Positieve duiding
Waar komt zoiets als doodsverlangen uit voort? Vrijwel uitsluitend wordt het gekoppeld aan negatieve ervaringen in het leven. Er moet wel sprake zijn van ernstige ziekte, ondraaglijk lijden of een psychische stoornis.
Echter, in een bepaalde fase van je leven kan de dood een metgezel worden met wie je vrede hebt gevonden. Naar wiens komst je zelfs kunt verlangen – zonder ziek, depressief of levensmoe te zijn.
In Doodswens bij ouderen van Rachel Höppener komen vitale, gezonde mensen aan het woord die hun leven als compleet beschouwen en verlangen naar voleinding. Een natuurlijk doodsverlangen vanuit levensverzadiging en besef van voltooidheid. Een wat minder rigide beleid inzake zelfeuthanasie zou onze wetgeving niet misstaan.
Bestemming
Toch komt het niet alleen bij ouderen voor. Het kan een algemeen menselijk verlangen zijn van jongs af aan. Het verlangen namelijk om het ik prijs te geven.
Begrijp me goed, het is eerst belangrijk om een stevig ik te ontwikkelen in een sfeer van vrijheid en veiligheid. We weten van de psychische schade die mensen oplopen als ze daartoe niet de kans krijgen. Maar bij die ontwikkeling hoort tevens het besef van zelfrelativering en zelfverlies. Niet omdat het ik slecht zou zijn – hoewel het ons soms danig in de weg kan zitten – maar omdat het bestemd is op te gaan in een groter verband.
Een bekende metafoor voor het ik is de graankorrel. Die moet ook eerst volgroeid zijn om zich uiteindelijk in de aarde te kunnen geven.
Aan het Leven.
Aan God.
Dit doodsverlangen is Godsverlangen.
Met betrekking tot de dood verwacht ik geen voortbestaan van het ik in een klassieke hemel. Veeleer een ‘ikloos zijn ’. In essentie. Wat Jung noemt: het pure zijn. Hoe dan ook een staat van liefde, al dan niet in bewustzijn. Een volledig in God opgaan. Een thuiskomen.
En ja, daar kan ik naar verlangen, zoals rivieren zich reppen naar de zee om daarin te verdwijnen. Maar tegelijk – juist daardoor – leef ik hartstochtelijk en geniet intens.
Levenskunst
Het verlangen om er niet te zijn kan tot levenskunst worden. In het verlies van je ik. Zoals bij Schopenhauer met zijn zuivere contemplatie waarin “we worden ontheven van al het willen […] en als het ware verlost van onszelf.”
Of in Zen-meditatie: het innerlijke ‘sterven van de Grote Dood’, wat leidt tot mededogen.
En in de christelijke traditie het zelfverlies dat tot naastenliefde leidt: niet ik, maar Christus – de Liefde – in mij.
Op deze wijze kan het naast elkaar bestaan: verlangen om er niet te zijn en levensvreugde.
Er kunnen omstandigheden zijn waarin een mens letterlijk dood wil. Ik heb genoeg ellende gezien en meegemaakt om dat te begrijpen. Maar het helpt enorm je ik uit het centrum te plaatsen in de brede lichtkring van de liefde. Daarvoor hoef je jezelf geen geweld aan te doen.
Je krijgt het leven terug in een kostbaarder gedaante als je het hebt losgelaten: gedoopt in liefde.
Er vloeit een verbindende kracht uit voort. Immers, in de onthechting van het ik is ieder in dezelfde mate bevrijd van zijn eigen gelijk. Leeg van zichzelf.
Dan ontstaat de ruimte om elkaar met rust te laten.
Dat is wat onze samenleving het hardst nodig heeft.
Nee, ik wil niet dood,
nog niet,
nog lange niet,
maar ik wil
leven
als was ik dood,
zo lekker liggend
als licht op de golven
deinend,
zo in de verte
uit het zicht
verdwijnend,
zo zonder
ik.
(gedicht opgenomen in mijn boek Dominee zoekt God dat bij uitgeverij Skandalon verscheen)
Heb wat reacties gezien op facebook – via iemand anders want ik vertoef niet meer op dat podium – maar voor de helderheid: de inhoud van deze column staat niet los van ervaringen vorig jaar toen ik ernstig ziek was.
Mogelijk ga ik daar in een volgende column wat dieper op in – mogelijk…
Zoiets…. Ja, zo voel ik dat soms ook!!!
Een mooie en nobele poging om dit onderwerp in de aandacht te brengen. Echter, de link leggen tussen innerlijke eenheid met God, de leegte, het niets, zoals Zen, Schopenhauer, en ook de christelijke mystiek dat te bieden heeft, is gevaarlijk. Omdat het een ontologisch principe ontwijkt en dat is het principe van incarnatiepijn. Dat gaat voorbij het al dan niet eenworden met God of de leegte. Het verlangen om er niet te zijn kan voortkomen uit het feit dat je überhaupt geboren bent, in een lichaam ‘gestopt’ bent dat je niet wilt. Zoals de transgenders ervaren dat zij in een verkeerd lichaam wonen, zo kan de ‘verlangende naar het niet zijn’ ervaren dat het feit dát hij in een lichaam woont, niet acceptabel is. Lees: ‘Better never to have been: the harm of coming into existence’ van David Benatar. Wat nodig is, is om zonder angst naar een verlangen naar de dood als het ultieme er niet meer zijn, te kijken. Religieuze ervaringen gebruiken, inzetten om dit verlangen te stoppen of op te lossen, ontkent in wezen het verlangen zelf, zegt: het mag er niet zijn. En juist dat is leven voor die persoon, dat verlangen. De oude yogi’s in India en Tibet hebben daar al ervaring mee en leerden zichzelf en anderen dit verlangen om te zetten in dienstbaarheid. Niet door het te ontkennen of weg te mediteren, maar door het te onderkennen en te transformeren. Zolang de dood uit het bewustzijn geweerd wordt uit angst, zal men als individu en als samenleving nooit de schoonheid van dit verlangen leren zien en zal degene die eronder lijdt de gang naar de psychiatrie moeten maken zoals nu meestal gebeurt.
In het ‘Boek van Vreugde’ geeft de Dalai Lama aan, dat pijn, verdriet, angst er zijn, er mogen zijn, maar dat het een transformatie kan doormaken door je minder op jezelf, meer op anderen/ je omgeving te focussen. Compassie is de omvormingssleutel. Niet om de pijn er niet te laten zijn, maar er anders te laten zijn.
Ook ik ken ouderen, die hun leven als voltooid beschouwen. Geen grote gezondheidsproblemen, maar van hen mag het afgelopen zijn. Het is genoeg zo.
Zelf vind ik “”zelfrelativering”” erg belangrijk. Niet jouw ik in het centrum, maar de ander. En zeker degene die liefde en aandacht nodig heeft. Het is al belangrijk dat het gezien wordt en er niet aan voorbijgaat.
Ook belangrijk: de ander ruimte geven in zijn of haar zijn.
Zou dit dan de ”hemel” zijn als we niet meer willen, niet meer streven en zo het onvolmaakte in dit leven van ons zouden kunnen afschudden. De onzegbare rust !…
Dank, Paul.
Moet denken aan ‘Schemering’ van Boudewijn de Groot, met het fragment:
men zegt voor je de ogen sluit
wordt alles opeens licht…
Hartelijke groet,
Wim
PS de reacties hieronder zijn van de eerste keer dat deze column werd geplaatst!
Hallo,
ik ben een jonge vrouw van 38 met geen problemen, ik ben fysiek, psychisch, materieel, heb ik alles wat ik wil, en toch is er al vele jaren een verlangen om te mogen gaan… helaas komen ze me maar niet halen. het verlangen is soms enorm groot en dan wens ik om niet meer wakker te worden, maar dan wordt ik in de ochtend wakker met de teleurstelling om er nog steeds te zijn….het voelt aan zoals een verlangen om moeder te worden. ondanks dat ik alles heb wat het leven met te bieden heb, en ik toch gelukkig ben. probleem is dat ik hier met niemand over kan praten, want vele mensen begrijpen er niet, en mensen die net als mij willen sterven zijn boos op het leven, of ze zijn negatief over het leven. en ik heb geen behoefte om in een negatieve energie te belanden. ik ben heel tevreden dat ik hier mag zijn, maar ik wacht tot ze mij komen halen en tot ik mag gaan…. dit kan nog jaren duren, maar het kan ook snel gaan. uiteraard hoop ik dat dit niet meer te lang duurt, maar daar beslist het lot over…. afwachten zeker en het beste ervan maken is het enige wat ik probeer.
Als wat oudere vrouw van 57 begrijp ik dit aardig. Heb welliswaar een zwaar leven achter de rug. Maar het zijn naar mijn idee niet de trauma.s die mij er niet meer willen laten zijn. Ik heb een verlangen naar het niets…nee ik wil of hoef geen hiernamaals. Ik wil niets….daar heb ik vrede mee. Mijn leven is zo doorleefd…in meerdere moeilijke mooie momenten….het voelt als verzadigd…het leven daagt me niet meer uit….doet me niet meer onder de indruk zijn…leef slechts uit verantwoording voor anderen…en voor het idee dat ik hoog moet houden waar ik in geloof…liefde eerlijkheid…gerechtigheid….maar niet meer werkelijk omdat leven me nog boeit…terwijl ik best ook gelukkig kan zijn…en echt niet depressief ben…ik vind het in m.n hart ok en verlang naar de dood vaak. Vaak vraag ik voor het slapen of ik toch maar niet meer hoef wakker te worden. Maar als de dag aanbreekt…doe ik doorgaans gewoon maar de dingen weer…en daar ben ik niet altijd ongelukkig in…maar ben ik ook nooit echt zo van onder de indruk….ik leef…maak er het beste van….en dat gaat redelijk…toch…diep in mijzelf hoef ik niet zo nodig te leven. Ik ben moe…verzadigd…doorleeft…en verlang ook niet naar een hemels bestaan…het niets verkies ik…kan me een levensvorm niet meer voorstellen…en het niets heb ik vrede mee…ik hoef niet meer…het is ok…ik doe mijn ding…en zeker met gevoelens van liefde…toch…nee eigenlijk wil ik niet echt meer…het hoeft niet meer…ben levensmoe