Geweld inzetten voor bevrijding. Dat deden Frelimo in Mozambique en FNLA in Angola tegen de Portugezen, ZANU in Rhodesië en Haganah in Palestina tegen de Britten, FLN in Algerije tegen de Fransen.

In Azië was het niet anders. Bevrijdingsgroepen pakten de wapens op in de Filipijnen, Vietnam, Afghanistan, Indonesië. En ze hadden succes. Om met de vroegere Britse premier Harold MacMillan (1894-1986) te spreken: ze hadden de wind van de geschiedenis mee. De westerse kolonisatoren werden verdreven.

Maar ook in Oceanië is het dekolonisatieproces niet afgerond. Kenmerk van een kolonisator is immers niet dat hij westers is, maar dat hij als buitenstaander een volk politiek, economisch en cultureel systematisch overheerst. Daarvan was tot niet lang geleden sprake in het door Arabieren gedomineerde zwarte Zuid-Soedan. En anno 2023 worden de Melanesische Papoea’s door de Aziatische Indonesiërs gekoloniseerd. Kiezen de Papoea’s ook voor wapengeweld?

Voor bevrijdingsorganisaties vormt geweld onderdeel van breder beleid. Aanslagen en/of guerrilla zetten de diplomatie kracht bij. Doel is niet zozeer de tegenstander militair te verslaan als wel te demoraliseren met hit and run-aanvallen. Guerrillastrijders zijn bekend met het operatiegebied en krijgen vaak steun van de bevolking. Uit reactie gaan de aangevallen militairen er niet zelden toe over de burgers te terroriseren.

Kunnen bevrijdingsgroepen een militair superieure kolonisator verslaan? Nee, dat kan hoogstens als zij omvangrijke hulp van buitenaf krijgen. Oost-Timor is wat dat betreft een klassiek voorbeeld. Dit in 1974 door Portugal gedekoloniseerde gebied werd daarna bijna een kwart eeuw meedogenloos door Indonesië bezet. Wereldwijde publiciteit over massale wreedheden – schattingen over het aantal burgerdoden lopen uiteen van 102.000 tot 180.000 – leidden uiteindelijk tot het ingrijpen onder Australische leiding van een internationale troepenmacht en onafhankelijkheid in 2002.

Recht van opstand

Bestaat er een volkenrechtelijke legitimatie van verzet of opstand tegen een regerende macht? We spreken van ‘verzet’ bij een tegenstander van buitenaf die internationaal niet als overheid wordt erkend. Denk aan het Duitse naziregime (1940-1945) over ons land. De wettige Nederlandse regering zat in Londen. ‘Opstand’ daarentegen vindt plaats tegenover de eigen overheid.

De preambule van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens spreekt indirect over verzet of opstand. Gesteld wordt namelijk dat het noodzakelijk is dat mensenrechten wettelijk beschermd worden ‘opdat de mens zich niet als laatste toevlucht gedwongen ziet tot rebellie (opstand) tegen tirannie en onderdrukking.’

Gedurende de jaren 1946-1965 van onafhankelijkheidsstrijd kregen opstandige bevrijdingsbewegingen alleen al op grond van de aanwezigheid van een westerse koloniale macht brede internationale steun. Het koloniserende ‘moederland’ werd haast per definitie niet langer als wettige overheid beschouwd. Maar wie bepaalt vandaag de dag of een overheid al dan niet wettig is? De manier waarop Jakarta in Papua aan de macht kwam, was strijdig met zowel bilaterale afspraken tussen Nederland en Indonesië als internationale normen voor het houden van een volksraadpleging.

Helaas verbonden de Verenigde Naties daaraan geen consequenties. Met 84 stemmen voor, geen tegen en dertig onthoudingen legde men zich op 19 november 1969 neer bij de vervalste Daad van Vrije Keuze. Een door de Papoea’s uitgeroepen regering in ballingschap wordt slechts door een enkele staat, zoals Vanuatu, erkend.

‘Responsibility to protect’

Intussen kan een als wettig erkende overheid zich wel zo schandalig gedragen dat burgers ‘als laatste toevlucht’ besluiten in opstand te komen. Hoe schandalig? Gewoonlijk wordt in dat verband verwezen naar misdaden als het uitmoorden van de eigen burgers, het grof schenden van de eigen fundamentele wetten en zware geloofsvervolging. Is daarvan sprake dan komt een in 2005 door de VN aanvaarde responsibility to protect (R2P) norm in beeld.

Deze VN-uitspraak houdt in dat regeringen verantwoordelijk worden gehouden voor het beschermen van de eigen onderdanen tegen ‘volkenmoord, oorlogsmisdaden, etnische zuivering en misdaden tegen de menselijkheid’. Uiteraard moeten dergelijke wandaden door een onafhankelijke instantie worden vastgesteld. Kan dat ten aanzien van Papua? Indonesië sluit het gebied af voor buitenstaanders. Wanneer desondanks wordt vastgesteld dat Jakarta de bevolking structureel onbeschermd laat, schuift R2P de verantwoordelijkheid door naar de VN. Verwezen wordt naar het zevende hoofdstuk van het VN-Handvest waarin middelen worden genoemd om in te grijpen: sancties en zelfs militaire interventie.

Intussen voorkomt Jakarta’s weren van buitenlandse media niet dat vanuit Papua systematische schending van mensenrechten wordt gemeld. Camelia Webb-Gannon schreef Morning Star Rising (the politics of decolonization in West Papua; 2021), John Martinkus The Road (uprising in West Papua; 2020), en Maire Leadbeaten See no evil (New Zealand’s betrayal of the people of West Papua; 2018).

Een citaat van Martinkus: ‘Ik was in Irak op het hoogtepunt van de Amerikaanse inbezitneming. Ik was in Sri Lanka toen de Tamils werden vervolgd, in Birma toen de militairen daar minderheden wreed onderdrukten, in Oost-Timor en Aceh onder de Indonesiërs, in door de Taliban gecontroleerde gebieden in Afghanistan. Maar nooit zag ik een volk dat meer onderdrukt en geïsoleerd wordt als dat van de Papoea’s onder Indonesische militairen en veiligheidsdiensten.’

Principes

Grijpen de Papoea’s naar de wapens tegenover een staat die misdadiger is geworden? Zo ja, is dat verstandig en mogen buitenlandse sympathisanten hen daarin steunen?

De United Liberation Movement for West Papua (ULMWP) van leider Benny Wenda verklaart dat zich onder haar ‘politieke leiderschap’ ook het West Papua Army bevindt, een samenvoeging van drie militaire facties. Wat de preciese relatie van deze facties is tot de in 1964 opgerichte Organisasi Papua Merdeka (OPM) is onbekend. In een vorig jaar aan de secretaris-generaal van de VN gestuurde boodschap zegt de OPM ‘de belangrijkste organisatie te blijven die door middel van gewapende strijd en diplomatie vecht voor politieke onafhankelijkheid’, ondertekening: Jeffrey Bomanak.

De internationaal opererende Free West Papua Campaign verklaart dat ‘wij een vreedzame, publieke campagne vormen’. In Papua zelf is het West Papua National Committee (WPNC) van voorzitter Agus Kossay een belangrijke verzetsgroep. Zij zegt ‘met vreedzame middelen’ voor onafhankelijkheid op te komen: demonstraties, het hijsen van de Papoease Morningstar, petities en gesprekken met de autoriteiten.

Passen de Papoea’s ook methoden van burgerlijke ongehoorzaamheid en andere vormen van geweldloos verzet toe? Niet erg waarschijnlijk. Als er op het hijsen van de vlag al met grof geweld wordt gereageerd, zal dat met sit down-acties en boycots des te meer gebeuren. Gandhi en Luther King boekten uiteindelijk succes omdat Britse en Amerikaanse overheden nog een greintje beschaving hadden. Tegenover Stalin, Hitler en Mao zouden alleen nog maar meer bloedbaden zijn gevolgd. Ten aanzien van de Indonesische militairen moet hetzelfde worden gevreesd.

Is er reden principieel tegen het gebruik van geweld door Papoea’s te zijn? In dat geval moeten we wel in het reine komen met de gewapende strijd van Willem van Oranje indertijd tegen de Spaanse overheid en ons zingen over ‘de tirannie verdrijven’ uit het zesde couplet van het Wilhelmus.

De Franse reformator Theodorus Beza (1519-1605) stelde onder invloed van de Bartholomeusnacht – massale moord op Hugenoten in 1572 – dat gewapend verzet tegen de koning uiteindelijk geoorloofd kan zijn. De vraag is dan wel of het verstandig is. Als geweld niet langer exclusief door de overheid wordt ingezet, liggen chaos en terreur op de loer. Vandaar dat reformator Calvijn alleen lagere overheden een recht van opstand toekende.

Opstandelingenleiders moeten wel steeds overwegen of de winst van geweld opweegt tegen de negatieve gevolgen ervan. Het einde van gewapend verzet kan verschrikkelijker zijn dan het begin. Maar uiteindelijk zijn het – net als de Oekraïners tegen Rusland – de Papoea’s zelf die hierover moeten beslissen.

Lees ook

Schermafbeelding 2023-10-05 085850

Excuses aan het volk van West-Papua

Zo zouden de excuses van de Nederlandse regering eruit kunnen zien

th

Aad Kamsteeg

Aad Kamsteeg is journalist, opiniemaker en onder meer betrokken bij Stichting Zelfbeschikking aan Molukkers en Papoea’s. Hij …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.