Tak-o-Tanha, eenzaam en alleen, dat is de vijfjarige Ayda. Zij woont in Duitsland. Haar ouders komen uit Iran. Ze wil graag vriendjes worden met Lisa en Paul, met wie ze op de kleuterschool zit, maar die laten Ayda aan haar lot over als ze gaan fietsen. Terwijl Ayda al kan fietsen, zonder zijwieltjes! En ze speelt al lang niet meer met blokjes, zoals andere peuters. Dus besluit Ayda op een dag om dan maar alleen te gaan fietsen. Niet helemaal alleen. Samen met haar vriendjes grote Beer en kleine Nijntje. Ayda gaat met haar twee knuffels naar het circus, naar school en zelfs op vakantie. Steeds weer worden die drie echter geconfronteerd met vooroordelen: kinderen en volwassenen zijn bang voor de beer, en bijna niemand neemt het konijntje serieus. De twee speelgoeddieren helpen Ayda haar eenzaamheid te overwinnen en daarmee voor zichzelf op te komen in het leven.
Navid Kermani uit: ‘Ayda, Bär und Hase’
Navid Kermani vertelt niet alleen over de vriendschap en het vertrouwen van zijn eerste kind, maar ook over papa’s liefde voor FC Köln, tolerantie en het vreedzaam samenleven van verschillende culturen. Liefdevol beschrijft hij het pad van Ayda, die toch vrienden krijgt. Haar avonturen gaan richting een leven dat niet perfect is, maar ‘mooi tot aan de hemel’.
In 2006 schreef Navid Kermani het kinderboek Ayda, Bär und Hase. De onbevangenheid van zijn dochtertje, die zich met haar knuffelvrienden een weg naar samenleven baant, lijkt die van hem zelf. Steeds als je iets van hem leest lijkt het alsof hij zegt: ‘nu allemaal even de tijd gelijk zetten en dan beginnen we!’
Kermani’s literaire blik
Zijn naam Kermani spreek je in het Perzisch uit als Djermani. Dit betekent ‘de Germaan’. Misschien is het zijn identiteitskeuze. Hij begon zijn schrijverscarrière op vijftien jarige leeftijd als een lokaal verslaggever voor Westfälische Rundschau. Als student publiceerde hij in een aantal Duitse landelijke kranten. Van 1996 tot 2000 schreef hij regelmatig feuilletons voor de Frankfurter Algemeine Zeitung. Hij studeerde filosofie, Midden-Oosten studies en drama in Keulen, Caïro en Bonn. Hij heeft een dubbele nationaliteit, maar werd geboren in Duitsland, als vierde zoon van een vrome Iraanse arts. Hij is getrouwd met de moslimgeleerde Katajun Amirpur, heeft twee kinderen en woont in Keulen.
Kermani promoveerde op het proefschrift Gott ist schön. Das ästhetische Erleben des Koran uit 1999 van C. H. Beck. Later is zijn werk in het Engels gepubliceerd als God Is Beautiful: The Aesthetic Experience of the Quran. Hij zegt hierin onder meer: “Zoals de gereedschappen en methoden van literaire studies voor het ontleden van gedichten worden gebruikt, zo dienen ze op de Koran te worden toegepast, want met de huidige Koranvertalingen komen we er niet. De belangrijkste Korandeskundigen in veertien eeuwen islam hebben gewezen op de literaire kwaliteiten van de Koran die door dogmatici en letterknechten onderuit worden gehaald. De schoonheid van de Korantekst geeft meteen al meer vrijheid van interpretatie.”
Lessen van Nasr Abu Zayd
In Openbaring als Communicatie, het concept Wahy in Nasr Abu Zayd’s Mafhum an-nass [1] geeft Kermani inzicht in drie opdrachten die Nasr Abu Zayd ons heeft nagelaten.
– Het in kaart brengen van de verschillende interpretaties en historische achtergronden van de op zichzelf staande Korantekst, van de eerste dagen van de Islam tot vandaag;
– Het laten zien van de uitlegkundige diversiteit (al-ta ‘addud alta ‘wili), die binnen de islamitische traditie bestaat;
– Aantonen hoe deze diversiteit in de loop van de geschiedenis van de Islam steeds meer is genegeerd.
De tekst van de Koran veranderde vanaf het allereerste moment van goddelijke tekst (nass ilahi), naar begrijpelijke menselijke tekst (nass insani), omdat het veranderde van openbaring in interpretatie (li-annahu tahawwala min al-tanzil ila al-ta’wil).
Het profetische verstaan van de tekst is een van de eerste fasen van de beweging die voortkomt uit de verbinding van de tekst met het menselijk intellect. Daarmee zitten we middenin het erfgoed van Abu Zayd. Toen in het Tropeninstituut zijn verjaardag werd gevierd grapte hij dat men hem vaak in plaats van Nasr Abu Zayd, Nass Abu Zayd noemde, vanwege zijn stokpaardje ‘Nass’, pure Korantekst, die steeds naar plaats en tijd opnieuw dient te worden geïnterpreteerd.
Abu Zayd zei daar uiteindelijk kernachtig over: ‘Waar het religieuze denken de zender van de teksten – God – tot kern en beginpunt van zijn redeneringen maakt, daar maken wij de ontvanger – de mens – met alles wat hem in zijn historische en sociale werkelijkheid omgeeft, tot referentiepunt.’ Weer zo’n moment waarop we onze klokjes gelijk mogen zetten en onbevangen een gedeeld humanum mogen binnengaan.
Politieke clichés
Terecht wijst Kermani erop dat de verwarring over ‘de Islam’ bij journalisten en islamologen mede voortkomt uit het feit dat in de moslimwereld zowel regeringsleiders, als aan overheden gelieerde instituten, als theologische scholen, als tegen de staat rebellerende groeperingen zich allemaal op ‘de Islam’ beroepen. Ieder van die organisaties streeft naar uniformiteit en onderdrukt op zijn manier andersdenkenden.
De grote meerderheid van de moslims verwerpt terreur, geweld en onderdrukking. Navid Kermani reist door grote delen van de moslimwereld die voortdurend in het nieuws zijn en hij spreekt er met vele mensen. Zo kan hij uit eerste hand berichten over de lijdensweg van de grote zwijgende meerderheid, die soms evenzeer te wijten is aan terreurorganisaties als aan overheden. Zijn romans en essays, maar vooral zijn reportages over conflictgebieden, staan ver van alle politieke clichés af. Hij laat in een boeiende stijl zien hoezeer hij staat voor de waardigheid van het individu en respect heeft voor de verschillende culturen en religies. Hij laat zien hoezeer hij een open Europese samenleving nastreeft, en hoezeer hij strijdt voor de bescherming van vluchtelingen.
Kermani’s kritiek
Zijn kritiek op een van de meest herhaalde kreten van zowel seculiere- als moslimfundamentalisten is weer zo’n moment waarop we de tijd opnieuw mogen starten. Het gaat om de kreet: ‘De Islam gaat terug naar z’n traditie’. Nee, de meeste moslims verloochenen hun traditie. Nihilistische vernietigingsdrang is geen moslimtraditie. Slechts een handvol moslimgeleerden tonen de dynamische houding waarop de verbreiding van de Islam zich baseert: een open onbevangen ontmoeting tussen moslims en andersdenkenden en andersgelovigen. Stel je eens voor dat al die vernietigingsenergie van IS was ingezet om een bijdrage te leveren aan economische en ecologische rechtvaardigheid voor de mensheid!
De wereld en haar bewoners opdelen in gelovigen en ongelovigen, hun handelingen uitsluitend definiëren als wat is toegestaan en wat is verboden, het verwerpen van elke religie en cultuur en deze tot ongeloof verklaren, behalve die van jou, is bij elkaar opgeteld een pathologisch verschijnsel. Het wordt vanzelfsprekend door het weldenkende deel van de wereldbevolking veroordeeld. Dat het religieus fascisme, zoals dat van de IS, überhaupt denkbaar is, aanhang krijgt en in staat is om steden en strategische posities te veroveren, ‘is niet het begin, maar het einde van een langdurige periode van aftakeling.’
Daarmee bedoelt Navid Kermani vooral de aftakeling van religieus geïnspireerd leiderschap. Het stellen van een dergelijke heldere analyse zou een taak van de zogenaamde leiders van de moslimgemeenschap in Europa moeten zijn, maar die laten ze liggen. Nu is het een taak van de moslimintellectuelen, die uit de ivoren torens van hun universitaire status durven te komen, en zo hun betrokkenheid tonen.
[1] Offenbarung als Kommunikation: Das Konzept wahy in Nasr Hamid Abu Zaids Mafhum an-nass, Frankfurt et al. 1996 (Peter Lang).