Als kind groeide ik op met de gedachte dat mensen die “de Here Jezus niet kenden” uiteindelijk niet in de hemel terecht zouden komen. Ze waren voor eeuwig verloren. Terwijl andere kinderen uit mijn kerk deze boodschap ogenschijnlijk redelijk makkelijk van zich lieten afglijden, hield de gedachte mij soms serieus bezig. Zo probeerde ik als negenjarige een niet-christelijk vriendje te vertellen over Jezus. Het gesprek bracht uiteindelijk veel goeds, want terugkijkend heeft het vooral mijzelf aan het denken gezet.
Sociale cohesie
Als student verhuisde ik van het platteland naar de stad. Daar had ik me kunnen wentelen in een subcultuur van rechtzinnig gereformeerde en evangelische medestudenten. Dat deed ik niet, hoewel ik als adolescent wel behoefte had aan een warm bad. Ik zocht vooral ruimte. In meerdere opzichten, maar ook in geestelijk opzicht.
Bij de vieringen van het interkerkelijk studentenpastoraat ging een wereld voor me open. Vragen stellen is juist goed, zo hoorde ik. Zoekend geloven is ook een mogelijkheid. Twijfel is zelfs een bron van veel wijsheid. Werd hier -hoewel afkomstig uit de schoot van de orthodoxie- een vrijzinnig gelovige geboren? Dat zou je zo kunnen omschrijven. Maar wat brengt me er dan in vredesnaam toe om nu een pleidooi te houden voor religieuze orthodoxie? Wil ik soms terug naar af?
Vandaag zie ik twee bewegingen aan kracht winnen in Nederland. Ten eerste signaleer ik de beweging dat mensen zoeken naar zingevende kaders en deze kaders vaak missen. Mensen staan open voor spiritualiteit, sociale cohesie en gemeenschapszin, maar vinden die niet altijd. Vaak voelen mensen zich op zichzelf teruggeworpen en deel van een competitieve maatschappij waar niet zelden onverschilligheid heerst en harde wetten gelden.
Toch vinden mensen niet de weg naar een kerk. Wat meespeelt is dat van een begrip als ‘God’ vaak een karikatuur wordt gemaakt: een man op een wolk. En religieuze geschriften worden vaak geassocieerd met onderdrukkende letterknechterij of verhalen die historisch ‘waar gebeurd’ moeten zijn. Overigens zijn het juist behoudende gelovigen die deze beelden in stand houden. Zo voedt de fundamentalistische religie van de ene groep een anti-godsdienstig sentiment bij de andere groep.
Brave burgers
De Belgische psychiater Dirk De Wachter spreekt in een interessant interview dat recent op deze website is gepubliceerd over ‘hardnekkige gevoelens van leegte en zinloosheid’. “In onze samenleving lijkt dat de belangrijkste uitdaging: de zin van het bestaan,” zegt hij. “Dat heeft volgens mij te maken met de secularisering van onze maatschappij. Uit de geschiedenis van tweeduizend jaar traditie is heel snel een bijna anti-religieuze beweging ontstaan die het kind met het badwater heeft weggespoeld. En wij staan daar nu eenzaam en naakt onder de hemel, niet goed wetende wat er moet gebeuren. Er is geen goddelijkheid om aan te refereren.”
De psychiater pleit niet voor een terugkeer naar vroeger. Dat is volgens De Wachter domweg niet mogelijk. “Maar ik pleit ervoor om heel goed na te denken over de zin van het bestaan. Over wat het leven is en hoe we kunnen leven. Dat is de onderliggende boodschap.”
Juist een gebrek aan levensbeschouwelijke, zinvolle sociale kaders kan mensen vatbaar maken voor politici die inspelen op gevoelens van heimwee en de ervaring van een ‘verweesde samenleving’. Dat is de tweede beweging die ik signaleer. Probleem is dat verhalen van rechts-populistische politici hand in hand gaan met een politiek die inspeelt op angst, leegte en een gebrek aan eigen identiteit. Het gaat om angst voor ‘massa-immigratie’ terwijl de instroom van asielzoekers de laatste jaren juist is opgedroogd. Het gaat om ‘het gevaar van de islam’ terwijl vrijwel alle moslims in Nederland brave burgers zijn. Of het gaat om ‘de teloorgang van onze nationale cultuur’ terwijl Nederland op nummer vijf staat van alle landen in de wereldwijde geluks-index.
Stevig geworteld
Feitenvrije politiek belichaamt een nieuw soort ‘geloof’ dat inspeelt op deze gevoelens. Dat sluit soms wonderwel aan bij het antimoderne wereldbeeld van de theocraten van de SGP. Feitelijk is dit een reactionaire beweging die is losgezongen van de dynamiek van het christendom, een dynamiek die ook te vinden is in andere mondiale geloofs- en wijsheidstradities. Deze heimwee-politiek lijkt op een vorm van vóór-christelijk heidendom waarin onbeweeglijkheid de norm is en angst regeert.
Samengevat zijn nihilisme en fundamentalisme de twee maatschappelijke ontwikkelingen die ten grondslag liggen aan mijn pleidooi voor het koesteren van de traditie en respect voor religieuze orthodoxie. Daarbij staat orthodoxie niet gelijk aan onbeweeglijkheid of een vorm van heimwee, maar voor een stevig geworteld zijn in de eigen geloofstraditie met oog voor waarheid en wijsheid in de huidige maatschappelijke context.
Waar het religieus fundamentalisten vaak gaat om de terugkeer naar een geïdealiseerde wereld van vroeger – wat natuurlijk een volslagen illusie is – gaat het orthodoxen om het serieus nemen van de eigen traditie. Wat zeggen de bronteksten? Daarbij kan een christen zich bijvoorbeeld afvragen: wat kan Jezus ons vandaag te zeggen hebben? Hoe kan ik God ervaren? Hoe kan ik de betekenis van het sterven en de opstanding van Jezus als modern mens goed begrijpen? Wat is nu echt de essentie van de evangelieverhalen? Terwijl een moslim bijvoorbeeld op hedendaagse wijze vorm geeft aan de Ramadan (het vasten) en de Zakat (het geven van aalmoezen) of de Koran in de Nederlandse taal leert lezen en begrijpen.
Sprookjesverhalen
Wat ik bepleit is een vorm van open orthodoxie waarbij gelovigen geworteld zijn in hun traditie en waarin geloven op een authentieke manier vorm krijgt in een open dialoog met anderen en de tijd en cultuur waarin zij leven. Juist hier ontstaat culturele dynamiek. Wie bijvoorbeeld Bijbelverhalen niet eendimensionaal maar geestelijk probeert te verstaan, kan mentaal in beweging komen.
Denk aan het oerverhaal van aartsvader Abraham die zijn geboorteland verliet waar alles vastlag en alles in de sterren stond geschreven. Hij liet zijn oude zekerheden los en ging op weg naar een onbekend land. Een thema van uittocht en bevrijding dat telkens terugkomt in de oude joodse verhalen waarop ook het christendom en de islam zich uiteindelijk hebben gebaseerd.
Open orthodoxie zorgt ervoor dat mensen geworteld zijn, zich deel voelen van een groter geheel en zingevende kaders kennen. Tegelijk blijven ze in beweging, kunnen ze open staan voor andersdenkenden, kritisch reflecteren en zich spiritueel laten voeden. Je zou het ook een vorm van ‘gewortelde vrijzinnigheid’ kunnen noemen. Soms putten mensen zelfs uit meerdere tradities zoals blijkt uit het fenomeen Multiple Religious Belonging. Voor mijzelf geldt dat niet, maar ik sta open voor wijsheid uit andere tradities en versta de christelijke traditie wel steeds sterker op een inclusieve manier.
Zelf probeer ik mijn eigen geloofstraditie in elk geval uiterst serieus te nemen. Omdat ik het niet kan aanzien dat de christelijke boodschap door conservatieven of fundamentalisten gekaapt wordt. Alsof alleen hun uitleg de enige ware zou zijn. Wat anderen, zoals seculier humanisten, weer tot de overtuiging brengt dat het in de Bijbel om ‘sprookjesverhalen’ en onderdrukkende voorschriften zou gaan.
Ik neem de orthodoxie serieus omdat er iets op het spel staat.”
Juist in de dialoog met de eigen traditie en de behoudende uitleggers van die traditie, neem ik de religieuze orthodoxie serieus. Omdat er iets op het spel staat, namelijk de kern van de traditie. En die kern is dat mensen onderweg zijn, dat ze hoop en vertrouwen mogen hebben omdat zij worden ‘gedragen’ en dat zij liefde en compassie naar elkaar en anderen betrachten.
Compassie
Wat mij betreft is dialoog tussen mensen van verschillende godsdiensten en levensovertuigingen van groot belang. Maar laten we de dialoog binnen de godsdiensten niet vergeten, omdat er vandaag verdraaid veel op het spel staat in politiek en samenleving. Het gaat om vertrouwen, liefde, rechtvaardigheid, oog voor de schepping en het morele kompas van compassie, die principieel sterker is dan conservatieve gedachten rond volk en natie.
Orthodoxie en vrijzinnigheid kunnen elkaar altijd een spiegel voorhouden. Maar met feitenvrij fundamentalisme plaatsen mensen zich buiten de kaders van een gezonde interne christelijke dialoog. Kees van der Staaij van de SGP en Thierry Baudet zijn wat mij betreft gediskwalificeerd en al helemaal niet de hoeders van de christelijke traditie. Ze gebruiken vertrouwde termen, maar zij voeren -om het beeldend uit te drukken- slechts een bezwerende rituele dans op, rond een oude Eik in een duister Germaans bos.
Een uitermate normatief verhaal.
Enerzijds worden “Kees van der Staaij van de SGP en Thierry Baudet zijn wat betreft – een gezonde interne christelijke dialoog – gediskwalificeerd.” (Dat mag gezegd worden hoor, maar het is een partijpolitieke uitspraak).
Anders krijgen atheïsten, dit keer ‘nihilisten’ en ‘seculier humanisten’ genoemd een sneer. Zij hebben volgens Brand de “… overtuiging … dat het in de Bijbel om ‘sprookjesverhalen’ en onderdrukkende voorschriften zou gaan.” Dit hoor ik eigenlijk nooit iemand beweren de laatste decennia.
Overigens zijn het niet alleen ‘seculier humanisten’ die zich met zingevingsvragen bezighouden, ook de meer pyrrhonische sceptici doen daar aan.
(Is het de lezer wel eens opgevallen dat alleen christenen de term ‘seculier’ gebruiken, de als seculieren bestempelden doen dat zelf nooit).
Kortom: een mislukte kans om de levensbeschouwelijke werkelijkheid in haar volle breedte te beschrijven en waarderen.
Beste Joop, boven het stuk staat ‘Opinie’ en dan volgt meestal wel iets normatiefs. Uitgesproken politieke bewegingen kunnen in een vrij land een bepaalde waardering krijgen.
Nergens noem ik atheïsten nihilisten. Wel bespeur ik nihilisme in de maatschappij zonder dit te adresseren.
En dan: iemand als Eddy Terstall, gangmaker van de populaire seculiere beweging ‘Vrij Links’ (opgericht in 2018), is niet moe om religieuze verhalen te diskwalificeren als ‘sprookjes’ etc. Dit gebeurt dus wel degelijk.
Op je site zie ik trouwens dat je jezelf eerder ‘seculier boeddhist’ noemde, dus jij gebruikt de term ‘seculier’ zelf ook.
Mijn opinie was overigens geen poging om “de levensbeschouwelijke werkelijkheid in haar volle breedte te beschrijven en waarderen”. Dat zou wel erg pretentieus zijn.
Hoi Theo,
Op zich een prima stuk wat mij betreft. Maar wel een vraagje. Op basis waarvan concludeer jij dat Kees van der Staaij zich bezighoudt met ‘feitenvrij fundamentalisme’? Daar ben ik wel benieuwd naar aangezien hij op basis daarvoor voor jou is gediskwalificeerd van een ‘gezonde interne christelijke dialoog’.
Daarnaast nog een observatie. Je zegt: ‘Omdat ik het niet kan aanzien dat de christelijke boodschap door conservatieven of fundamentalisten gekaapt wordt. Alsof alleen hun uitleg de enige ware zou zijn’. Ik proef hierin enige weerstand tegen het claimen van absolute waarheid, in ieder geval wanneer het gaat om de christelijke teksten en traditie. Wat mij betreft prima maar met jouw uitspraak doe je natuurlijk eigenlijk precies hetzelfde, namelijk, de interpretatie van de ‘conservatieven’ of ‘fundamentalisten’ is niet correct. Of op zijn minst, de claim dat hun interpretatie de enige juiste is, is niet correct en stuit je tegen de borst. Maar de opvatting dat meerdere interpretaties mogelijk zijn of misschien zelfs evenveel waarde hebben is natuurlijk net zo’n waarheidsclaim. Alleen klinkt deze minder eng en meer inclusief.
Mvg,
Steven
Ik ben het in grote lijnen eens met dit artikel. Alleen vind ik Kees v.d. Staay en Thierry Baudet slechte voorbeelden van mensen die een beperkt soort christendom propageren: het zijn nl. politici die namens een partij spreken en niet namens een geloofsgemeenschap. Politiek is altijd beperkt in zijn doelstellingen in vergelijking met een geloof of levensbeschouwing. De vermenging van godsdienst en politiek is op zijn minst ongemakkelijk. Het debat zou moeten gaan tussen de verschillende kerkgenootschappen en de individuele gelovigen, waarbij het zou moeten gaan over de vraag wat de kern is van wat je gelooft en hoe je dit geloof vorm geeft in je denken en doen.
Een verstandig voorstel van Riny, het kan helderheid bieden in het wat warrige artikel.
Alleen, “het debat” zou dan, hoop ik, niet alleen “moeten gaan tussen de verschillende kerkgenootschappen en de individuele gelovigen”, maar ook met atheïsten of hoe men zichzelf ook wenst te noemen. (Sommigen noemen zichzelf zelfs ‘seculieren’
Ik noem het artikel warrig omdat mij niet duidelijk is wie nu toch met ‘nihilisten’ worden bedoeld?
Theo “adresseert het door hem in de samenleving bespeurde nihilisme niet.” Ik vind dat dat niet mag. Het is toch niet een abstracte kracht maar een categorie mensen, neem ik aan, (met enige moeite) identificeerbare mensen?
Is nihilisme niet ook een vorm van orthodoxie die ook serieus genomen moet worden, net zo als de religieuze orthodoxie?
Helemaal mee eens dat het debat/de dialoog ook met atheïsten en agnosten moet worden gevoerd.