Door: Max de Ploeg

Naar aanleiding van deze film werd ook de pagina: Michiel de Rover opgezet en werd tevens een demonstratie georganiseerd. De videoreeks van Van Reenen vestigde met name de aandacht op het verzet tegen slavernij in de Nederlandse koloniën.

De ING voerde tijdens Sail campagne waarbij zeehelden een centrale rol speelden: “Zeehelden werden vroeger net zo aanbeden als de sporthelden van nu, mensen verzamelden prenten en pamfletten van hun helden. Wie is jouw grote held?” Verder heeft ING tijdens Sail ook een ‘zeehelden eiland’ gemaakt voor kinderen. Op het eiland werden verschillende activiteiten georganiseerd die “er voor zorgen dat iedereen die dat wil zich voor één dag een zeeheld kan voelen”.
Niet alleen de ING maar ook de officiële organisatie ‘Stichting Sail Amsterdam’ spreekt in termen van ‘zeehelden’. De stichting zegt op haar site onder andere toegewijd te zijn aan het doel om de jongere generaties te ‘enthousiasmeren’  voor ‘de Nederlandse scheepvaart en haar geschiedenis’. Zo kun je voor maar liefst 16 euro meedoen aan een educatieve Zeeheldenwandeling door Amsterdam.

Als je vervolgens naar de website van De Nieuwe Kerk gaat, de kerk naast de Dam waar onder andere Michiel de Ruyter begraven ligt, vind je een Sail poster die de kerk omschrijft als de ‘Kerk van de Zeehelden’. Verder staat op hun website vermeld dat De Nieuwe Kerk ‘het Nederlandse zeeheldenpantheon’ is.  Wanneer je op de website van Sail in de zoekmachine de woorden ‘slavernij’, ‘misdaden’, ‘slaven’, ‘slaaf’, ‘ontvoering’, ‘roof’, ‘uitbuiting’, ‘zwarte bladzijde’ en of ‘mishandeling’ intypt dan vermeldt de zoekmachine “Helaas, er zijn geen resultaten gevonden”. De term ‘handel’ heeft uiteraard wel zoekresultaten. Via de term ‘handel’ kom ik op een gegeven moment uit bij de sectie ‘Nautische Nostalgie’, die valt onder de categorie ‘historie’. Daar vind ik op deze pagina onder het kopje ‘Amsterdam bruist!’ het volgende stukje tekst:

“Amsterdam was als havenstad in 1600 nog lang niet op zijn hoogtepunt, maar had wel een onmisbare rol in de wereldhandel veroverd. Het was de stapelmarkt waar goederen uit alle windstreken naartoe werden gebracht. Alles was er in voorraad: graan uit het Oostzeegebied, hout uit Noorwegen, huiden uit Rusland, specerijen uit Indië en laken en haring uit Holland. De stad beschikte bovendien over een uitstekend geoutilleerde haven. De voorwaarden voor een gouden eeuw waren in Amsterdam volop aanwezig.”

Nederlandse handel en welvaart worden dus omschreven met woorden als hoogtepunt, nostalgie en ‘gouden eeuw. Wat betekent het nou eigenlijk voor een land en cultuur wanneer zij mensen als Michiel de Ruyter in een ‘Pantheon’ plaatst en gedenkt als nationale helden?

Het gaat in deze koloniale geschiedschrijving enkel om winst en niet om de miljoenen tot slaaf gemaakten en het leed dat daarbij kwam kijken. Het is dan ook niet verwonderlijk dat onze ex-president Balkenende in een peptalk aan het parlement in 2006 zei “Laten we optimistisch zijn, laten we zeggen; Nederland kan het weer! (…) die VOC mentaliteit! Over grenzen heen kijken (…) dynamiek”. Op de site van de Universiteit van Groningen staat bij de sectie geschiedenis over de VOC als openingszin: “Het moet fantastisch zijn geweest! Wij, als klein land, bepaalden in de 17e en 18e eeuw de wereldhandel”.

In het boek Decolonizing Methodologies beschrijft professor Linda Tuhiwai Smith dan ook dat in imperialistisch onderwijs en literatuur mensen als Columbus, in ons geval Michiel de Ruyter, beschreven worden als ‘helden, de ontdekkers, avonturiers en vaders van kolonialisme.’ Waarbij in de ‘inheemse literaturen’ dit soort figuren ‘uiteraard niet zo worden bewonderd, laat staan dat het veroverende helden zijn.’

In een onderzoek van Melissa Weiner, dat werd gepubliceerd in 2014, werd gekeken naar de inhoud van tekstboeken voor lagere scholen in Nederland die sinds 1980 zijn gepubliceerd. Hierbij vond ze dat slechts 49 van de 203 gepubliceerde boeken de Nederlandse slavernij en slavenhandel noemde. Geen van de boeken legde de link/relatie tussen racisme en slavernij.

Het onderzoek concludeert verder dat wanneer er over de slavernij wordt gesproken dit met name wordt gedaan vanuit het perspectief van de slavenmeesters en of de Europeanen. En dat het perspectief van de tot slaafgemaakten niet of nauwelijks aan bod komt. Dat er enkel vanuit de zeeschurken, slavenmeesters en onderdrukkers wordt gedacht is ook duidelijk terug te zien in de Nederlandse geschiedenis. Om maar een voorbeeld te geven, toen de slavernij in 1863 officieel door Nederland werd afgeschaft, kregen de slaven eigenaren miljoenen aan compensatie van de staat. Dit was bedoeld ter compensatie voor hun verlies in ‘eigendom’. De tot slaaf gemaakten kregen hierbij niets, dat waren in de ogen van de Nederlanders namelijk domme, lelijke, luie, ondankbare ‘negers’ die nog geciviliseerd moesten worden naar onze superieure Europese standaarden. Tot slot moesten de tot slaaf gemaakten op Suriname nog 10 jaar lang gedwongen doorwerken tot 1873 onder staatstoezicht. Men wilde destijds natuurlijk niet hebben dat de winst op de plantage-werkkampen zou verminderen.

Voorbeelden van echte helden uit de Nederlandse koloniale geschiedenis zijn mensen als Tula, Anton de Kom, Boni en de Marrons. Zij waren zo dapper om zich te verzetten tegen het Nederlandse regime. Hierin werd Tula samen met twee matties wreed aan zijn einde gebracht na één van de bekendste opstanden te hebben geleid in Curaçao.
“Op 3 oktober 1795 werden Tula, Bastiaan Carpata en Pedro Wacao publiekelijk ter dood gebracht. Tula werd als eerste terechtgesteld. Volgens het vonnis werden met een ijzeren staaf alle botten in zijn lichaam gebroken, te beginnen bij de voeten (radbraken). Daarna werd zijn gezicht verbrand (‘in het aangezicht geblakerd’)en uiteindelijk werd hij onthoofd. Bastian Carpata moest eerst -op een kruis gebonden- toekijken hoe Tula op deze wijze aan zijn einde kwam om uiteindelijk hetzelfde lot te ondergaan. Pedro Wacao werd eerst met touw om de benen rond het schavot gesleept, waarna zijn handen werden afgehakt en het hoofd met een moker werd verbrijzeld. De lichamen werden verzwaard in zee gegooid. Nog eens 29 andere slaven werden opgehangen”.
Ondanks deze wrede executies, die als voorbeeld moest dienen voor een ieder die in opstand wou komen, waren er nog talloze opstanden en verzetshelden die Tula’s voorbeeld opvolgden.

Max de Ploeg studeert politicologie aan de UvA en maakt deel uit van de University of Colour, een studentengroep die de universiteit wil dekoloniseren.

Nog geen reactie — begin het gesprek.