Door: Nawzad Jemal

Wanneer je het over tolerantie en Verlichting binnen de islamitische traditie hebt, hoor je onderscheid te maken tussen de islam als religie – geloof, tekst en regels – en de wereld van moslims. Want zo vermijd je allerlei misverstanden en vooroordelen. Daarnaast is het belangrijk om in het oog te houden dat je het begrip tolerantie op twee manieren kunt begrijpen. Als het tolereren van ‘andere anderen’, een ander geloof. En als tolerantie ten opzichte van ‘eigen anderen’, dat wil zeggen: andere stromingen binnen de islam.

Een bekende hypothese is dat de islam als religie niet tolerant is, omdat ze geen Verlichting gekend heeft. En dat daarom de islamitische wereld geen vrije en open cultuur heeft. Maar je kunt ook anders redeneren. Islam en moslims kennen – vormen van – tolerantie en hebben wel degelijk een periode van Verlichting meegemaakt. En om het geheel nog complexer te maken. Er zijn ook islamitische denkers die het gebruik van bepaalde concepten zoals Verlichting, Tolerantie en de Ratio voor de islam niet relevant vinden. Volgens hen kent de islamitische wereld een andere historie dan de westerse, joods-christelijke wereld en daarom ook eigen begrippen.

Grofweg kun je binnen de islamitische traditie onverdraagzame én verdraagzame stromingen onderscheiden. Een voorbeeld van intolerantie zijn de opvattingen van Al Amya – Arabisch voor gemeenschap of volk – dat een sterk vereenvoudigde manier van geloven en denken voorstaat. Een andere intolerante beweging is het salafistische Al Nas voor wie de letterlijke tekst van het heilige boek onschendbaar en rationele interpretatie ontoelaatbaar is. Deze stroming had het in de geschiedenis voornamelijk voor het zeggen en overheerste zowel de politiek als het publieke geloof. Andere obstakels voor een vrije manier van geloven waren de politieke richtlijnen van de machthebber, de sultan-kalief.

Maar er waren ook vormen van Verlichting die lijnrecht tegenover het orthodoxe gedachtegoed stonden, zoals de beweging rondom de kalief in Bagdad Al Ma’mun (786-833). Hij stimuleerde allerlei vormen van kennis en wetenschap en stichtte Al Bait u Alhikma, het huis van wijsheid. Dit centrum vertaalde uiteenlopende Latijnse teksten naar het Arabisch. Ook de vernieuwingsbeweging Al Tajdid probeerde de heilige tekst vrijer te interpreteren. Ze deden een reformistische poging onder de naam Al Ijtihad. De theologische en retorische discussies tussen veel islamitische scholen waren een ijsbreker rondom thema’s als de omschrijving van God, de profeet en de Koran. Dit leidde tot het ontstaan van Al Kalam – theologische kennis – en de filosofie.

Een ander voorbeeld zijn de gematigde soefi-bewegingen. De soefi’s gebruikten een mysterieuze taal vol symbolen. In hun denken is de relatie tussen mens en God gebaseerd op liefde, en ook in de relatie met medemensen staan liefde en tolerantie centraal. Voor hen ging God over ‘waarheid’ in transcendente zin en niet over de publieke waarheid die zich openbaart in de dagelijkse realiteit. De Madrasa Al Ishraq – School de Verlichting – is hiervan een voorbeeld met namen als de Perzische denker Soehrawardi, dichters Roemi, Hafiz en Omar Khyam, de geëmancipeerde mystica Rabia van Basra en vele anderen. Zij hadden allemaal een spirituele levensbeschouwing en pleitten voor verdraagzaamheid.

En dan is er nog de Islam Al mu’tadil, een scholastische benadering van de islam die zich rationeel en redelijk noemt. Ze geloven in de dialoog en halen uit het soefisme voorbeelden van verdraagzaamheid. In deze traditie gaat de essentie van de Verlichting over de openbaring van het goddelijke, in plaats van de westerse ‘onttovering van de wereld’. Tenslotte ontwikkelde de Koerdische geleerde Said Nursi (1876-1960) een nieuw model voor denken en geloven. Maar ook sommige perioden in het oude Al-Andalus (Andalusië) worden als episodes van Verlichting gezien. Moslims en joden leefden, vertaalden en dachten er naast elkaar.
De strenge radicale islam was niet tegen alleen tegen andere gelovigen maar ook tegen eigen denkers zoals Ibn Rushd – Averroes, een groot kenner van Aristoteles – en Soehrawardi.

Alles in ogenschouw genomen kun je zeggen dat de islamitische wereld wel degelijk perioden van verlichting heeft gekend. Maar ook perioden van dogmatiek en duisternis, net als het westen.

Nawzad Jemal studeerde filosofie aan de Universiteit van Amsterdam. Sinds 2008 doceert hij politieke en sociale filosofie aan de Universiteit van Salahadeen in Koerdistan Regio- Irak

Al 6 reacties — praat mee.