Als tegenwicht presenteert hij ‘drie spirituele lessen’ die hij ontleent aan Simone Weil (1909 – 1943). De Lange koestert een fascinatie voor deze filosofe en weet dat in dit helder geschreven essay goed over te brengen. Afkomstig uit een agnostisch joods milieu koos zij voor een mystieke vorm van katholicisme. Pas na haar dood, mede veroorzaakt door de strenge leefwijze die ze zichzelf oplegde, werd Weil bekend door de uitgave van haar gedachten. Titels als Zwaartekracht en genade, en Wachten op God, typeren haar spiritualiteit. De Lange: “Licht leven was voor haar: de zwaarte van het leven ondergaan als een bewijs van de liefde van God” (p. 22).

De drie lessen die De Lange aan Weil ontleent zijn: – het ontwikkelen van een kosmisch gevoel voor verhoudingen; – aandacht geven aan wat het leven zwaar maakt; en – het aanvaarden van die zwaarte.

Bij de eerste komen we in de buurt van de opvatting van de oude Grieken dat de werkelijkheid zich gedraagt naar wetten waar de mens geen invloed op uit kan oefenen. Voor de Grieken is dat het noodlot, Weil noemt het de nécessité. Vrijheid is een illusie. De dingen gaan zoals ze moeten gaan. Je kunt je daar maar het beste aan overgeven, naar het klassieke inzicht dat wie zich niet door het lot laat leiden, er door voortgesleept wordt.

De tweede les borduurt hierop voort op en roept ons op aandacht te geven aan de nécessité. Aandacht is een geladen begrip bij Weil, met een spirituele ondertoon. “Aandacht is een soort actieve passiviteit, een ontspannen inspanning. Om de waarheid in te zien moet je geduldig willen afwachten, heel nederig zijn voor de waarheid. De attention is ook een attente. Je wist daarbij je eigenbelang tijdelijk uit. Je bestaat zelf even niet” (p. 48).

Zweven

Dit afzien van jezelf, leidt tot de derde, moeilijkste, spirituele les, namelijk om je aan de noodwendigheid over te geven. “Het meeste en hoogste waar je van kunt houden is de werkelijkheid in haar geheel. Wie van ‘het’ leven houdt, zegt ja tegen alles. Je aanvaardt het zoals het is. Je stemt vrij in met wat blijkbaar gebeuren moest en moet. Je ondergaat het dan ook niet meer lijdzaam of onverschillig, maar je omhelst het als een gave van God” (p. 53).

Ook bewonderaar De Lange moet even slikken bij zoveel lijdzaamheid, maar omarmt desondanks het strenge mysticisme van Weil. “Dit type down-to-earth-spiritualiteit bewaart me voor zweverij en laat me toch lichter leven. Zij sterkt me in de overtuiging dat het christelijk geloof geen verlossingsreligie is, maar wel hoop biedt” (p 70v).

Je vraagt je dan wel af waaruit die hoop bestaat. Voor Weil rest de gelovige niets anders dan het aanvaarden van het noodwendige. Daar kan iets groots in schuilen, in grieks-heroïsche zin. Maar dat is iets anders dan de joods-christelijke traditie van hoop, waarin de mens mede verantwoordelijkheid draagt voor recht en vrede en opgeroepen wordt tot verzet tegen alles wat dat weerspreekt.

Het is goed als zwevers weer met beide benen op de grond worden gezet (p. 71). Maar uiteindelijk blijkt het er niet om te gaan stevig te staan, maar om met Weil (en Etty Hillesum) gedwee te knielen voor God (p. 75). Als dat het tegengewicht moet zijn om de hyperindividuele zinzoeker in evenwicht te brengen, ben ik bang dat moderne spirituelen daar eerder onder verpletterd raken. Wie niet?

Klik hier voor boekgegevens/om het boek te bestellen. Klik hier voor een interview met De Lange.

bert altena 2024 – kopie

Bert Altena

Predikant

Bert Altena (1963) is als predikant werkzaam in de Protestantse Gemeente Oost-Groningen. Hij promoveerde in de theologie en geeft …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.