Venster
Om te beginnen hadden wij zonder Pinksteren van niets geweten. In het Pinksterverhaal gaat het venster naar de wereld open. Alleen al de setting van ‘alle volken’, die elkaar ook nog eens verstaan, maakt het universeel.
En andersom: het is via Pinksteren dat wij vanuit onze tijd en cultuur een doorkijk hebben naar de bronnen van jodendom en christendom.
Waaien
In het Pinksterverhaal ontspringt het christelijk geloof zijn eigen dans. Het treedt buiten zichzelf, ontstijgt zijn religieuze kaders. De Geest wordt uitgestort op alle vlees, ongeacht overtuiging, volk of godsdienst.
De Geest waait waar zij wil. Zij kan iedereen aanraken. Je hoeft niet aan leerstellige of morele voorwaarden te voldoen.
Daarom was het zo bevrijdend om te ontdekken dat het Hebreeuwse ruach zowel wind als geest betekent. Wat ook geldt voor het Griekse pneuma en het Latijnse spiritus.
Dat ‘waaien’ impliceert onvoorwaardelijke vrijheid en ongekende mogelijkheden.
Wat jammer dat het Pinksterverhaal zo lang verteld werd als geschiedenis. In plaats van als een liefdesgedicht in proza.
Liefdesgedicht
Wat jammer dat het Pinksterverhaal zo lang verteld werd als geschiedenis. In plaats van als een liefdesgedicht in proza. Het wemelt in dat verhaal van zintuiglijke en zinnelijke metaforen: het ruisen van de wind, gedreven ademen, vlammen, opwinding, uitstorten…
De frisheid van het Hooglied klinkt erin door: kom zuidenwind, doorwaai mijn hof. Word dronken van liefde.
Het heeft enige tijd geduurd voor ik zelf bevrijd was van de historiserende lezing, maar toen het eenmaal zover was drong de sprankelende vitaliteit van het verhaal tot me door: dit is een liefdesverhaal. Geloof wordt tot liefde. God is op vrijersvoeten. De Geest is hier een overweldigende minnaar/minnares. Ja, de hele sfeer in het verhaal doet mij denken aan die avond in 1970, toen mijn geliefde mij kussend overrompelde op de dansvloer. En alle keren sindsdien.
Het goddelijke speelt zich af in de aardse liefde.
Zoals Tom Naastepad dicht in dat verrukkelijke lied 679 met zijn meeslepende, stormachtige melodie:
Gij maakt ons vurig dat het bruist
als jonge most.
[…]
Gij wakkert aan en gaat te lijf
en kent geen rust.
Dat is waar Pinksteren over gaat. God als verlangen. Als verlokkende liefde. Als pure lust. Lust om de wereld te versieren en te herscheppen – want dat is wat er met je gebeurt als je bemind wordt, je wordt herschapen.
Focus
Alleen de liefde is bij machte deze tragische, bezeten wereld te herscheppen. Maar het is wel een liefde die je alle hoeken van de kamer laat zien. Die alles vraagt, de volledige focus eist. Die al het andere wat wij belangrijk maken opvreet.
Opnieuw Naastepad:
Gedrevene, uw teugel breekt
geliefde banden stuk
en al wat onontbeerlijk leek
wordt ons ontrukt.
Liefde als een storm waarin je wordt meegenomen met heel je santenkraam aan heilige huisjes.
Het kan dus niet anders of de liefde bevat een stevige dosis (zelf)kritiek, cynisme en woede.
Te mooi?
Op liefdesbetuigingen wordt nogal eens zuinig gereageerd. De omstanders in het Pinksterverhaal serveren het enthousiasme van dat stelletje gekken hoofdschuddend af als ‘te veel zoete wijn gehad’.
Het gloedvolle betoog dat vier karmelietessen vorige week bij Pauw hielden – over hun wijze van leven – werd door de artiest Blaudzun nogal zuur weggezet met de opmerking: het slechtst denkbare alternatief voor leven.
Het blijft de vraag van velen: zijn het geen mooie woorden? Te mooi voor dit leven, deze wereld?
Ik kan alleen maar antwoorden met mijn eigen verhaal:
Precies twee jaar geleden, in de Pinksternacht, werd ik door ziekte geveld. Het was het begin van de ellendigste zomer die ik ooit heb meegemaakt. Inderdaad, alle hoeken van de kamer…
Maar dwars daar doorheen werd mij een dronkenschap van God geschonken zoals ik die ook nooit eerder had ervaren.
Het bestaat.
Wat een prachtig verhaal over Pinksteren en wat een rijke ervaring voor je Wim. Zelf heb ik dit nog niet mogen ervaren. Mijn twijfel is te groot denk ik. Mijn vraag naar het lijden. Blijft onbeantwoord. Waar is de Geest die een IS strijder weerhoudt van zijn gruwelijke daden?
Wat een prachtige column, Wim. Zo mooi heb ik nog nooit het pinksterverhaal gehoord. Gezellige dagen!
Margot
Waar zijn wij zonder liefde?
Diep van binnen ben ik ervan overtuigd, dat liefde in de wereld groeiende is, ondanks de verschrikkelijke berichten.
Liefde verplicht de ander te zien als jezelf
Dank Wim,
Zo heb ik het Pinksterverhaal nog nooit ervaren als in een liefdesgedicht in proza.
Twee jaar geleden Pinksternacht dus jouw hartinfarct,
en door al die ellende heen getuig je nu nog steeds van de dronkenschap van God die je ontving, heel erg mooi…. je bent er nog steeds vol van, en hoe!
Voor mij is het een wonder op zich dat je zo kunt schrijven over het Pinksterfeest terwijl de een na de andere aanslag plaats vindt, hoe bestaat het dat je
daar boven kunt gaan staan…
God is op vrijersvoeten, en de Geest als minnaar of
minnares….
Gonnie.
Dank voor jullie reactie!
Wat de aanslagen en IS etc. betreft: het is inherent aan liefde, hoe stormachtig en vurig ook, dat ze niets af kan dwingen. Ik blijf ervan overtuigd dat in de ellende (de Geest van) de liefde werkt en uiteindelijk vrucht draagt. Het zal vast niet anders kunnen maar wat ik wel weet is dit: elke IS-er die gedood wordt is zaad voor nieuwe, en erger, haat.
liefde kan niets afdwingen, maar liefde “verplicht” mij denk ik wel, dat ik probeer te zien dat elk mens ten diepste naar liefde verlangt, zelfs zonder dat iemand zich dat bewust is.
Mooi geschreven en heel herkenbaar. Doet me denken aan het Bijbelverhaal van het scheepje op het meer wat terecht komt in een storm. Als de paniek op zijn hoogtepunt is wordt Jezus, de liefde gewekt en stilt de storm. Voor mij een prachtige metafoor voor wat er nu met de wereld aan de hand is. De liefde slaapt, maar door de zware storm, de steeds heftiger wordende gebeurtenissen, die een ondergang lijken aan te dienen, wordt de liefde juist gewekt. De liefde stilt de storm en brengt het water, wat een metafoor is voor de tijd, tot rust.