Natuurlijk verscheen Jezus niet: ‘Ik zat in alle vroegte op de keukentafel naar het oosten te kijken waar het eerste licht de nieuwe dag aankondigde. Een schitterende zonsopgang maakte me intens blij. Het was zo mooi dat Jezus hier wel bij verschijnen móest. Na verloop van tijd maakte m’n opgewonden blije gevoel echter plaats voor twijfel die uiteindelijk overging in teleurstelling. Want hoe prachtig het ook allemaal was, Jezus verscheen niet’.
In dit begin ligt het plot voor de rest van het boek besloten. Het geloof waar Van de Glind mee opgroeide negeert de bijna mystieke schoonheid van onze aardse werkelijkheid, omdat het ware heil hier niet gevonden kan worden. In veel christelijk geloof bestaat het heil in het verlost worden van deze materiële werkelijkheid waarin we ons bevinden. Van de Glind beschrijft beeldend hoe hij het zelf heeft ervaren: ‘Een kind doet zijn best het hoofd boven water te houden om te ademen, het ziet hoe mooi de wereld en het leven is en wil daarvan vertellen maar keer op keer wordt het teruggeduwd, het verstikkende water in – en dat in de naam van God. De verlossing is precies het tegenovergestelde gaan betekenen van wat zij is’.
‘Maar wat als “de andere wereld waar wij voor gemaakt zijn” geen plek is ergens buiten ons waar we vroeg of laat misschien aan kunnen komen?’, vraagt Van de Glind zich vervolgens af. ‘Wat als deze plek in en onder ons is als het geheim van ons leven dat er altijd is en dat ons ieder ogenblik uitnodigt te vertrouwen op de liefde en ons aanmoedigt waarachtig mens te zijn? Wat als Jezus ons vertrouwd wilde maken met dát perspectief toen hij zei: “Het Koninkrijk van God is onder u”?’
Het wereld-verzakende geloof komt volgens Van de Glind voort uit angst voor het leven en uit minderwaardigheidsgevoelens. En dat is ongewenst en ongezond. In plaats daarvan zouden gelovigen hun geloof moeten ontwikkelen tot een volwassen vorm van geloven waarin geloven en denken samengaan. Een gezond geloof gaat samen met een gezond mensbeeld: een beeld van de mens die hier en nu thuis is in de kosmos. Want: ‘Een negatief mensbeeld duwt de mens terug in het stof en brengt logischerwijs een autoritaire godsdienst met zich mee, gebaseerd op angst en straf. Een positief mensbeeld nodigt de mens uit zijn waarachtig menselijk potentieel te verwezenlijken en het geloof dat hierbij past is dan ook humaniserend, gericht op transformatie, groei en ontwikkeling, het gaat uit van vertrouwen in de mens en zijn mogelijkheden’.

De beweging die Van de Glind dus voor zich ziet is er een van angst naar vertrouwen en compassie. Volgens Van de Glind bevindt onze waarachtige menselijkheid ‘zich niet buiten ons maar in ons, in ons hart, in onze ziel’. Die ziel is geen afzonderlijke substantie maar is ‘een aanduiding voor het wonder van ons bestaan, voor het wezen van onze menselijkheid’. Ons wezen is ‘open en grenzeloos’, wij zijn ‘organisch verbonden (…) met het grote geheel van het universum’. Het mensbeeld van Van de Glind is gebaseerd op een ‘diepe verbondenheid waarin niet aan te geven is waar precies mijn ziel ophoudt en waar oneindige liefde mij draagt’.
Die verbondenheid geldt bovendien ook voor andere mensen, want: ‘Alleen wanneer we elkaar als medemensen willen aanvaarden en ontmoeten, is er een zinvolle toekomst mogelijk voor ons en onze kinderen en voor ons huis dat we aarde noemen’.
Religies zouden ‘oefenplaatsen voor onze menselijkheid’ moeten zijn: ‘Wanneer een religie of godsdienst in deze zin humaniserend is, helpt ze om de weg terug te vinden naar onze ziel, helpt ze om te overwinnen en los te laten wat ons frustreert en belemmert, helpt ze ons in onze kracht te gaan staan en het leven in vertrouwen en goedheid te leven’. Het moet in religie niet gaan om visies van daar en dan, maar om een stevig gewortelde blik op de verlangens en noden van het hier en nu.
Hoe kunnen we ruimte scheppen voor religie als oefenplaats van menselijkheid? Voor Van de Glind zullen er vier aspecten aan de orde moeten komen. Allereerst zal afstand genomen moeten worden van waarheidsclaims, maar met name het idee dat het christelijk geloof het enige ware geloof is. Ten tweede zal het pessimistische mensbeeld van het christelijk geloof moeten worden ingewisseld voor een mensbeeld gebaseerd op vertrouwen en compassie. Ten derde zal opnieuw moeten worden nagedacht over de betekenis van Jezus Christus. En ten vierde zal het idee dat geloof boven wetenschap staat moeten worden opgegeven. In dit boek gaat het vooral om de verhouding tussen geloven en denken, de andere drie aspecten zullen elders verkend moeten worden.
Van de Glind schreef een inspirerend boek dat ik in deze recensie amper recht kan doen. Het maakt nieuwsgierig naar zijn andere boeken. Van de Glind schrijft zeer goed, gestructureerd, helder, analytisch, beeldend, persoonlijk. Het is een boek dat erg kritisch is ten aanzien van de christelijke traditie, maar met een positief-constructieve intentie. Van de Glind is de rancune voorbij. Hij heeft geloof beleefd zoals het níet moet, maar hij heeft ook iets geproefd van hoe het wél kan. En dat laatste, dáár wil hij zijn energie in steken.
Het enige echte bezwaar op dit boek dat ik kan bedenken, is dat de essays – want in feite is het boek een systematisch opgebouwde bundeling van essays – soms wat overlap vertonen. Van de Glind schrijft cirkelend en verkennend, maar daarbij herhaalt hij zich nogal eens, en ik had tegen het einde van dit 240-pagina’s tellende boek het idee dat sommige stukken misschien wel wat bondiger hadden gekund.
Niettemin is dit een prachtig boek, om te lezen en om te herlezen. Want ik merk dat terwijl ik het boek al schrijvend opnieuw doorblader, me weer andere paragrafen en zaken opvallen. Het is misschien geen revolutionair boek dat bruist van nieuwe inzichten. Maar het is vooral een boek vol wijsheid, dat inspireert en warm maakt, dat positieve energie en vertrouwen uitstraalt en tot compassie wil aanzetten. Een boek dat onze samenleving wat menselijker wil maken. En dat is hard nodig in een tijd waarin cynisme en angst net zo alomtegenwoordig zijn als de lucht die we ademen.
Voor boekgegevens en andere informatie over het boek: klik hier.
Bij het boek hoort een Werkplaats met aanvullingen en vragen voor verdieping en gesprek: http://www.dirkvandeglind.nl/volwassen-geloven-en-denken-1-15.html.
Afgaand op de recensie is dit het antwoord op vormen van ‘christelijk geloof’ dat mensen als Trump legitimatie verlenen om in het midden-oosten de zaak op scherp te zetten door bijvoorbeeld te besluiten Jeruzalem als hoofdstad van de staat Israel te erkennen. Wordt het geen tijd dat wij theologen en christelijke leiders deze vormen van ‘christelijk geloof’ te confronteren en tot de orde te roepen?
Jeruzalem is al meer dan 3000 jr een heilige stad voor de Joden, en ca 1300 jr voor de Moslims (al wordt de stad niet ene keer genoemd in de Koran). Logisch dus dat dat de echte hoofdstad wordt van die 2 religies, opgesplitst in een West (Israel) en een Oost (Palestina). Uitwijken om diplomatieke redenen naar een badplaats is gewoon wegkijken. De knuppel is eindelijk eens in het hoenderhok geworpen.
Op dit moment ben ik gevorderd tot ongeveer de helft van het boek.
Ik vind het prettig leesbaar.
Het is geen doorlopend verhaal, maar geeft wel een duidelijke visie.
Dogmatiek is bepaald niet Dirks ding. Geloven is een pad. Als je beseft dat “het hart” verdwenen is uit het pad dat je volgt, is het tijd je koers te wijzigen en een nieuw intrigerend spoor te kiezen.
Grappig vind ik dat Dirk mensen indeelt in “denkers, gelovers en gelovigen”.
Er worden citaten van dichters en schrijvers gebruikt om zijn eigen woorden te verduidelijken.
Jammer genoeg ben ik nog niet iets tegen gekomen dat echt nieuw voor me is, maar ik kan me wel volledig vinden in Dirks woorden.
Dirk schrijft helder en zeer toegankelijk. Ik ga zijn boek kopen. Ik ben wel volwassen maar ik schaar me onder decgelovers.