Om ons vijftigjarig huwelijksjubileum te vieren waren we met onze 21-koppige clan in Engeland, in een prachtig landhuis op de grens van Kent en Sussex. Als het dan gaat over wat het leven de moeite waard maakt… Wat hebben we genoten van de letterlijke veelkleurigheid van onze kleinkinderen: het vrolijke spelen van de kleintjes in die enorme tuin, de wijsheid van de ouderen, hun liefheid naar ons toe. Een voorbeeld: toen ik lag te slapen op het gras werd ik wakker met een van rood chocoladepapier gevouwen hartje op mijn borst. De schoonheid van kleinkinderen…
En de schoonheid van het land, de natuur. Thuis word ik dagelijks getrakteerd op de schoonheid van het licht boven en in de Schelde. Maar daar overrompelde mij de lichtgroene lentepracht van het lieflijke heuvelland van Zuid-Engeland.
Vele grote, mooi ronde loofbomen in talloze tinten lentegroen, dat nog die typische ongeschonden lichtheid ademde. Door het landschap meanderende riviertjes, glooiende schapenweiden en uitgestrekte velden met felgeel koolzaad. Overal in de klassieke Engelse tuinen de nog feestelijk bloeiende rododendrons, de blauwe regens die zich verliefd om de huizen slingeren, de roze appelbloesem in de boomgaarden – en wat niet al. Niet voor niets noemde iemand dat gebied ooit ‘het paradijs van de wereld’.
Zoals zo vaak eerder in mijn leven werd ik weer getroffen door de schoonheid. Schoonheid als opmaat tot het heilige. Schoonheid, wat mij betreft, als opmaat tot God. Misschien dat er daarom zo’n troost van uitgaat.
Troost, juist omdat ik de laatste tijd bij elk feest met onze kinderen en kleinkinderen moet denken dat dit misschien de laatste keer is. Waarom troost? Als ik er niet meer ben, blijft deze schoonheid. En zelf ben ik dan opgenomen in schoonheid.
Is de schoonheid van de natuur wreed?
Nee, zeg niet dat de natuur ook wreed is, zoals een reactie luidde toen ik laatst een lofzang schreef op ‘de kracht van de lente’. De natuur is niet wreed. Wreedheid is een mensending. Mensen kunnen wreed zijn, omdat zij een keuze hebben. Maar de natuur kun je niet beoordelen met menselijk maatstaven.
In de natuur staat alles in dienst van het grote geheel, niet van het individu. Het individu, dat door mensen veel te groot opgeblazen ‘ik’, dient het grote geheel. Zoals de monarchvlinder die maar een klein deel van de cyclus – van eitje tot rups tot cocon tot vlinder – meemaakt en er als individu allang niet meer is als de cyclus is voltooid.
Dienen… Een fragment uit het beroemde gedicht De ploeger van Adriaan Roland Holst zegt het treffend:
‘Ik zal de halmen niet meer zien
noch binden ooit de volle schoven,
maar doe mij in de oogst geloven
waarvoor ik dien.’
Van de schoonheid en de troost
In de gezegende tijd dat de publieke omroep zich nog onderscheidde met verdiepende programma’s – meestal aangezwengeld door de VPRO – verscheen aan het begin van dit millennium ook het verdienstelijke Van de schoonheid en de troost van de vorig jaar 7 mei overleden Wim Kayzer. Uitgangspunt van Kayzer was altijd weer de klassieke vraag van mijn aanhef: Wat maakt het leven de moeite waard? Daar is hij in al zijn programma’s naar op zoek geweest, vooral in de vorm van heerlijk trage diepte-interviews.
Wat een vondst is dan die titel: Van de schoonheid en de troost. Die combinatie is precies wat het leven de moeite waard maakt. De schoonheid van de troost en de troost van de schoonheid.
In een van die programma’s was denker Roger Scruton te gast, die ‘weigert om zich te laten intimideren door lelijkheid’. En wat heeft de mens in de laatste eeuwen bergen aan lelijkheid uitgebraakt!
Grootste probleem van de mens acht hij de verwijdering van de echte waarden van het leven. Die waarden worden vooral bepaald door het besef deel van schoonheid te zijn. Deel van het grote geheel.
Iets dat niet u is, niet mij, maar ons beiden omvat en overstijgt. Iets dat raakt aan datgene wat het meest wezenlijk is voor de mens. Het weten een rolletje te spelen in het universele toneelstuk van de aarde. Een toneelstuk, een gemeenschap van evolutie, waarin ook de ongeborenen en doden een rol spelen.
In de doorgeschoten waardering voor het individu is het misgegaan. Opmerkelijk – en zo herkenbaar voor mijzelf – is dat Scruton vaak het woord ‘godgevoel’ opvoert om dat besef te duiden. Godgevoel, als een religie en tradities overstijgend besef deel te zijn van dat grote geheel.
De schoonheid van erotiek, liefde, God
Die troost van de schoonheid kwam afgelopen week, in de lenteverrukking van dat Engelse landschap, weer zo indringend bij mij binnen. Troostend omdat het de schoonheid van leven en dood omvat – en daarmee de schrik van de dood wegneemt.
Het is de schoonheid van de erotiek als godgevoel, en dan bedoel ik de erotiek in een diepgaande en duurzame liefde. Scruton: ‘De romantische liefde is een van de grootste verworvenheden van de mensheid, die de erotische ervaring uittilt boven de dierenwereld.’
Het is de schoonheid van de liefde, Liefde, LIEFDE. Het is ten diepste de schoonheid van God. En daarom de ultieme troost.