Tot half twaalf is Madelon aan de beurt. Met haar pen schrijft ze in haar schrift precies de woordjes na die juf Gerda op de laptop opnoemt. Samen met mama kijkt ze straks na of ze het goed heeft gedaan. Thijs kijkt ongeduldig naar de klok. Als Madelon maar op tijd klaar is. Meester heeft hun klas gisteren beloofd dat hij ze via zijn laptop vandaag meeneemt naar het Binas-lokaal. Daar krijgen ze EHBO-les. Nu natuurlijk niet in het echt. Maar hopelijk gaat de school weer gauw open. En dan kunnen ze in het echt verder.
‘Hier Thijs, drink nu eerst je sinas op. Je hebt nog alle tijd. Meester begint pas om tien over twaalf’. Mama wijst naar de derde regel in Madelons schrift. ‘Dit hier moet met een f, niet met een v’.
Zo, met de laptop op de keukentafel, kruipt een uurtje school ook vandaag voorbij.
Erge dingen achter de voordeur
De vier beste leerlingen van 4 Havo, dus met de hoogste cijfers, krijgen een half uurtje online les van onze minister van onderwijs. Veel meer tijd was er niet beschikbaar. De leerlingen moeten om elf uur immers beginnen aan hun wiskunde online voor die dag. De minister toont zich tevreden. Door het vertrek van de leerlingen naar de wiskunde online, werd de laatste vraag van de minister aan de leerlingen beantwoord. ‘Hoe houden wij zicht op de leerlingen?’ Zo dus, door ze op het scherm in beeld te hebben. Het systeem werkt.
Cheston komt niet zo vaak op school. ’s Ochtends om acht uur springt ie op de fiets met zijn tas op zijn rug. Zijn pa weet niet beter dat hij een half uur later in de klas zit. Wat pa niet weet is dat de schooltas ’s ochtends meteen netjes onder het viaduct achter de bosjes wordt weggestopt, tot aan het eind van de middag.
Het eerste deel van de ochtend hangt Cheston, ergens tussen de kantoorgebouwen aan de rand van de polder, met zijn maatjes rond. Ze zijn aan het ‘foezelen’. Voor het geval de politie langs komt staat eerst de een, dan de ander op de uitkijk. Na het verdelen van de centjes van de afgelopen dag gaat ieder weer zijn eigen weg.
Vanaf de eerste pauze is Cheston meestal op school in het timmerlokaal te vinden. We vinden het goed dat hij zich in ieder geval de rest van de dag tussen de houtkrullen en de boormachine nuttig maakt. Een enkele keer moet hij even mee met de wijkagent die de klas binnen stapt. Kluisjescontrole. Of mee naar het bureau. En dat doet Cheston dan ook braaf.
Bij de laatste bel komt collega Bertus met een glas water en een klein doosje de klas binnen. ‘Hier Cheston, voor je naar huis gaat. Neem nog even je medicijnen in’.
‘Cheston? Die is vanochtend naar school gegaan. Dat doet die iedere dag’. ‘Maar meneer, er is helemaal geen school. Al bijna twee weken niet’. De man kijkt mij onthutst aan en haalt zijn schouders op. ‘Dan weet ik ook niet waar hij de hele dag uithangt’. ‘Vraagt u hem dat dan vanavond als hij thuis komt?’ ‘lk vraag hem helemaal niets. Als ik hem iets vraag, krijg ik een klap op mijn kanus’. De mentor probeert het nog één keer. ‘Volgt Cheston in de middag dan ook niet les van school online?’ Vader is ineens wat toe schikkelijker. ‘Online? Waar dan? Hij opent de keukendeur. Een indringende wietlucht komt de hal binnen. ‘Hier aan tafel? Daar zit ie wel eens met dat scherm. Te chatten met die meiden. Maar les van school?’ Aan de ene kant van de keukentafel staan wat half volle flessen met drank. De andere kant van de tafel is bezaaid met afgebrande lucifers, vloeitjes, oude kranten en andere troep.
Het systeem ‘les online’ werkt dus niet. In ieder geval niet voor Cheston.
Minister-President Rutte staat voor de webcam in het gymlokaal. Vandaag begint in Oegstgeest op de Montessorischool gymles-on-line. Een mooie manier om in ieder geval de schoolroutine op gang te houden.
Ondertussen elders in ons land…
Voor het einde van de maand komt de bijna zestienjarige Anita vrij. Bij de poort van jeugdgevangenis staat de juf. ‘Dag schat. Wat fijn dat het zo ver is. Zien we je volgende week weer op school?’. Anita zet haar tas neer en omhelst juf Veronica. ‘Ben je speciaal voor mij hier naar toe gekomen? Ze geeft juf een arm. ‘Ik wist dat jij me niet laat vallen’. Anita zet haar tas op de bagagedrager van Veronica. Samen lopen ze in de richting van de metro. ‘Of ik meteen maandag naar school kom weet ik niet. Eerst heb ik nog een afspraak met John van de reclassering’.
‘Waar ga je nu naar toe, Anita? Naar huis? Naar je moeder?’ Anita grijpt Veronica’s arm vast. ‘Naar huis? Naar mijn moeder?’ Haar rauwe stem klinkt schamper. ‘Naar huis? Dan begint het gedonder meteen opnieuw. Dat weet je toch?’ ‘Maar waar ga je dan naar toe?’ Anita spuugt een dikke klodder slijm voor zich uit. ‘Nu ga ik naar mijn vriend. Tenminste als hij alweer vrij is’. Ze slaat op zak van haar jas. ‘Anders heb ik de sleutel van zijn flat.’
De school is nu twee weken dicht. We hebben niets meer gehoord van Anita. Niemand twijfelt er op school aan. Thuis bij haar vriend, de wereld van drugs, loverboys en de harde criminaliteit wordt door Anita geen laptop gebruikt voor school online.
Het systeem les online werkt. Maar niet voor iedereen. Niet voor Cora, niet voor Cheston en niet voor Anita. En ook niet voor de alleen al bijna vierhonderd leerlingen die in de omgeving van Den Haag zoek zijn, leerlingen die thuis online les zouden moeten krijgen maar waar de scholen geen contact mee hebben.
De beelden van een minister voor de camera in gesprek met de beste leerlingen van de klas doen het goed. De premier die met de webcam even de gymles introduceert geeft een mooi beeld.
Wat een verschil tussen de werkelijkheid en de schijn van onderwijsland in deze ingewikkelde tijd. Achter het scherm aan de keukentafel, onder het toeziend oog van een papa of een mama, gaat het wel lukken. Wanneer de scholen weer opengaan gaan deze kinderen op school weer verder.
Maar waar geen papa of mama aan de keukentafel beschikbaar is? Thuis waar afschuwelijke dingen achter de voordeur gebeuren? Achter een voordeur waar helemaal geen thuis schuilt, wat gaat daar gebeuren? Hoe kunnen we ooit herstellen wat daar nu kapot gaat?
Lieve buitenwereld, laten we vooral helder vasthouden aan hoe de wereld in deze tijd in onderwijsland er uitziet. Laten we niet hoopvol doen, alsof we het verschil tussen de wereld van de waarheid en de wereld van de schijn kwijt zijn.