Wij staan aan het einde van het ene tijdperk en aan het begin van een ander. In de jaren zeventig, keerden Nederlanders hun kerken massaal de rug toe. Nu, twee generaties later, vervolledigen de (klein)kinderen dat wat destijds begon: ze wenden zich niet alleen en masse af van de kerken, maar ook van de christelijk-beïnvloede politiek.
Een groeiend aantal kiezers heeft niet alleen weinig op met het traditionele christendom, maar ook met de bredere waarden en cultuurontwikkelingen die daaruit voortvloeien. Hierdoor hebben steeds minder kiezers dan ook behoefde aan de subtiele balans die het CDA wist te vinden tussen religieuze invloeden en seculiere verwoordingen, tussen Protestanten en Katholieken (en – meer recentelijk – tussen religieuze politici van diverse pluimages), en tussen sociaal-culturele behoudendheid and socio-economische solidariteit. De bruggen die de partij bouwde en de samenwerking die dat mogelijk maakte zijn niet meer van deze tijd. Net zo min als een koningin die de formateur benoemt nog van deze tijd is.
Als we het wegsmelten van het CDA en de stap richting VVD en PvdA echter alleen als een secularisatie van de politiek zien, dan missen we iets wezenlijks. Het is al vaker opgemerkt: dat wat nu als het midden van het politieke veld geldt, is behoorlijk naar rechts opgeschoven op cultureel gebied. De VVD en de PvdA delen dan ook niet alleen hun seculiere overtuiging, maar ook de mate waarin zij de thema’s en retoriek van Wilders (gedeeltelijk) hebben overgenomen: buitenlanders moeten integreren, de boerka past niet in onze samenleving, het recht op het bekritiseren van religie moet beschermd worden, enzovoort. Er zijn duidelijke verschillen tussen de partijen op een aantal punten (o.a. wat betreft de erkenning van Hamas, het behoud van de mogelijkheid tot dubbele nationaliteit, en het nemen van actieve maatregelen tegen discriminatie). De vraag is echter of de PvdA werkelijk de belangstelling en het doorzettingsvermogen heeft om zich als partij actief in te zetten tegen discriminatie en tegen de overwegend negatieve teneur van veel berichtgeving over moslims en immigranten. Net zoals de VVD, heeft de PvdA tenslotte ingestemd met het parlementsvoorstel om ritueel slachten te verbieden. Dit is een thema dat in eerste instantie jaren geleden door Wilders werd gelanceerd en dat vervolgens breed onder de aandacht van kiezers werd gebracht door de Partij van de Dieren met een actie tegen de verkoop van halal vlees in de Albert Heijn – onder het misleidende motto ‘Halal vlees dreigt de nieuwe norm te worden’ (een waarschuwing die voortbouwde op Wilders’ waarschuwing voor de dreigende islamisering van Nederland).
De VVD en de PvdA delen ook een brede neoliberale visie. Het grote verschil ligt in de snelheid en de heftigheid waarmee de partijen deze willen realiseren. In economisch zin is de PvdA een soort VVD-light. Het heeft geen wezenlijk andere visie op de samenleving en de economie, maar wil die visie in een wat mildere vorm en in een lager tempo tot uitvoer brengen. Zoals verschillende studies van de afgelopen jaren echter keer op keer hebben uitgewezen, neemt de ongelijkheid – en daardoor ook de instabiliteit – toe door neoliberalisering. Dit geldt zowel binnen de landsgrenzen (inclusief in Nederland), als in de wereld als geheel.
De vraag is dus: hoe komen we tot een echt politiek midden dat ook het economische, sociale en culturele midden kan en zal waarborgen? Met de PvdA als bepleiter van de zachte variant van het liberalisme komen we er niet, laat staan met een VVD die de voet op het gaspedaal zet. Wij hebben een Partij van Gelijkheid nodig: een partij die ons een werkbaar economisch en sociaal-politiek alternatief biedt in een wereld van groeiende, neoliberale ongelijkheid. De visie die nodig is voor een dergelijke partij is er nog niet. Maar we zouden kunnen beginnen om ons voor te stellen dat die er zou kunnen zijn. Anders staat ons alleen nog maar meer van hetzelfde te wachten. En wie wil dat nou?
Markha Valenta is interdisciplinair wetenschapper aan de Radboud Universiteit Nijmegen op het gebied van religie, politiek en globalisering. Lees hier over haar onderzoek bij het DSTS.
Pas wanneer we beseffen dat we gellijk ZIJN kan er wellicht zo´n beweging uit voortkomen.
Maar, dan is er wel heel simpel dus ook zo moeilijk, behalve een menselijke vooral een politieke wil voor nodig om te veranderen. Oude systemen onder ogen te nemen en te veranderen. En vooral ook, lange adem hebben.
Visies en conceptuele verhalen hebben we genoeg gehad. Het wordt tijd dat er naar die visies ook echt gehandeld wordt.
Tot die tijd zal er weinig veranderen, behalve wat buitenkant.
Mensen voelen zich gelijk aan hun meerderen, en zich de meerderen van hun gelijken.
Met deze universele, eeuwige strijdigheid lijkt Markha Valenta geen rekening te houden en komt haar pleidooi v0or een Partij voor Gelijkheid – met behoud van Boerka? – dan neer op geklets.
A propos, hoe gelijk is Markha uiniversitair docente Valenta zelf? Eigenlijk?