Wat zijn de taken die de meeste predikanten in traditionele kerken vervullen? Predikanten kunnen daar vaak schimmig over doen, maar laten we uitgaan van de taken die horen bij de core business van kerk zijn volgens veel traditionele theologen: leren, vieren, dienen en gemeenschap beoefenen.
Leren
Een geloofsgemeenschap is een lerende gemeenschap. Op het gebied van spiritualiteit en wijsheid kunnen de gelovigen van elkaar leren. Natuurlijk ook van een voorganger, maar dat hoeft niet echt. Voor een mooie cursus kun je altijd iemand inhuren, sprekers genoeg. Voor de religieuze opvoeding van kinderen of de begeleiding daarvan is meestal al een groep leden in de geloofsgemeenschap verantwoordelijk, het is maar zelden dat de predikant zich daarmee bemoeit.
Vieren
Vieren hoort bij het voorgaan van predikanten in de rituelen en symbolen van de traditie van de geloofsgemeenschap. Ritueel begeleiders doen goede zaken in onze samenleving, met huwelijken, begrafenissen en zelf initiatieriten. Vieren in een geloofsgemeenschap is net iets anders, we zouden het communicatie met het heilige kunnen noemen. Wat er heilig is, dat onderzoekt men tegenwoordig graag zelf. En wat heilig is, doen we ook graag zelf. Mensen delen graag met elkaar de maaltijd, in een kring of buiten in stilte. Uitleg van de schrift? We luisteren tegenwoordig toch het liefst naar ervaringen van anderen. Schriftgeleerden worden daarmee al gauw buitenspel gezet. Moet je nu preken of een verhaal vertellen? De preken zijn steeds meer persoonlijke verhalen, dat zou je toch heel goed aan leden zelf kunnen overlaten? Kortom, vieringen in een kleine groep en ondersteun mensen toch vooral om dat met elkaar te organiseren.
Dienen
Stel dat we het pastoraat tot het dienen rekenen, het zorgen voor elkaar en voor de wereld. Hoe doe je dat als de groep kleiner wordt? Is het niet vreemd dat er voor een groep van 30 leden een part-time pastor wordt aangesteld? Kunnen we niet pastoraal naar elkaar omkijken? Is een predikant in zo’n situatie ook niet gauw een ‘excuus truus’, om maar niet voor elkaar te zorgen? Geloofsgemeenschappen bestaan niet uit zielige oudjes die bezocht moeten worden. Tijd van de verwennerij is voorbij, kijk om naar elkaar.
Als je mensen de gelegenheid geeft, komt er ook een betere verdeling, meer pluriformiteit in de leiding van de gemeenschappen, man en vrouw-rollen, jong en oud. Er zijn talenten te over als je mensen in de gelegenheid stelt. Het is misschien niet altijd ideaal, maar de huidige situatie is ook vreemd en buiten de realiteit van onze samenleving.
Met vele voorgangers?
In heel veel landen is predikant zijn vrijwilligerswerk, het is een functie naast je gewone beroep. Mensen hebben een vak geleerd waarvan zij kunnen leven. Daarnaast vervullen ze verschillende taken in de kerkelijke gemeenschap. Het Apostolisch Genootschap in Nederland werkt bijvoorbeeld zo. Maar ook twee bevriende predikanten van mij in Namibië en in India zijn voorganger naast hun gewone werk. De kloof tussen de predikanten en de anderen in de kerk is minder groot. Predikantschap of voorgangerschap heeft aanzien, omdat je het naast je werk doet en er veel voor over hebt. Tentmaking ministry, zoals het werk beschreven wordt dat de apostel Paulus in de bijbel doet, is een opvatting over de uitoefening van het beroep van predikant. Het combineren van tenten maken en voorganger zijn heeft echt zijn voordelen, maar het vraagt ook om een andere opleiding.
Vrijwilligers
Er zijn naast filosofen nog steeds theologen nodig om in deze samenleving religie te duiden en te stimuleren. Er is steeds meer de roep om predikanten op te leiden tot managers of communicatie experts. Waar zijn we dan mee bezig? Andere tijden vragen om andere leiding. Predikanten gaan opleiden als managers van grote groepen vrijwilligers? Of communicatie experts van ze maken? Train liever vrijwilligers om het samen te doen. Terug naar de basis, samen een verantwoordelijke gemeenschap zijn die samen leert, viert en actief is in de samenleving. Breng een gemeenschap weer opnieuw bij elkaar, verdeel de taken en rust mensen toe.
Kortom, zet je in op het trainen van vrijwilligers, daar zijn vrijwilligers ook weer bij gebaat. Geen enkele vrijwilliger is overigens zo gek dit 20 jaar naast zijn of haar werk te doen. 4 jaar en maximaal een verlenging van nog eens vier jaar, dan is er weer een ander aan de beurt.
Haal het beeld van de kerk waarin ouderen verzorgd moeten worden door een predikant van het toneel. Kijk naar de toekomst, sorteer voor op een gemeenschap van jongeren en ouderen, deze gemeenschap zal in de huidige tijd niet groot zijn. Dat hoeft ook niet, maar het kan wel dynamisch zijn. Kortom, beoefen gemeenschap!
Bovenstaand artikel werd eerder geplaatst op Vrijzinnig.nl.
Maar dit verhaal hoor ik al vanaf mijn studietijd en ik ben 62….
Het klinkt heel mondig en zo. Maar ik zie geen kerk die zo functioneert. Ik zie juist een behoefte aan geestelijk leiderschap wat dat ook moge zijn. En ik zie wel dat de theologie als studie steeds minder diep en breed lijkt te zijn geworden. Als het waar is dat de tijd van de dominee voorbij is , dan is ook de tijd van de klassieke kerk voorbij. Het intellectuee debat wordt trouwens al lang elders gevoerd vrees ik.
Voor de vrijzinnigheid vind ik het een merkwaardige visie als te gaat om de intellectuele verbondenheid van kerk en wereld. Misschien speelt de gereformeerde afkomst van ds Houweling in dit alles een rol? Enfin, volgens mij is het verhaal een mix van idealisme t.a.v. De koinonia en boosheid over die ouwe kerkstructuren. Maar haar plaatje klopt alleen als we de kerk en het christelijke geloof aan de grilligheden van de tijd overleveren. Het lijkt heel royaal en ruim, maar het is in feite het neerzetten van de erfenis bij het grof vuil, omdat een mens ook wel eens wat anders wil. Het doet me ook ng denken aan Kuitert in zijn laatste stadia als theoloog. Beetje jammer. Ik moet overigens bescheiden zijn, want ik leef al vele jaren in een geestelijk reservaat waar de theologie dun gezaaid is en ik met met kerkpolitieke zaken al helemaal niet bezig ben. Maar misschien juist daarom zou ik Barth en Miskotte en de kerk als dragend instituut niet graag missen.
Interessant gedachtenexperiment. Maar toch geloof ik dat je goed opgeleide voorgangers nodig hebt waarvan je mag verwachten dat ze de Bijbel en de theologie bestudeerd hebben. Als je haar recept in de praktijk brengt, is de kerk nog sneller verdwenen dan ze nu al dreigt te doen. Voor het pastorale deel zoals ouderenbezoek moet ik haar wel enigszins gelijk geven. Waarom moet een dominee dat doen? Daar zijn de pastorale ouderlingen en de diakenen voor. Je zou misschien wel wat vaker een gemeentelid kunnen laten voorgaan, op voorwaarde dat hij of zij over voldoende intellectuele bagage beschikt. De geschiedenis van de vroege Reformatie leeft dat geschoolde voorgangers noodzakelijk waren. Verder laat het stuk de rol van de organisatie van de kerk onbelicht: zoals kerkenraden, classes en synodes.
Als er geen uitleg van de schrift meer is, maar er in plaats daarvan persoonlijke verhalen en ervaringen worden gedeeld, kan ik er gedeeltelijk in komen. Maar is de voorganger er juist niet voor om de schrift uit te leggen? Het punt we het liefst naar ervaringen van anderen luisteren geeft ook wel te denken. Ik luister ook graag naar ervaringen van anderen, maar daar kom ik niet voor in de kerk. Daar hebben we trouwens ook geen kerkviering voor nodig.
Reagerend op de 1e reactie bij dit artikel:
Zoals de auteur aangeeft is het Apostolisch Genootschap een kerkelijke gemeenschap die wel degelijk zo werkt! Als actief lid van dit genootschap heb ik hier enige ervaring mee.
Er is een voorganger die eindverantwoordelijk is voor de gemeente, hij is vrijwilliger, net als een kleine kring van eerste hulpen om hem heen die samen zorgen voor het pastorale werk en aandacht voor de gemeente.
Iedereen met een pastorale taak wordt ondersteund vanuit de landelijke organisatie met leerprogramma’s en workshops. Dit programma wordt regelmatig aangepast en uitgebreid, om het weer aan te passen aan de actualiteit. Ook is er (wekelijkse) ondersteuning bij het uitleggen van de boodschap op zondagmorgen.
Daarnaast is het zo dat we er in de gemeente er ook voor elkaar zijn, zoals in het artikel wordt aangegeven. Samen zijn we verantwoordelijk voor de gemeente.
“Geen enkele vrijwilliger is overigens zo gek dit 20 jaar naast zijn of haar werk te doen”. Behalve de dominee dan!
Beste Wies, Met belangstelling heb ik je artikel gelezen. Ik hoef jou er natuurlijk niet op te wijzen dat genoemde visie sterk samenhangt met een aantal niet-uitgesproken vooronderstellingen. Het lijkt me van belang deze te expliciteren. Dan kan een ieder jouw betoog op z’n merites beoordelen. Wanneer ik alleen al wijs op de betekenis die de Schriften binnen (hopelijk de meeste) Christelijke gemeente(n) innemen dan zien we grote verschillen per gemeente. Soms maak ik diensten mee waarin de voorganger niet doet waarvoor hij jaren heeft gestudeerd: woordverkondiging door middel van exegese in het besef dat hij/zij niet de eerste is die zoiets doet, maar waaruit o.a. duidelijk wordt dat het hier gaat over zaken die in geen mensenhart zijn opgekomen en die geactualiseerd dienen te worden; dat wij in niet in die kerk zitten op eigen gezag maar als ( bijeen)geroepenen. Ik wil hier niet de betweter uithangen maar aangeven dat ik mijn (groot)ouders, al die predikanten en leraren dankbaar ben zoveel “teerkost voor onderweg te hebben” meegekregen. Die heb ik -zo leert mijn ervaring- hard nodig gehad. (natuurlijk zijn gespreks- en studiegroepen in de kerk ook nodig. Hiervoor kun je -en dat gebeurt ook- allerlei mensen uitnodigen.
Een hartelijke groet, Hans Keesmaat
Nu weet ik zeker dat mijn voorkeur uitgaat naar een bijbelgetrouwe gemeente,
Vrij Evangelische bijvoorbeeld , en zeker niet naar het vrijzinnige gedoe van de Apostolischen
jelle
Wat een menselijk gedachte-experiment is dit. M.b.t. deeltijd en de betaling van predikanten kan ik me er we in vinden. Maar verder vind ik er veel menselijk geneuzel in staan
Een mondige uiting van een mondig mens. Want dat zijn we toch allemaal. Of dat behoren we te zijn. Maar wat als dit niet zo is? Er zijn in deze samenleving in toenemende mate mensen, waarvoor dit niet meer het geval is. Of die er achter komen, dat hun mondigheid er opeens niet meer toe doet. De plekken, waar je dan naar toe wordt gestuurd, worden in toenemende mate bevolkt door mondige mensen, die er vanuit gaan dat jij ook mondig hoort te zijn. Of juist niet, want dat is onhandig. We hebben immers met elkaar regels opgesteld, of volgen die. Ook in de kerk.
Dat vraagt om mensen, die volledig anders denken, in alle geledingen van de maatschappij. Maar ook om vindbare plekken, waar zowel die mondigheid als de regels wat minder de hoofdrol mogen spelen. Maar waar mensen wel een beroep kunnen doen op de deskundigheid van mensen, die even bereid kunnen zijn hun eigen mondigheid achter zich te laten. Arm te kunnen zijn, met degenen onder ons, die arm zijn. Juist ook in de kerken.
Ik hoop in september op latere leeftijd theologie te gaan studeren. En er bestaat een goede kans, dat het mij geen andere baan meer gaat opleveren. Want zo zit de maatschappij in elkaar. Maar ik zie die studie niet als iets, dat mij gaat volgieten met kennis en methoden. Eerder als een vorm van uitwisseling. Ze kunnen daar namelijk ook iets van mij leren. En met de resultaten van die uitwisseling zal ik in ieder geval een behoorlijk goed opgeleide vrijwilliger zijn op de plekken, waar ik mij bevind. En waar het meer dan ooit nodig is. Dat heet roeping.
Jezus werkte en predikte op straat. Maar hij ging ook naar de tempel. Er is iets in geïnstitutionaliseerd vrijwilligerswerk, dat mensen begrenst. Er zijn ook andere vormen van vrijwilligerswerk, die eerder een soort golfbeweging vormen. Omdat ze worden gedragen door de mensen, die er op dat moment zijn. Ze kunnen ook weer verdwijnen of opgeslokt worden als ze succesvol zijn. Het christendom zelf is daar een heel mooi voorbeeld van.
Laat de kerk, de tempel, gewoon een stabiele factor blijven. We hoeven het niet altijd met alles eens te zijn, dat daar wordt gezegd. We mogen ook best een beetje aan onszelf laten schuren. Daar worden we betere mensen van, die sterker in hun eigen geloof komen te staan.