De islam heeft veertien eeuwen geleden aan de vrouw het recht gegeven zelfstandig over haar eigendom te beschikken. Een moslimvrouw kan met andere personen overeenkomsten aangaan, kopen en verkopen, zonder toestemming van haar echtgenoot.[ 1] De man is verplicht van zijn inkomen en bezit de mensen die aan zijn zorgen zijn toevertrouwd te onderhouden. De vrouw kent die plicht niet. [2]
Rechten en plichten
De Koran maakt ons er nadrukkelijk op attent dat er een aantal rechten en plichten uit de huwelijkse belofte van trouw voortkomen. De stereotiepe onderdrukte vrouw komen we in de Koran zelf niet tegen. Steeds weer noemt de Koran nadrukkelijk vrouwen als gelijkwaardig aan de man, én moslimvrouwen en moslimmannen worden in één adem genoemd [3]:
Man of vrouw: de verdienste van uw werk zal Ik niet verloren doen gaan … leden van een en dezelfde mensheid en daarom gelijken van elkaar [4]. Om het even wie goed doet en gelooft – man of vrouw – zal de hemel binnengaan en niet het geringste onrecht worden aangedaan [5]. Beiden hebben recht op geluk [6]. Mannen zullen profijt hebben van wat zij verdienen en vrouwen zullen profijt hebben van wat zij verdienen [7].
Koran
Hieruit is afgeleid en structureel vastgelegd dat vrouwen recht hebben op hun eigen verdiensten, zelfstandig over hun bezittingen mogen beschikken (beheer van eigendom) en handel mogen drijven (zelfstandigheid bij rechtshandelingen). De verhoudingen tussen man en vrouw, en inkomen van de man en inkomen van de vrouw worden door maatschappelijke ontwikkelingen beïnvloed en soms zelfs (mede) bepaald.
De individuele identiteit van de vrouw gaat niet op in die van de man wanneer zij in het huwelijk treedt. Zij kan werken als zij dat wenst en zij kan zelfstandig contracten en handelsovereenkomsten sluiten. Door wederzijds verantwoordelijkheid te aanvaarden krijgen zowel man als vrouw een uitbreiding van rechten en plichten. Daar waar een van beide partijen een taak op zich neemt in verband met het onderhoud, voeding en opvoeding van gezin en kinderen, daar breiden de rechten zich ook automatisch uit. Wanneer beiden voor het huwelijk hebben gekozen, kiezen beiden daarmee ook voor een complementaire taak.
Werk en gezin
Zowel onder islamitische migrantenvrouwen in Nederland als onder moslimvrouwen in ‘de moslimwereld’ is het religieus ethische dwangmatige denken op het gebied van de segregatie van de seksen het belangrijkste obstakel voor de arbeidsparticipatie van vrouwen. We zien dat – ook bij de behoudende moslimgezinnen in Nederland – de beslissing of de vrouw wel of niet buitenshuis mag werken afhankelijk is van de economische noodzaak daartoe.
Of vrouwen nu binnenshuis of buitenshuis werken, hun deelname en/of anonimiteit wordt voornamelijk door moslimmannen bepaald. Veel vrouwen tellen hun zegeningen tijdens een geleidelijke vooruitgang van hun positie. Hieronder volgt een schets van de dagelijkse realiteit zoals die uit onderzoek naar voren komt. Om uiteindelijk vooruitgang te boeken, moeten we als moslims onze eigen zwakte- en sterktepunten in kaart brengen.
Wanneer tijdens een onderzoek aan moslimmannen wordt gevraagd of hun vrouwen werken, is het antwoord meestal ‘nee’. Wanneer de vraag wordt her-steld als: “Zou u zich gedwongen voelen om een plaatsvervanger in dienst te nemen indien uw vrouw u niet zou helpen bij uw werk?”, is het antwoord meestal ‘ja’. Dit is een heel korte samenvatting van wat over de hele wereld – maar in het bijzonder in de moslimwereld – bij dit soort onderzoeken naar voren komt [8]. Enorme hoeveelheden huishoudelijk werk worden door vrouwen in volstrekte anonimiteit verricht en extra werk in het bedrijf van de echtgenoot of het ‘grootfamiliebedrijf’ blijft onvermeld.
In de discussie of vrouwen nu wel of niet mogen deelnemen aan het arbeidsproces is de islam niet in eerste instantie de structurele belemmering. Dat dit wel vaak als eerste wordt genoemd als factor komt omdat de vraag vanuit het kader van de religieuze teksten wordt gesteld; los van onderzoek naar de sociale werkelijkheid. Dus het terrein van tekstonderzoek en de werkelijke positie van moslimvrouwen in de samenleving blijft volkomen gescheiden.
Vrouwenemancipatie
Nog belangrijker is dat vrouwen individueel en in groepen zich wel van de sociale onrechtvaardigheid bewust zijn, maar de juiste gereedschappen – bijvoorbeeld een goede definitie van ‘gender’ en sociaal en economisch rechtvaardige man-vrouwverhoudingen – missen. Over het algemeen spreken de vrouwen zelf over de patriarchale gender-discussie.
Ook bij moslimmigrantenvrouwen van de tweede generatie hebben we te maken met islamiseringsprocessen of seculariseringsprocessen die ervoor zorgen dat er steeds wisselend en verschillend op vragen wordt geantwoord, die voortkomen uit economische behoeften.
Een analyse van segregatie op basis van sekse op de werkvloer in de moslimwereld, zoals nu veel wordt gemaakt, laat duidelijk zien dat discriminatie van vrouwelijke arbeidskrachten op basis van achterhaalde interpretaties van op ‘de islam’ gebaseerde ethiek, nadelige invloed heeft op een aantal terreinen:
- de levensstandaard;
- de bijdrage aan de maatschappelijke emancipatie van de hele familie;
- het vermogen om de patriarchale gender-relaties binnen de familie tegen te gaan.
De bevrijding van de vrouw – mocht die plaatsvinden – is op dit moment van de geschiedenis niet te danken aan de islam. De onderwerpen vrouwenemancipatie, relatie en dialoog tussen moslims en niet-moslims, samenwerking op het gebied van mensenrechten, enzovoort, staan op dit moment alleen op de agenda van de moslimdenkers, niet op die van imams of andere onderknuppels. [9] Na de Koranopenbaring is er nog maar weinig van boven naar beneden doorgesijpeld of bekend geworden.

Koninklijk groen licht
Op 26 september 2017 kwam er koninklijk groen licht: vrouwen in Saoedi-Arabië mogen autorijden. Een historisch besluit dat koning Salman van Saoedi-Arabië heeft genomen. Het was het laatste land ter wereld waar het nog verboden was voor vrouwen om een auto te besturen, omdat daar de Saoedi-Arabische interpretatie van een vorm van sharia-wetgeving geldt.
12 december 2015 berichtte het ANP dat vrouwen in Saudi-Arabië voor het eerst mochten stemmen. Bijna duizend vrouwen hadden zich voor de gemeenteraadsverkiezingen die in Saudi-Arabië plaatsvonden verkiesbaar gesteld en ruim 130.000 hadden zich als kiezer ingeschreven. Het was een primeur voor het aartsconservatieve koninkrijk waar vrouwen niet eerder deelnamen aan verkiezingen. In totaal registreerden zich anderhalf miljoen mensen als kiezer. Ze konden kiezen uit meer dan 6.900 kandidaten inclusief de 980 vrouwen. De vrouwen moesten hun stem wel in aparte stembureaus uitbrengen, maar beginnen dus geleidelijk te penetreren in de mannenmaatschappij. Vrouwengroepen hadden een stem in de verkiezingen geëist én verwacht. Al was het alleen maar omdat de Koran hen dat recht veertien eeuwen geleden heeft gegeven. De Koran zegt immers:
O profeet! Wanneer gelovige vrouwen tot u komen om hun eed van trouw aan u af te leggen (…) aanvaard dan hun eed van trouw en smeek om vergiffenis voor hen van Allah. Allah is waarlijk vergevensgezind en genadevol [10].
En dit is unaniem als onderbouwing voor het kiesrecht van vrouwen geïnterpreteerd. De islam beperkt vrouwen dus zelfs niet in bestuurs- en politieke functies.
Daar waar ‘islamisering van overheid en politiek’ heeft plaatsgevonden, zoals in Iran en Pakistan, is de spanning tussen werkgelegenheid voor vrouwen en de versterkte relatie tussen patriarchaal denken en gender-onderwerpen het hoogst. De politieke programma’s die erop zijn gebaseerd om mannen- en vrouwenrollen te baseren op traditionele interpretaties van de sjari‘a falen en ook deze landen zien zichzelf uiteindelijk gedwongen om pragmatisch te zijn.[11]
Dit ligt niet zozeer aan de vrouwenbewegingen in moslimlanden of aan de programma’s zelf. De werkelijke oorzaak schuilt in het idee dat vrouwen geen autonome wezens zijn die zelf hun eigen moraliteit kunnen bepalen. De traditionele gender-rolpatronen die zijn gebaseerd op segregatie en obsceniteit, dienen plaats te maken voor een gender-filosofie waarbij de meest geschikte de job krijgt. Beroepen in overwegend mannelijke kringen, zoals advocaten en notariskantoren, ministeries, technische bedrijven enzovoort, hoeven geen belemmering voor werk te zijn. Moslimvrouwen zijn uitstekend in staat om verbaal en door lichaamstaal duidelijk te maken waar hun grenzen liggen.

Geen beperking
In het algemeen zou je dus kunnen stellen dat er vanuit de islam geen beperking aan de bewegingsvrijheid van vrouwen wordt opgelegd om te reizen voor studie, werk of andere doeleinden. Er moet naar worden gestreefd dat de condities waaronder dit plaats vindt veilig zijn, maar dat is niet een typisch islamitisch waarde. Voor ieder mens wordt dit als een belangrijke voorwaarde gesteld. Maar het gaat specifiek over de islamitische definitie van veiligheid en het gaat binnen die definitie over de veiligheid van de vrouw – volgens de behoudende interpretatie van de islam.
Zoals in veel overwegingen van traditionele moslims, over sociaal maatschappelijke contacten op de werkvloer, tijdens studie, en alle gelegenheden van socialisatie in het algemeen, staat hier de vraag centraal: zijn vrouwen autonoom, onafhankelijk en individueel in staat hun eigen moraliteit te bepalen? De traditionele islam geeft daar een negatief antwoord op.
Daarom gaat het om de nieuwe definitie van ‘veiligheid voor vrouwen’ die vanuit de islam kan worden gegeven indien we ‘ja’ zeggen op de vraag: zijn vrouwen moreel autonoom? Binnen de context van wat er hierover door moslimgeleerden wordt gezegd – die de moeite hebben genomen dit onderwerp bespreekbaar te maken – kunnen we deze vraag volmondig met ‘ja‘ beantwoorden. Vrouwen zijn net als mannen in staat voor zichzelf te bepalen waar hun grenzen liggen en hoe zij dat aan het andere geslacht duidelijk moeten maken.
Concluderend kunnen we stellen dat er noch in de tijd van de profeet, noch in deze tijd een duidelijke grond is te vinden om vrouwen te verbieden deel te nemen aan maatschappelijke en economische processen van wonen, weten, werken en handel drijven. [12]
Voetnoten:
- Gebaseerd op de hieronder in voetnoten vermelde verzen van de Koran.
- Koran 4:7-11
- Koran 33:35
- Koran 3:195
- Koran 4:123, 40:40
- Koran 16:97
- Koran 4:32
- Zie bijvoorbeeld: Maryam Poya, Women, Work & Islamism, Ideology & resistance in Iran, Zed Books Ltd, London – New York, 1999
- Zoals Abdullahi Ahmed An-Na‘îm, ondermeer Algemeen Eindredacteur van een serie studies in boekvorm: Cultural Transformation and Human Rights in Africa; Islamic Family in a Changing World: A Global Resource Book; Women’s Rights and Islamic Family Law: Perspectives on Reform, edited by Lynn Welchman, Zed Books Ltd, London – New York, 2004. Zie ook de studie: Women in Islam, Critical Concepts in Sociology (Ed. Haideh Moghissi), a three volume interdisciplinary collection of womens studies in political science, religion, cultural studies, sociology of gender and anthropology, Routledge, 2004
- Koran 60:12
- Maryam Poya, Women, Work & Islamism, Ideology & resistance in Iran: Reform in Family Law en Breaking the Rules, New York, 1999
- Zie ook:
Economic equality (Wise muslim women);
Independence and Economic rights of women (Islam.org);
Economic rights (Mwlusa);
Islamic viewpoints in South Asia;
Helping Germany by helping Muslim women (New York Times).
Meer informatie:
- Lees deel 1 uit de reeks Zelfbeschikkingsrecht van de moslimvrouw.
- Een interview met moslimfeminist Berna Toprak.
- Andere artikelen van/over Abdulwahid van Bommel.
In de geschiedenis terugzoekend vinden we de eerste vroege tekenen van grootschalige vrouwenemancipatie in de beginperiode van islam onder leiding van profeet Mohammed (vzmh), de grootste strijder voor vrouwenrechten in zijn tijd. Het heeft lang geduurd voordat andere streken en hun leiders enigzins in de buurt kwamen daarvan, mede doordat andere grote denkers de vrouw op hieraan tegengestelde wijze beschreven. In Griekse mythologie zien we Pandora als bron van alle kwade zaken, Chrysostom zag vrouwen als onvermijdelijk kwaad, Aristoteles zag de vrouwelijke staat als vervorming, Aquinas zag vrouwen als een vorm van misgeboorte, Nietzsche praatte over de vrouw als bron van dwaasheid, onredzaam. Waar in islamitische kringen sprake is van dergelijke opvattingen is sprake van terugval en toenemende afstand tot het religieuze gedachtengoed. Dat zijn geen tekenen van islam.
De islam zegt als je uitspraken doet moet je de bron bij vermelden. Zonder bronvermelding is het larie koek en afstand van nemen. Dus niet alleen koran bij vermelden maar daad werjelijk de zin of overlevering van de profeet. Welk boek en door wie overgeleverd.