In de veertig jaren die sindsdien verstreken zijn, heeft de secularisatie om zich heen gegrepen en veel christelijke scholen worstelen met hun identiteit. Er zijn er die vast willen houden aan de exclusiviteit van het eigen geloof en van daaruit in feite niet anders kunnen dan andere religies als ‘minder’ presenteren. Voor het leren omgaan met diversiteit en het stimuleren van verdraagzaamheid – essentieel in onze tijd – lijkt me deze benadering echter bijzonder ongeschikt.
Onder druk
Vanwege de samenhang met een bepaalde confessie heeft de overheid haar vingers nooit willen branden aan voorschriften betreffende inhoud en strekking van het vak Godsdienst en het dus ook nooit direct willen faciliteren: scholen mogen het op het rooster zetten als ze de financiering zelf maar regelen binnen het toegekende budget. En zo staat het vak onder druk door verlegenheid met de identiteit enerzijds en vanwege budgettaire overwegingen anderzijds. De neiging het vak verder te marginaliseren zal toenemen naarmate minder duidelijk is waarom het überhaupt gegeven zou moeten worden. Hier ligt een stevige uitdaging voor de toekomst van levensbeschouwelijk onderwijs.
Open benadering
Het lijkt me van het allergrootste belang dat het vak gegeven wordt vanuit een open benadering. Zelf zie ik godsdiensten, religies en seculiere levensbeschouwingen als menselijke pogingen te dealen met de grote vragen van het leven waarbij de ene niet beter of slechter is dan de andere – hoezeer je je ook in de ene thuis kunt voelen. Hiermee zeg ik niet dat godsdiensten slechts bedenksels zijn en al helemaal niet dat God of het goddelijke niet zou bestaan; ik wil hiermee aangeven dat je eigen benadering van het transcendente niet beschouwd kan worden als de enig juiste zonder dat je jezelf en de ander tekort doet. Deze benadering heeft als twee belangrijke voordelen dat niemand meer goedschiks of kwaadschiks bekeerd hoeft te worden én dat we op grote schaal van elkaar kunnen leren. En zo slaan we twee vliegen in één klap: de vrees voor zendingsdrang bij het vak is niet langer gegrond, én de weg ligt open voor een brede reflectie op vragen naar zin en betekenis waar ieder mens, gelovig of niet, voor komt te staan.
Drie doelstellingen
Om dit nader te duiden, geef ik graag als eerste aanzet de drie doelstellingen zoals ik die voor het vak Levensbeschouwelijke Vorming geformuleerd heb:
- Algemene ontwikkeling. Waarom zou je wel iets moeten weten over het klimaat aan de andere kant van de wereld en niet iets van de levensovertuiging van mensen die je in je eigen straat tegenkomt?
- Het begrijpen van anderen. Dit is een basisvaardigheid in de wereld van vandaag waar het kunnen omgaan met verschil noodzakelijk is om vreedzaam te kunnen samenleven. Daarbij zij opgemerkt dat het begrijpen van de ander niet hoeft te betekenen dat je het met hem of haar eens bent.
- Het begrijpen van jezelf. In onze samenleving wordt er veel, en steeds vaker te veel, van mensen gevraagd. De vraag hoe je daar authentiek mens bij blijft mag dan ook niet genegeerd worden, evenmin als de vragen die daaronder liggen: wie en wat ben ik als mens en wat past wel en wat niet bij mij?
In essentie gaat het in alle levensbeschouwingen over deze ‘trage vragen’ rond het wezen van onze menselijkheid. Kennisnemen van levensbeschouwelijke stromingen is dan ook uiterst zinvol wanneer het voert tot beschouwing en reflectie. Ik benader godsdiensten, religies en andere stromingen graag als ‘oefenplaatsen voor menselijkheid’, als reservoirs van levenswijsheid, inzichten, oefenstof, rituelen en gebruiken die het leven rijker en draaglijker maken.
Vanuit deze visie lijkt me het belang van het vak evident, ongeacht welke overtuiging je zelf aanhangt; zelfs ongeacht of het op een christelijke dan wel op een openbare school gegeven wordt. Met een curriculum en aanpak die hier recht aan doen, zou op termijn zelfs een D66-minister van onderwijs er van overtuigd kunnen worden dat het vak op alle scholen moet worden gegeven, met minstens twee uur per week in alle leerjaren.
Kortom: het loslaten van de waarheidsclaim is noodzakelijk voor een stevige positie van het vak. Nu zegt een naam voor een vak niet alles maar toch heb ik de indruk dat die in een bepaalde richting wijst of tenminste die schijn wekt. ‘Godsdienst’ suggereert dat het alleen gaat om godsdienstige overtuigingen, om ‘het dienen van God’ en houdt impliciet een miskenning in van de waarde van niet godsdienstige levensbeschouwingen. ‘Levensbeschouwelijke Vorming’ biedt ruimte voor verschil, ontwikkeling en groei; kenmerken van onze menselijkheid en perspectief biedend voor een zinvolle toekomst. Maar hoe het ook genoemd wordt, een meer open benadering van mensen en hun overtuigingen lijkt me essentieel voor de toekomst van het vak.
Dit is het tweede van een serie artikelen van Dirk van de Glind over levensbeschouwelijk onderwijs.
Een van de problemen met missionaire godsdiensten is dat zij intern woedt met de vraag of haar godsdienstige overtuiging dient te gelden voor alle mensen, wereldwijd. Ging het in het verleden er nogal eens ruig aan toe om het ware geloof de ander op te leggen, tegenwoordig kom je in de Westerse wereld daarmee niet zover meer mee. Het trieste van godsdienst is dat zij de neiging heeft zich op te winden wie er wel, en wie er geen kans maken om eeuwig gelukkig te worden. Deze theologie heeft miljoenen mensen het leven gekost en nog worden mensen geofferd daar zij niet in het ware geloof zijn.
Iedereen heeft het recht op zijn/haar levensovertuiging en ook daarvan te getuigen en niemand heeft het recht die levensovertuiging aan te vallen wanneer deze geen mensen beschadigd. Wanneer echter getuigen betekent de ander over halen omdat de kans om eeuwig zalig te worden, of iets van dien aard, op zijn minst vergroot wordt, is er toch echt iets mis, lijkt mij zo. Mijn jarenlange ervaring met in God/Allah gelovigen laat zien dat schizofreen denken en voelen nog aardig aanwezig is en anderzijds dat een toenemend aantal in God/Allah gelovigen het aardig gehad hebben met de ‘officiele leer/uitleg en hun eigen verantwoording nemen en hun eigen weg gaan, met of zonder toestemming van het geestelijk gezag. Het zou een zegen zijn wanneer religieuze leiders zouden verklaren dat een trachten te bekeren tot het ware geloof, ronduit onzin is. Het ware geloof, de ware levensovertuiging, bestaat nu eenmaal niet, wellicht jammer voor velen, maar laten we daar nu juist blij om zijn. Juist door die enorme verscheidenheid kunnen wij toch iets geweldigs moois maken: een wereld waar het goed wonen is voor al wat leeft.
De ander willen bekeren is een ding, maar de identiteit van je ouderlijk (en groeps)geloof blijven koesteren is iets anders, en zeker wel te billijken. Kijk naar de Zoroasters bijv. en als je dat doet ontkom je nauwelijks aan een gevoel van exclusiviteit. Niet erg, lijkt mij, onvermijdelijk in een diverse wereld.
De drie doelstellingen van levensbeschouwelijke vorming die wij hanteren in diverse projecten lijken erg op de jouwe, en sluiten ook goed aan bij de generieke doelen die Biesta puntig formuleerde 1.kwalificatie – levensbeschouwelijke geletterdheid 2. Persoonsvorming -werken aan persoonlijke bestaansverheldering 3. Socialisatie: leren dialogiseren en omgaan met diversiteit. Het blijkt dat deze doelen werken voor alle onderwijstypen: pc, rk, openbaar en samenwerkingsscholen. Binnen een hermeneutisch-communicatieve benadering rust je leerlingen toe om met een krachtige eigen identiteit vreedzaam en respectvol in een plurale samenleving te kunnen leven
Het probleem zijn m.i. niet de missionerende godsdiensten die hun theologie willen opdringen/opleggen aan anderen, maar de confrontatie van de verschillende gelovigen met de in hun ogen c.q. hun gelovig verstaan (van Gods/Allah’s wil) onrechtvaardige economische en vooral sociale verhoudingen en toestanden in de wereld. (Oorlogen, het gewelddadig ombrengen van kinderen en vrouwen, schrijnende armoede, toekomst- c.q. uitzichtloosheid, buitensluiting enz.)
– De een denkt vervolgens dat de vrije markt (en Gods hand daarin) het onrecht wel zal uitroeien.
– De ander meent dat God geen hand heeft in de wereld en vrije markt dan die van lieve, standvast gelovige mensen die via kerk, moskee en of synagoge repareren wat de markt laat liggen: de solidariteit, sociale gerechtigheid, het eerlijk delen, en niet te vergeten: de zorg om de kwetsbare, niet-onuitputtelijke schepping zelf.
– Weer een ander meent dat ook kerk, moskee en synagoge falen in het rechtschapen, door Allah-/Godgewenst handelen, en daarom willen zijzelf optreden als (straffende) hand van God/Allah. (Het kwaad afstraffende, en voldongen feiten realiserende jihadisten, rechts-orthodoxen, kruisvaarders enz.!)
En al die verschillende groeperingen, geloofsrichtingen hebben hun eigen religieuze leiders (broodetende profeten) die hun geloofsinterpretatie legitimeren, alsook met intellectueel of leerstellig geestelijk geweld uitdragen, met een beroep op hún god en hún heilige Boek(en) c.q. rechts- of uitlegschool/-traditie. Het lijkt me onmogelijk om te realiseren dat juist deze exponenten van de diverse godsdiensten tot een zelfde overtuiging zullen komen, namelijk dat DE waarheid c.q. HET ware geloof niet bestaat. Dat is eenvoudig teveel gevraagd van hun Ego en zelfverstaan. Reflectie én spreken in vrijheid wordt ook niet overal echt gewaardeerd en bevorderd onder al dan niet betaalde ‘ambtsdragers’. Openlijke relativering van hun boodschap ondergraaft bovendien hun religieuze en maatschappelijke positie. Het zal er dus niet echt van komen als ze elders geen compensatie vinden voor dat verlies aan status, inkomen en macht!
Naar mijn overtuiging moeten we het daarom zoeken in wat we gemeen hebben. En dan doel ik allereerst op ons gebed en wat we daarin spiritueel/geestelijk/psychisch ten diepste ervaren als we er ons aan overgeven in een ultiem onthechte toestand van overgave/zelfgave. Wij (m.n. – maar niet alleen – die al wat langer serieus meelopen in een bepaalde gelovige traditie) zouden elkaar meer en vaker geduldig en publiek moeten bevragen op ons geestelijk c.q. mystiek leven, en wat ons daarin gelukkig maakt, richting biedt en vertrouwen, hoop verschaft bij herhaling, ondanks al onze ups en downs. Onze verschillen zullen dan blijken te verdwijnen als sneeuw voor de zon!
Met Dirk van de Glind ben ik het daarom van harte eens als het hem zou lukken om door de uitwendige, optische kant van religies en hun teksten, zeden en gewoonten heen te breken naar het wezenlijke, zodat de essentie ervaren kan worden, of minstens verwondering en of bevestiging-om-niet van het individu optreedt in de serene rust waarin de goddelijke onderstroom van het leven – soms even – aan het daglicht treedt. Misschien is dat laatste wat veel gevraagd van nog jonge, rusteloze types, maar al zou iedereen maar eens in zijn/haar leven heel diep van binnen een moment van vrijwel absolute stilte, vrijheid, vrede en diepe, liefdevolle bevestiging kunnen ervaren, dan zou er al heel veel gewonnen zijn. Ik denk dat de scholen er zo mogelijk ook een bijdrage aan zouden moeten leveren dat er zulke momenten van diepe inkeer, schouwing, rust en stilte te beleven zijn. Na de schooltijd zal er meestal niet snel meer wat van komen temidden van alle hectiek die het gewone leven zónder vaste gebedstijden en reflectie daarop nu eenmaal met zich meebrengt!
Piet, zie huisregels. Deze comment is veel te lang. Korter graag of stel een verdiepende, inhoudelijke vraag.
Voor lesmateriaal aansluitend op de doelstellingen heeft auteur Ingeborg Hendriks het boek Spiegels gemaakt. Op zoek naar wat verbindt op hetvgebied van godsdienste en levensbeschouwingen.
Meer info te vinden op http://www.spiegelsopschool.nl
Jeroen, ik heb gekeken. Lijkt me een mooi en zinvol gebeuren. Zelf denk ik dat de tijd hiervoor ook rijp is. We leven in een steeds kleinere wereld dankzij de communicatie mogelijkheden en kunnen ontdekken dat elke mens dezelfde levensbehoeften heeft (behoefte aan eten, drinken, het geslacht voortplanten, warmte, veiligheid, enz.) door dat te erkennen zijn er als het ware geen verschillen tussen ons mensen. Levensbeschouwingen, waaronder godsdiensten nodigen ons mensen uit om samen op weg te gaan om een wereld te maken waar het goed wonen is voor al wat leeft. Anderzijds is het ook identiteit bevestigend bevestigend hetgeen wie je bent en hoe je jezelf wenst te verstaan. Er zijn gelukkig veel van dit soort initiatieven voor op scholen. Bestaat er ook zoiets voor volwassenen, leraren, religieuze leiders? Eerlijk gezegd zijn die daar hard aan toe, lijkt mij.
Naarmate de mens steeds meer verstedelijkt (binnenkort meer mensen in de stad dan op het land en in de achterlanden) krijg je ook een universeler mens- (en dus gods-)beeld binjamin, maar een god van een jagersvolk, of een landbouwersvolk, van nomaden of een dat leeft temidden van oerbos kan natuurlijk nooit hetzelfde zijn, ook de visie van een oppergod van prairieindianen was heel anders dan dat van woudindianen, logisch toch??
Dirk, dat klopt zeker. We worden geboren in de wereld van het moment en worden daardoor gevormd. De voorbeelden die je aanhaalt kloppen, maar ook onze eigen ervaringen in het leven hebben natuurlijk hun invloed en natuurlijk je karakter. Een mens is in principe een doorlopend lerend wezen en is dus veranderbaar in zijn religieus zijn. Ik kijk met heel veel plezier terug op het geloof van mijn jeugd en het heeft me zeker geen kwaad gedaan. Integendeel, zou ik zeggen. Maar zo geloven als toen is gewoon ondenkbaar en dat geldt voor de meeste mensen van mijn leeftijd, vermoed ik zo maar, mede omdat de wereld om ons heen toch echt niet meer was van zeg de jaren vijftig/zestig.
Wij kijken dus allebei met veel plezier terug op het geloof en de geloofsbeleving van onze kindsheid binjamin, ik heb de indruk dat dat zeker niet het geval is met iedereen hier! Wel krijg ik steeds meer idee dat al die verandering lang niet altijd ten goed is. Bioindustrie is dat in ieder geval niet, vergeleken met de systemen van houderij uit mijn jeugd.
Klopt, Dirk, daarom at ik vroeger ook vlees. Ja, wat het met plezier terug kijken betreft. Ik heb zo maar het idee dat ik er geen trauma aan over gehouden heb, integendeel, zelfs.