Dat is ook, en in nog hevigere vorm, het geval bij cultureel en/of religieus gemengde huwelijken. En dan moet je bij ‘cultuur’ of ‘religie’ niet alleen denken aan andere kleding, een andere taal of een ander Heilig Boek. Aan die uiterlijkheden valt vaak nog wel een mouw te passen. Zelfs als het gaat om religieuze verschillen, zoals het geloof in Jezus Christus of het volgen van de Profeet Mohammed. Het gaat bij gemengde huwelijken ook om een ander gevoel voor humor, andere feesten en een andere manier waarop je de relatie met je ouders en je kinderen beleeft. Juist in de details van het dagelijks leven komen de verschillen telkens opnieuw naar de oppervlakte. Verschillen die spannend en stimulerend kunnen zijn, maar die ook kunnen gaan irriteren of angstig maken. Het is alsof je je een andere taal moet eigen maken. In die taal zul je misschien woorden uit je eigen taal tegenkomen: herkenning. Of je hoort nieuwe, ongedachte woorden: spannend. Maar het spreken van de nieuwe taal is ook inspannend. Het is niet vanzelfsprekend dat je elkaar gemakkelijk verstaat of begrijpt.
Concreet gezegd: in een gemengd huwelijk zul je elkaar veel moeten uitleggen. Dat de één het niet prettig vindt dat er alcohol in huis is. Dat de ander het vanzelfsprekend vindt dat vrienden eerst opbellen voor een afspraak als ze ’s avonds willen langskomen. Dat het voor de één heel vanzelfsprekend is als familie soms weken achter elkaar komt logeren, zonder dat er een datum van vertrek is ingepland. Dat het even vanzelfsprekend is voor de ander dat haar dochter van zestien meegaat op schoolkamp.
Al die ‘vanzelfsprekendheden’ zijn voor je partner niet vanzelfsprekend. Daar moet over gepraat en soms onderhandeld worden. Dat kan alleen als je je bewust bent van de verschillende loyaliteiten die jij en je partner hebben, zoals bijvoorbeeld de loyaliteit naar de ouders en de familie. Die wil je niet graag teleurstellen of in de steek laten. Ook is er de loyaliteit naar de eigen vriendenkring of religieuze gemeenschap, waar je zoveel mee gemeenschappelijk hebt. Een gemengde relatie kan niet lukken zonder begrip voor de soms andere loyaliteiten van je partner. Maar het gaat al helemaal niet wanneer je als gemengd stel ook geen loyaliteit voelt naar elkaar. En die loyaliteit kan soms inhouden dat je erkent dat de ander onherleidbaar anders is en blijft. Dat je van een mediterrane man niet een Nederlandse man kan boetseren, ook na jaren niet. En dat een Nederlandse vrouw anders is en blijft dan een Marokkaanse vrouw.
Soms zal je dat ook duidelijk moeten maken aan je eigen familie: mijn partner is ‘anders’. Anders dan jullie je destijds je ideale schoonzoon of schoondochter hadden voorgesteld. Maar als je geluk hebt, hebben je ouders dat allang gezien en geaccepteerd. Want ook zij zijn uiteindelijk loyaal aan hun eigen kind. Zo kunnen uit de binding van partners in gemengde huwelijken nieuwe bindingen, nieuwe samenhangen ontstaan.