuliere huishouden hebben opgenomen.
Aan de andere kant is die terughoudendhoud van ze ook wel een beetje jammer, want een goed voorbeeld doet goed volgen.
Goede zaak om klare wijn te verlangen van partijen die zich tooien met de term ‘Christen’ zoals CDA en CU doen. De oproep aan beide partijen verdient wel enige nuancering. De ChristenUnie heeft bewezen het hart op de goede plaats te hebben en van geen uitsluiting te willen weten. Zie de reactie van fractieleider Segers vandaag in TROUW. Hij heeft aangekondigd in gesprek te zullen gaan met vertegenwoordigers van migrantenkerken. Misschien een idee om alvorens te gaan ‘framen’ in het vervolg als bezwaarden opheldering te vragen bij de bedoelde christelijke partijen.