Het is minder dan toen ze in de Tweede Kamer zat, maar een werkweek van veertig uur haalt Ina Brouwer (73) zeker. “Ik vind van alles interessant en dat verandert niet met je leeftijd. Je bent een nieuwsgierig persoon of niet. Als je lang bezig bent, en je hebt de capaciteit om dingen snel op te pakken om te veranderen en niet in het verleden te blijven steken, dan ligt de wereld voor je open, op welke leeftijd dan ook.”

“Ik doe hetzelfde als wat ik in de politiek deed, alleen nu vanuit de advocatuur. Ook ben ik weer een boek aan het schrijven. Daarnaast zijn er lezingen die ik bezoek, en cursussen die ik volg om mijn aantekening als advocaat te kunnen houden. Het is druk, maar ik vind het allemaal leuk en het houdt me scherp.”

Ina Brouwer startte haar carrière als advocaat. “Ik kom oorspronkelijk uit Rotterdam, maar ging op aanraden van mijn vader naar Groningen om daar rechten te gaan studeren. Ik wist niet wat ik wilde worden, maar hij zei, je kan goed leren, dus ga maar rechten doen. Amsterdam vond hij geen goed idee, dat was veel te rood. Mijn ouders waren namelijk VVD-stemmers.”

Een onmiddellijk succes was het niet. “Ik vond de studie saai,” vertelt Brouwer. “Ik werd lid van het corps, maar daar voelde ik me niet thuis. Ik snapte niks van alle gebruiken en tradities. Ik voelde geen verbinding met mijn medestudenten. Het waren de zoontjes en dochters van rechters en notarissen. Over het algemeen vond ik het saaie mensen, die een saaie studie deden.”

Op een gegeven ogenblik, het was begin jaren zeventig, vroeg een vriendin Ina Brouwer om mee te gaan naar India voor een reis van een paar maanden en dat zorgde voor een omslag. “In India kwam ik zoveel ellende tegen,” zegt Brouwer, ‘mensen lagen buiten op matjes te creperen. Dat vond ik heel heftig, vooral omdat niemand iets deed. We waren bij een ashram waar een goeroe predikte over soberheid, terwijl hij zelf een enorme buik had. Toen dacht ik, dit klopt van geen kant. Je hebt zelf aan niks gebrek, maar buiten liggen mensen te sterven. Het was voor mij heel helder dat ik iets moest doen.”

AvdMeer_NieuwWij_InaBrouwer_15
“De angst van mijn vader was dat ik als CPN-er nergens terecht zou komen” Beeld door: Anke van der Meer

Kort na die reis werd Ina Brouwer lid van de CPN. Niet per se voor de hand liggend als dochter van een politiecommissaris die zijn hele leven VVD stemde. “Voor mij was het wel een logische stap. Ik was maatschappelijk actief, en kende veel mensen die lid waren van de CPN. Ik was stomverbaasd dat mijn ouders niet zeiden, wat leuk voor je. Nu snap ik mijn vader, maar toen dacht ik, we kunnen toch discussiëren over onze verschillende standpunten? De grote angst van mijn vader was, weet ik nu, dat hij dacht dat ik als lid van de CPN nooit meer ergens terecht zou komen. Hij zei, je bent zo intelligent, jij kan zo goed leren, je kan rechter worden. Maar dat heb je nu afgesloten, want een CPN’er, die wordt geen rechter.”

In 1980 kwam Ina Brouwer in het partijbestuur van de CPN. Het waren de jaren dat de partij afstand begon te nemen van de Sovjet-Unie, en zich meer richtte op vrouwen- en homorechten. “Wij waren bezig met de vernieuwing van de partij en voerden discussies over democratisering van de CPN en van het socialisme. Een beetje de Gorbatsjov-lijn: hoe kan je een socialistische samenleving, waarbij je niet alles aan de markt laat, vormgeven op een democratische manier?”

“Wij waren bezig met idealen als een betere positie voor vrouwen, de beweging tegen kernwapens, de antiapartheidsbeweging. Op zich heeft de huidige beweging van Extinction Rebellion er wel iets van weg, maar wat het fundamenteel anders maakt is dat wij ons altijd richtten op mensen. We hielpen vluchtelingen. We hadden contacten met mensen uit Oost-Europa, uit Zuid-Afrika, uit Chili. De huidige klimaatbeweging is veel abstracter en gaat minder over mensen. Dat maakt het, denk ik, moeilijker om iedereen mee te krijgen.”

“Extinction Rebellion heeft bijvoorbeeld bij Tata Steel opgetreden. Mensen vanuit de vakbeweging en de omgeving waren op hetzelfde moment bezig met gesprekken om de directie te overtuigen om duurzame investeringen te doen en te vergroenen. Zij waren helemaal niet blij dat Extinction Rebellion daar dwars doorheen ging. Die hielden geen rekening met deze groepen die allang bezig waren met het aanpakken van de hoogovens, maar dan in relatie tot de direct belanghebbenden, zoals omwonenden en werknemers.”

AvdMeer_NieuwWij_InaBrouwer_12_1
Ina Brouwer over Marcus Bakker: “Hij was een inspirerende man” Beeld door: Anke van der Meer

In de grote boekenkast in haar werkkamer staat een foto waar Ina Brouwer in het bankje in de oude Tweede Kamer zit naast CPN-partijleider Marcus Bakker. In 1981 nam ze het stokje van hem over als fractievoorzitter. “Hij was een inspirerende man. Hij zei altijd tegen mij, je moet hier niet de hele dag rondhangen, want daar leer je niks van. Je moet gewoon bij de mensen zijn om van hen te horen. Maar je moet wel altijd bij de Regeling van Werkzaamheden zijn, want daar wordt besloten wat de te behandelen zaken zijn. Meestal stond hij zelf achter het gordijn een sjekkie te roken, maar als het zover was dan liep hij op zijn hele bedachtzame manier naar het spreekgestoelte en begon een oratie te houden. Zonder gêne zei hij tegen Hans Wiegel, moet je hem nou zien staan daar als een koe die over een hekje staat te kijken, dat soort dingen. En dan moest de hele Kamer lachen. Ik dacht, hoe durft hij dat? Ik vond zijn analyses niet altijd goed, maar hij had een charisma waardoor mensen thuis bleven als hij op televisie was.”

Tot 1986 was Brouwer fractievoorzitter van de CPN, maar tijdens de verkiezingen verloor de partij alle drie de zetels en verdween daarmee uit de Kamer. De andere kleine partijen EVP, PPR en PSP verloren ook aanzienlijk wat mede de aanleiding vormde voor de fusie van de vier partijen tot GroenLinks. Voor Brouwer is dat iets waar ze met tevredenheid op terugkijkt. “In de politiek waren er veel momenten dat ik dacht, dat doe ik helemaal niet goed. Zo is de CPN is onder mijn leiding uit het parlement verdwenen, maar daarna kwam er weer wat anders. De samenstelling van de verschillende partijen en de oprichting van GroenLinks is namelijk wel gelukt en daar heb ik aan bijgedragen. Dat geeft een boost.”

“Een van de redenen om op te houden met de CPN, en GroenLinks te vormen, was dat we allemaal hetzelfde dachten,” legt Brouwer uit. “Tussen de PPR en PSP was niet zoveel verschil meer. De PvdA had trouwens ook kunnen aansluiten, maar die was te groot om mee te doen. Voor de CPN was het probleem dat alles wat we wilden en alles wat we zeiden, niet werd opgepakt. De C in onze naam zat in de weg.”

Mijmerend gaat Brouwer verder. “Misschien is dat ook het probleem geweest bij mijn aanmelding voor de kandidatenlijst van GroenLinks-PvdA, dat een CPN-verleden toch meespeelt voor een kandidatencommissie. Het lijkt mensen toch een beetje huiverig te maken. Ik was het afgelopen najaar acht weken in Amerika, waar ik veel mensen ken, maar ook daar moet ik blijven uitleggen dat de CPN niet Russisch was. Dat is lastig. Even simplistisch gezegd, heeft de Sovjet Unie het communisme een slechte naam gegeven.”

AvdMeer_NieuwWij_InaBrouwer_10
“Veel verzetsstrijders, waaronder Hannie Schaft, waren communist” Beeld door: Anke van der Meer

“Ik heb altijd gezegd, je moet de goede dingen meenemen van het communisme. Het zijn toch de communisten geweest die een belangrijke rol hebben gespeeld in de Tweede Wereldoorlog. Als een van de weinige partijen waren ze al heel lang bezig met joden opvangen, met stakingen organiseren, met strijden tegen het fascisme. Dat komt allemaal voort uit communistisch gedachtegoed. Veel verzetsstrijders, waaronder Hannie Schaft, waren communist.”

“Vlak na de oorlog hebben de communisten in Nederland 10 procent van de stemmen gekregen, gelijk aan 15 zetels. Dat kwam omdat een groot deel van de bevolking wist wat ze gedaan hadden in de Tweede Wereldoorlog, maar twee jaar later was dat helemaal voorbij. Uit de rapporten van de Binnenlandse Veiligheidsdienst blijkt ook dat de hele CPN werd geïnfiltreerd en tegen elkaar werd opgezet. Ik ben trouwens nog in de jaren tachtig afgeluisterd, weet ik.”

“Daarna heb ik ook wel wat gemerkt van anticommunisme. Dat ik kandidaat was voor een burgemeesterschap bijvoorbeeld, maar dat men toch liever iemand had zonder CPN-achtergrond. Als de benoeming via een referendum was gegaan, had ik individueel veel meer binnen gehaald, maar ik was niet van de goede partij. Wat dat betreft heeft mijn vader wel gelijk gehad toen hij zei dat ik beter lid van de PvdA had kunnen worden. Dan was je minister geweest, zei hij. ‘Misschien wel, maar is dat dan leuk om minister te zijn?’, vroeg ik hem. Dat begreep hij niet. Ik sta trouwens nog steeds achter mijn keuze van die tijd, want heb er veel van geleerd. En de oude verzetsmensen heb ik altijd zeer bewonderd.”

In 1994 organiseerde GroenLinks een lijsttrekkersreferendum en Ina Brouwer stelde zich kandidaat samen met Mohammed Rabbae. Brouwer: “GroenLinks hadden we opgericht voor een vernieuwing van de partijcultuur, maar ik vond dat dat er te weinig van uitkwam. Toen heb ik mezelf kandidaat gesteld als duo-lijsttrekker samen met Mohammed Rabbae. Het gedeelde lijsttrekkerschap wilde ik omdat ik een klein kind had. Ik dacht ik, ik wil ook moeder zijn. Dat was heel erg een thema uit de vrouwenbeweging, heel vernieuwend.”

AvdMeer_NieuwWij_InaBrouwer_2
“Ik zag het belang van internationale organisaties, maar ook hoe kwetsbaar het is” Beeld door: Anke van der Meer

“We wonnen het referendum, maar verloren in de verkiezingen een zetel. Toen was mijn energie een beetje op en ben ik opgestapt. Daarna ben ik door Ad Melkert gevraagd om directeur emancipatiebeleid te worden. Hij wilde als minister iemand hebben die het emancipatiebeleid vernieuwde. In de Kamer had ik er veel ideeën over, vandaar dat hij vroeg of ik dat als directeur wilde doen. Ik heb er lang over nagedacht, want ik ben geen echte ambtenaar, maar omdat ik veel vrijheid kreeg van hem als minister, heb ik ja gezegd. Vanuit die functie heb ik veel kunnen doen. Ik vond het leuk om te zien hoe een Nederlandse overheid in internationaal verband invloed heeft. Bijvoorbeeld tijdens de Wereldvrouwenconferentie van de VN in Peking, waar bijvoorbeeld ook een land als Iran overtuigd moest worden van vrouwenrechten. Dat is een hele uitdaging. Het heeft mij inzage gegeven in het belang van internationale organisaties, maar ook hoe kwetsbaar het is. Dat zie je nu ook, want volgens de VN-verdragen zou dat wat Israël nu doet in Gaza niet kunnen. Dat Poetin zich niets aantrekt van de Universele Rechten van de Mens met zijn oorlog tegen Oekraïne. Zulke schendingen hebben ook invloed op Nederland, op de kiezer bijvoorbeeld, want die verdragen zouden gewoon gehandhaafd moeten worden en dat gebeurt niet. Daarom moeten we juist nu volhouden dat de VN-verdragen de enige mogelijkheid zijn om mensenrechten af te dwingen. Ik denk dat als je die boodschap brengt er een breed draagvlak is voor die lijn.”

Toen in 2023 bekend werd dat GroenLinks en PvdA samen met één lijst kwamen voor de Tweede Kamer, was het voor Ina Brouwer duidelijk dat zij zich kandidaat zou stellen. “Het is goed dat de twee partijen samengaan. Vanuit de geschiedenis heb ik daar veel ideeën over. Ik had me aangemeld omdat ik me zorgen maakte over het parlement en over de politiek. Maar ook omdat ik weet wat ik kan, bijvoorbeeld door een praktisch vervolg te geven aan grote zaken. Zo ben ik al jaren aan het procederen voor iemand die vastzit in de toeslagenaffaire, maar ik kan ook proberen vanuit het parlement een praktische oplossing te vinden voor veel meer mensen.”

AvdMeer_NieuwWij_InaBrouwer

“Ik zei tegen de Kandidatencommissie: ik hoef niet hoog op de lijst te staan. Wat ik wil, is dat ik een paar initiatieven in de Kamer kan nemen, om bijvoorbeeld binnen twee jaar de aardgasellende of de toeslagenaffaire op te lossen. Want wat nu gebeurt, is dat er een parlementaire enquête komt om te bestuderen hoe het allemaal misging, maar daar zitten mensen niet op te wachten. Ze willen een oplossing. Mijn voorstel was om dat als een groot project op te pakken en het pragmatisch op te lossen. Dat gebeurt nu niet, omdat veel Kamerleden niet weten hoe dat moet, maar ik weet dat vanuit mijn brede ervaring wel. Ik dacht dat ik dus wel wat kon toevoegen, maar dat werd niet begrepen.”

“Ik kreeg een telefoontje dat er 250 kandidaten waren, en dat er al een andere advocaat op de lijst stond, dus dat ik niet op de kandidatenlijst kwam. Onder andere op LinkedIn had ik al ontzettend veel ondersteuning gekregen van mensen die zeiden, ik ga op je stemmen, maar als het dan niet doorgaat, dan is het een kwestie van wrong time, wrong place. Ik beschouw afwijzingen nooit als heel persoonlijk. Ik heb een eigenzinnig profiel en dat past niet altijd in een cultuur waarin alles gemiddeld moet zijn.”

Volgens Brouwer was de politieke cultuur in de jaren tachtig en negentig anders. “Het waren vaker mensen zoals ik, eigenzinnig maar ook met een eigen profiel. Het was niet zo dat je elkaar allemaal maar aardig moest vinden zoals in deze politieke tijd. Ik kom nog uit een tijd waarin de zuilen weliswaar aan het afbrokkelen waren, maar ze waren er nog wel. Dus je wist waar je voor stond: tegen kernwapens, voor het afbreken van de muur, tegen apartheid, allemaal heel duidelijk. Nu is de wereld totaal veranderd, zonder vaste ijkpunten. Dat maakt het ingewikkeld. Mijn antwoord daarop is dat je moet bedenken welke realistische ijkpunten je nu hebt als progressieve partij. Niet alleen maar vijanddenken wat de politiek aan de linkerkant teveel doet, daar red je het niet mee, maar juist kijken waar je vóór kunt zijn.”

“De huidige linkse cultuur is vooral anti. Eerst anti-Mark Rutte, nu ongetwijfeld anti-Wilders. Terwijl Mark Rutte een goede bestuurder is. Dat heb ik altijd gevonden en die mening werd me niet in dank afgenomen, maar nu beginnen artikelen te komen over hoe belangrijk hij was doordat hij bijvoorbeeld de man was die Geert Wilders in zijn hok hield. Als je een ander tot kwaad kan bestempelen, dan ben jij zelf een beetje de goeie. Ik ben opgevoed om altijd iets positief te formuleren te midden van een boel ellende. De verzetsgeneratie heeft natuurlijk alleen maar kunnen overleven door te geloven in iets beters, door er een positieve draai aan te geven. Die houding was voor mij ook een reden om bij de CPN te gaan. Het kan ook als naïef worden opgevat, maar dat vind ik niet erg. Ik heb in mijn leven geleerd, dus als fractievoorzitter, als advocaat, als bestuurder, om een positief verhaal altijd realistisch te maken.”

Een gebrek aan authentiek leiderschap is volgens Brouwer de reden dat iemand als Wilders kon winnen. “Niemand in de huidige politiek is echt uitgesproken. Dan zie je juist de uitgesproken types zoals Wilders winnen. Terwijl hij niks brengt aan oplossingen, alleen maar verdeeldheid. Denk je dat politici in de jaren tachtig aardige mensen waren? Natuurlijk niet, Joop den Uyl die griste zo de interruptiemicrofoon uit mijn hand als hij even de kans kreeg. Hans Wiegel was gewoon een ijdeltuit en Marcus Bakker vertrouwde niemand. Het waren allemaal persoonlijkheden die van alles hadden meegemaakt, maar wel ergens voor stonden. Dat is in deze tijd veel minder en daarom gaan kiezers niet zomaar mee, is mijn opvatting.”

AvdMeer_NieuwWij_InaBrouwer_7
“Ik ga weer een boek schrijven” Beeld door: Anke van der Meer

“Ik blijf een echte advocaat, in de zin dat ik vind dat je de feiten moet respecteren en dan kunt discussiëren over de interpretatie ervan. Maar als je de feiten gaat ontkennen, zoals Baudet doet, dan ga je het moeras in, en is er geen moreel kompas meer. Het feit dat Wilders zoveel heeft gewonnen, betekent wel dat veel mensen die stroming omarmen die niet vanuit de feiten werkt, maar vanuit het vijanddenken. Ik snap dat mensen stemmen vanuit hun gevoel, dat neem ik mensen niet kwalijk, maar politieke leiders moeten wel proberen mensen een beetje op te voeden.”

“Tegelijk vind ik dat de middenpartijen als GroenLinks-PvdA niet dingen moeten roepen als, we gaan om je heen staan, of de rechtsstaat gaat eronderdoor. Dat helpt niet, want dat klinkt alsof al die stemmen op Wilders ondemocratisch zijn. Ook al voelen een heleboel mensen die emotie, dan moet je als politieke leiding juist bij de feiten blijven, en bijvoorbeeld zeggen, wij gaan in het Parlement heel concreet kijken wat we kunnen doen.”

“Natuurlijk zijn er in deze tijd ook politici die ergens voor staan, Omtzigt bijvoorbeeld. Ik geloof ook best dat Frans Timmermans voor zijn principes staat. Dilan Yesilgöz vind ik het heel goed doen. Te midden van al die mannen houdt ze toch stand, dat vind ik moedig, maar zij zal zich ook nog verder moeten ontwikkelen.”

“Wat ook anders is, is dat mensen tegenwoordig politiek gewoon zien als een tijdelijke baan. Een staatssecretaris, die van de ene op de andere dag weggaat en in het bedrijfsleven gaat werken, dat was in onze tijd not done. Politiek zag je als een roeping. Bij Laurens Dassen van Volt zie ik dat hij echt een roeping heeft, dat hij Europa wil betrekken, en Henri Bontenbal die het CDA weer terug op de kaart wil. Politici die de roeping belangrijk vinden, komen wel terug. Mensen die alleen maar de politiek in willen vanuit het idee ‘ik zit daar lekker, het is interessant en ik krijg aandacht van de media’, die blijven niet zo lang. Het is namelijk heel hard werken en je krijgt heel veel negatieve reacties.”

Nu Brouwer haar ideeën niet via de Kamer ten uitvoer kan brengen, blijft ze in de advocatuur. “En ik ga schrijven, dat heb ik altijd gedaan. Ik ga weer een boek schrijven. Ik heb allerlei onderwerpen waar ik over nadenk, bijvoorbeeld wat populisme eigenlijk is. Zo’n boek schrijf ik uit een soort verantwoordelijkheidsgevoel, het is een must.”

Dat leeftijd een issue is, bestrijdt Brouwer stellig. “Ik ben met een stuk bezig over privacy-recht. Als ik dat vergelijk met mijn collega’s die veel jonger zijn, dan merk ik dat ik door mijn ervaringen toch iets extra’s kan inbrengen. Het is heel goed om een nieuw terrein binnen te gaan en oude ervaringen mee te nemen. Tegen mensen van mijn leeftijd zeg ik dus: Je moet vooral niet meegaan in de beeldvorming van oude mensen. Die beeldvorming is dat je achterblijft. Die beeldvorming is dat je niet meer kan innoveren. Die beeldvorming is dat je niet meer de energie hebt om dit te kunnen doen. En mijn eigen ervaring is bijna het tegenovergestelde. Voor mij voelt doorgaan heel natuurlijk aan.”

In de serie ‘Waarom blijft u doorgaan?’ onderzoekt Anke van der Meer voor NieuwWij.nl de drijfveren van een aantal oud-politici om actief te blijven. Dat doet zij door middel van fotografie en een goed gesprek. Eerder portretteerde ze in deze serie Jan PronkJan Terlouw, Kathleen Ferrier en Anja Meulenbelt. Dit interview met Ina Brouwer is de vijfde en laatste aflevering in deze serie.

Anke_portret_2021_1

Anke van der Meer

Schrijver en documentaire fotograaf

Anke van der Meer is schrijver en documentaire fotograaf. Ze werkt in de redactionele hoek, maar maakt ook eigen projecten met een …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.