Geling verwijst in zijn blog naar de uitspraak die El Ouali deed in het gesprek met Beatrice de Graaf in NRC Handelsblad. Ze spraken over de religieuze inspiratie van El Ouali’s politiek, en hoe die religieuze en politieke opvattingen zich met elkaar verhouden. De Graaf vroeg daarbij expliciet naar de opvattingen van haar gesprekspartner over rechten voor homo’s. Het ging er juist om de spanning te benoemen die religieus geïnspireerde politiek kan opleveren. In de eerste plaats is er die spanning voor de religieuze politicus zelf, maar mogelijk ook in zijn of haar relatie met de kiezer. Er zijn ongetwijfeld NIDA-stemmers die wat anders van El Ouali verwachten op dit punt. Het onderscheid tussen het religieuze en het politieke oordeel van El Ouali geeft juist aan dat een religieuze opvatting niet altijd hoeft te leiden tot een (problematisch) politiek oordeel.
Politiek leider
Een belangrijk onderscheid dat ik hier maak, en Geling niet, althans niet in voldoende mate, is tussen het politieke en het sociale domein. El Ouali is politiek leider. Zijn rol is in de eerste plaats dus politiek. Geling heeft gelijk als er binnen de moslimgemeenschap een wereld te winnen is als het gaat om homoacceptatie. Echter, het is niet de politiek leider van NIDA om die strijd te voeren. Natuurlijk, diens stem zou morele autoriteit kunnen hebben voor sommigen in (een deel van) de (Islamitische) gemeenschap, maar dat maakt hem nog niet verantwoordelijk voor de homo-emancipatie. Van de (lokale) leiders van de ChristenUnie, het CDA of de SGP hoeven we ook niet te vragen dat zij in Christelijke kringen met de regenboogvlag gaan lopen zwaaien. En van Groenlinks- of D66-leiders hoeven we dat net zo min (hoewel we sommigen van hen ongetwijfeld op een canal pride boot zullen zien staan). Het punt is: El Ouali hoeft niet noodzakelijkerwijs de homo-emancipatie in zijn religieuze kring te bevorderen. Hij heeft niet eens religieuze autoriteit (binnen welke Islam dan ook), vermoed ik zo. En als hij ervoor kiest om dat wel te doen: prima. Dat lijkt me een zaak voor hemzelf als religieus mens, maar niet als politicus.
Vertrouwen
De uitspraken van El Ouali geven mij juist vertrouwen. Waar christelijke partijen als RPF en GPV (nu Christenunie), SGP en vrijwel het volledige CDA nog tegen het homohuwelijk stemden, zou NIDA dat dus niet doen. In dat opzicht is NIDA, als religieus geïnspireerde partij, meer seculier dan de SGP of CU (ik geef het CDA nu even de voordeel van de twijfel). Ook op andere vlakken heeft NIDA aangetoond oog te hebben voor minderheden en pluralistische politiek te bedrijven. Dat geeft me vertrouwen. Natuurlijk zie ik, als homoseksuele man, liever niet dat Nourdin El Ouali homoseksualiteit als een zonde bestempelt. Maar ik waardeer het wel dat hij in het politieke domein, daar waar we bij elkaar komen om te bespreken hoe we samen willen leven, zijn religieuze opvatting niet vertaalt tot politieke actie.
Weigerambtenaar
Ik vind het overigens interessanter dat hij verderop in het gesprek begint over de gewetensbezwaarde ambtenaar, die geen huwelijken wil sluiten tussen paren van gelijk geslacht. Die zou hij wel weer de mogelijkheid willen geven te weigeren, nadat dit vorig jaar bij wet verboden werd. Het feit dat NIDA dit, in het theoretische geval van een landelijke meerderheid, zou terugdraaien geeft wat mij betreft aan dat de rechten van minderheden bij hen echt serieus genomen worden. Ik heb mijn afkeur van het verbod elders al uitgebreid verwoord. In het kort komt het er op neer dat er niet daadwerkelijk een probleem was dat met het verbod werd verholpen. Ik wil inderdaad dat de overheid het mij mogelijk maakt om in elke gemeente van Nederland te trouwen, maar dat hoeft van mij niet door elke individuele trouwambtenaar mogelijk gemaakt te worden. Als men onderling kan regelen dat de een het wel doet en de ander niet: prima. Zolang het niet tot discriminatie door de overheid leidt, zie ik het niet als een probleem dat een enkeling gewetensbezwaren heeft. Fijn zelfs, als we kunnen regelen dat ook voor hen plaats is binnen de overheid.
Kerk, moskee en staat
Wat mij betreft laten we El Ouali zijn rol spelen in het politieke domein, en ja: laten we hem vooral ook uitdagen op zijn religieuze afkeur van homoseksualiteit (ik ken genoeg moslims die de twee zaken wel weten te verenigen). Maar laten we hem als politiek leider ook waarderen om zijn pluralistische insteek en niet van hem verlangen dat hij, wanneer hem dat expliciet gevraagd wordt, zijn persoonlijke en religieuze opvattingen thuis laat. Mocht hij de landelijke politiek ingaan, is het precies dat pluralistisch pragmatisme dat me zou kunnen verleiden op hem te stemmen. El Ouali’s openheid over zijn religieuze beelden waardeer ik daarbij zeer. Maar laat ik eerlijk zijn: ik ben niet snel geneigd om op een religieus geïnspireerde partij te stemmen. Dat ligt vooral aan de erfenis van CU, CDA en SGP. Ik houd El Ouali en NIDA in ieder geval in de gaten, misschien kunnen zij het vertrouwen in religieus geïnspireerde politiek voor deze homoseksuele atheïst nog herstellen.