Allereerst moet hier de bijzondere kracht van de vrouw genoemd worden. Dat zij het op zich neemt om leven te baren… dat sterven zal! En behalve dit laatste zijn er nog duizend redenen te bedenken om er niet aan te beginnen. Ik respecteer dan ook ieder die aan deze redenen gehoor geeft en kiest voor een kinderloos leven.

Maar dat doet niets af aan mijn bewondering voor dit staaltje van lef: een wezen voort te brengen waaraan je je ongelooflijk gaat hechten in de wetenschap dat je het ooit met veel pijn los zal moeten laten.

Wat is dit voor onverwoestbaar vertrouwen? In het bijzonder van de vrouw, want zij is het toch die de meeste kastanjes uit het vuur haalt…

Gezien

Het reductionistische antwoord ligt voor de hand. Alles wat leeft wil zich voortplanten, het liefst ten koste van al het andere dat leeft. Dat zal zeker een waarheid zijn, maar het lijkt me toch niet meer dan een deelwaarheid. Er is niet alleen sprake van drang tot leven. De jonge ouders die ik ken – ook die mijn geliefde en ik ooit zelf waren – worden vooral gedreven door het verlangen naar liefde. Verlangen om lief te hebben, liefgehad te worden en liefde door te geven. Ondanks alle mogelijke pijn.

Dat verlangen wordt gedragen door het besef dat ons leven ertoe doet. Dat het betekenis heeft in dit immense zwijgende heelal, juist in deze chaotische uithoek daarvan die wereld heet.

Gerard Reve laat zijn roman De avonden eindigen op oudejaarsavond met de magistrale zin: ’Het is gezien; het is niet onopgemerkt gebleven.’ Deze tekst, in het kielzog van Psalm 139, heb ik de doopouders meegegeven. Jullie kind, deze kinderen, ze worden gezien en gekend.

Waar haal ik de brutaliteit vandaan om dat te durven beweren?   

Het paradoxale gelijk van Johan Cruijff

Immers, voor velen in onze cultuur heeft dat beeld afgedaan. Er is niet ‘iemand in de hemel’ die ons ziet. Het is het levensgevoel van nu: het zal het universum worst wezen wat wij uitvreten. We zijn omringd door koude stenen. Zoals Pascal verzuchtte bij het aanschouwen van het firmament: ‘De eeuwige stilte van die eindeloze ruimtes boezemt mij angst in.’

Dat doet het ook mij, maar het is niet het laatste. Opnieuw laat ik mij inspireren door Reve. Toen hem het vuur na aan de schenen werd gelegd over zijn Mariaverering antwoordde hij: ‘Ik weet dat er niet ergens in het heelal een dame zit, maar als ik een kaars ontsteek voor de Heilige Maagd, dan ben ik getroost. Zo is zij niettemin een waarheid.’

Toegespitst op God/Liefde zeg ik dan:
‘Ik weet dat er niet ergens in het heelal een meneer zit, maar als ik mij in de stilte richt op God weet ik mij gezien en gekend. Zo is God niettemin een werkelijkheid.’

En hier komen we ook Pascal weer tegen als die ons aanraadt om te wedden op God: ‘Ga er maar in. Steek maar een kaars aan en zie wat het met je doet.’
De dimensie van het goddelijke opent zich in de overgave.

Het is deze paradox waarmee we moeten leven:
er is niet iemand in het heelal die ons ziet,
toch weet ik mij gezien en gekend.

Toegegeven, nogal cryptisch Johan Cruijff-achtig, maar ook wat hij zegt klopt vrijwel altijd.

Oerprincipe

Ik besef natuurlijk dat dit mijn invulling is. De meeste mensen zouden het nooit zo formuleren. Toch ben ik ervan overtuigd dat dit het is wat velen beweegt om steeds weer, tegen de dodelijke klippen op, nieuw leven te blijven genereren: het basale vertrouwen dat dit universum begonnen is om liefde.

Zoals Dante in zijn Goddelijke Komedie het oerprincipe van het heelal beschrijft: het is de Liefde die de zon beweegt en de sterren bestuurt.

WIM JANSEN DSC00988 uitsnede

Wim Jansen

Theoloog, schrijver en dichter

Tot zijn emeritaat in 2015 was Wim Jansen (1950) predikant van Vrijzinnig Delft en de Vrijzinnige Koorkerkgemeenschap in Middelburg. En hij …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.