Toch is er iets dat blijft schuren bij deze herdenking. Je raakt steeds het topje van de ijsberg van leed, het leed van witte Nederlanders. De Indonesiërs die er voor konden of moesten kiezen naar Nederland te vluchten, de oneerlijke deal die de Molukkers voor hun trouwe diensten werd aangeboden. En dan het einde van de kolonie, het uitroepen van de republiek Indonesië, twee dagen na de capitulatie van de Japanners.
Laten we niet vergeten dat Indonesië echt een kolonie was. Ik ben nog opgevoed met de gedachte dat we daar hele goede dingen hebben gedaan, zoals zending, scholen en ziekenhuizen bouwen. Dat is zo, maar laat dat niet verdoezelen dat het gewoon een kolonie was voor de winst, de grondstoffen en de strijd om de wereld. Boeren waren bijvoorbeeld verplicht een deel van hun oogst af te staan aan de Nederlandse bezetter, dat leidde rechtstreeks tot grote hongersnoden, waarbij veel mensen omkwamen.
En meer vreselijke dingen gebeurden door Nederlanders, in opdracht van rijke handelaren en de regering. Staan deze feiten nu in de Nederlandse geschiedenisboeken? Als dit deel van onze geschiedenis niet openbaar wordt en onderdeel wordt van de lesstof op de scholen, zal de herdenking altijd iets ongemakkelijks blijven. En overlevenden hebben recht op een waardige herdenking.
In het prachtige, vreselijke boek van Alfred Birney ‘De tolk van Java’ is een deel van de gemeenschappelijke geschiedenis van Nederland en Indonesië beschreven. Dit boek is een stukje geschiedschrijving, laat het niet vergeten worden. Het is een vuile geschiedenis voor Nederland.
Ik wil graag leven in een eerlijk land, waar de geschiedenis niet alleen het verhaal van de overwinnaars is. Dan moeten we ook open zijn over hoe we rijk zijn geworden, wat we gedaan hebben. Niet alleen bevrijding van de Spanjaard en de Duitser, maar ook hoe wij zelf terecht weggejaagd zijn als tirannen en uitbuiters.
Laat je toch niet alles wijsmaken Wies, de Indische tani (boer) kreeg uitbetaald voor de verhuur van zijn land aan de suikerondernemingen, met een bedrag dat ver boven dat wat hij met zijn rijstoogst kon halen lag, hierop werd streng toegezien door de wetgever, die er trouwens ook op toezag dat die tani zijn grond niet verkocht aan een chinees, Arabier of europeaan, dat was wel beetje patriarchaal, maar was wel bedoeld als bescherming. Ik hoor alleen nog maar slechts over de koloniale Nederlanders toen, nooit eens iets goeds. Ik heb er ook ooit gewerkt, ze waren vol trots op wat hun ouders daar onder het koloniale juk tot stand hadden gebracht (allerlei kanalen en systemen, wetten en voorlichting ter bescherming van de kleine boer, etc etc). Hoe komt het toch dat ik daar nooit iets over hoor hier? Ach, ik begrijp het eigenlijk wel, we leven van hype naar hype, het moet passen in de modieuze kijk op zaken.
Ook mss leuk om te weten, in dat wapen van de republiek Indonesia rechts op de illustratie staan de 5 zuilen vd staat, de ketting staat voor de onderlinge band van de diverse bevolkingen, de rijst en katoen voor materiele welvaart, de ster voor het monotheisme (dus geen alleenrecht voor de islam in de jonge republiek, tot groot verdriet van ene Kartoesoewirjo) en de buffel voor? (geduld? taaiheid?).
Inderdaad interessant, bedankt.
Vergeet de boom niet. Het lijkt op een banyan en dat is een heel interessante soort, maar de betekenis ervan in dit wapen weet ik niet.
Het schijnt de waringinboom te zijn, ook bekend van Multatuli, een soort ficus waaronder ook Boeddha zijn verlichting deelachtig werd, een heilige boom dus, mag je wel zeggen, en zeer geschikt voor op een wapen van een nieuwe republiek.
De waringin is een banyan. Hij heeft vele namen. Zelf zit ik bijna dagelijks onder zo eentje. Ze zijn onderdeel van mijn uitzicht hier en lokaal bekend als rolla. Lijk ik toch meer op Boeddha dan ik dacht…