Stranders vindt het onverstandig om wat Israël in Gaza heeft aangericht een genocide te noemen. “Het Internationaal Gerechtshof stelt dat er onderzoek mag worden gedaan, maar het zegt niet dat er sprake is van genocide. Er ligt nog geen uitspraak. Amnesty International en andere organisaties spreken voor hun beurt. Dat mag, maar het is heel onverstandig om Israël te beschuldigen van genocide. De militaire operatie lijkt op genocide, maar is er ook een intentie tot het plegen ervan?”

“Je kunt zeggen: leden van het Israëlische kabinet hebben de meest verschrikkelijke dingen geroepen en er zijn veel doden gevallen, dus één plus één is twee: het moet wel genocide zijn. Maar het is toch aan juristen om dat te bepalen en dat kost tijd. Je hebt genocides in alle soorten maten. In veel andere gevallen lag het ook ingewikkeld. Nu riepen mensen al op 8 oktober 2023 dat Israël was begonnen met het uitvoeren van een genocide.”

“Er zijn veel gradaties waarin je het Gazaconflict kunt beschrijven. Natuurlijk is het afschuwelijk en tragisch wat er gebeurt, maar wat er op geopolitiek niveau en achter gesloten deuren plaatsvindt, dat weten we niet echt. We gaan af op wat de media ons vertellen. Het ene medium is daarbij betrouwbaarder dan het andere. Met name sommige sociale media zijn gebaat bij aandacht en effectbejag. Dat vertroebelt onze blik enorm.”

“Ik verdedig Israël niet. Wat we weten is dat er in Gaza ongelooflijk veel burgerdoden zijn gevallen. Ik vind dat verschrikkelijk. Nogmaals: Israël had zich om heel veel redenen nooit op deze manier moeten verdedigen. Of je het trouwens een oorlog moet noemen, betwijfel ik. Er staan geen twee legers tegenover elkaar. Maar je moet het ook niet zo zwart-wit framen alsof er alleen maar onschuldige mensen in Gaza wonen en je aan de andere kant alleen het misdadige leger van Israël hebt staan.”

“Er is een Hamas dat raketten afschiet. Hamas is ook een gruwelijke agressor. Recent zijn er veel rekruten bijgekomen, zoals voorspeld. Ze houden nog steeds gijzelaars vast, vrouwen en jonge kinderen. Ze willen hun dictatoriale regime in Gaza behouden. Waarom mocht er niemand van de burgerbevolking schuilen in de vijfhonderd kilometer aan tunnels onder Gaza? Je kunt dus niet alleen naar Israël wijzen als de agressor. Maar aan de andere kant: ook die Hamasstrijders zijn vaders en zonen.”

Photo: Nichon Glerum
“Je kunt niet alleen naar Israël wijzen als de agressor” Beeld door: Nichon Glerum

“Toch moeten we niet vergeten dat er een ongekend gruwelijke aanslag is gepleegd. Natuurlijk mag een regering daar iets tegen doen. Maar ik ben ik het tot in het diepste van mijn wezen oneens met wat Netanyahu doet. Ik denk overigens dat een gematigde regering hetzelfde zou hebben gedaan, maar Israël had kunnen volstaan met een week de belangrijkste stellingen van Hamas aanvallen. Daarna had Israël moeten gaan onderhandelen – of in ieder geval toen de eerste gijzelaars vrijkwamen.”

“Netanyahu had toen een finale deal moeten sluiten. Nu is Israël met deze regering met ultra-nationalisten en ultra-religieuzen en een getraumatiseerd electoraat in een alles of niets wereldbeeld terechtgekomen. Israël draagt daar zelf verantwoording voor en moet dus ter verantwoording worden geroepen. Netanyahu zal mogelijk voor het Internationale Strafhof moeten verschijnen. Maar dat geldt ook voor Poetin, de president van Iran en Assad – en daar heb ik niemand over horen roepen. Poetin voert ook geen verdedigingsoorlog.”

Stranders kan zich goed voorstellen dat mensen zeggen: maar de operatie van Israël ziet eruit als een genocide. “Er zijn vast oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid gepleegd. Het oorlogsrecht is geschonden. Er is sprake van etnische zuiveringen. En toch houden onze westerse leiders Israël de hand boven het hoofd. Ik begrijp dat mensen het dan een genocide noemen in de hoop dat het geweld stopt. Maar hebben ze gelijk? Genocide, dat is nog al wat. Het is de grootste zonde die je kunt plegen.”

“Ook Zuid-Afrika redeneert: we gaan naar het Internationaal Gerechtshof om aan te tonen dat er sprake is van genocide zodat Israël gedwongen wordt te stoppen. De vraag is: stop je daarmee nù de genocide? Het onderzoek van het gerechtshof zal zeker twee, drie jaar duren. Aan de mensen die al veertien maanden roepen dat het een genocide is, vraag ik: is er naar je geluisterd? Heeft Israël naar je geluisterd? Hebben de westerse regeringsleiders naar je geluisterd?”

“Ik snap dat mensen zich uitspreken vanuit morele verontwaardiging. Maar waarom werd Israël meteen de grootste misdaad aller tijden in de schoenen geschoven? Wat is daarmee bereikt? Direct na 7 oktober roepen dat er sprake was van een genocide heeft Joden over de hele wereld in het defensief gejaagd. Zij ervoeren het als antisemitisme want zij vonden de kritiek disproportioneel.”

Photo: Nichon Glerum
Jaïr Stranders Beeld door: Nichon Glerum

“Er zijn beslist mensen bij wie het genocide roepen voortkomt uit bezorgdheid, maar er zijn er ook die vanuit een ander belang Israël willen wegzetten als het grootste kwaad in de wereld. Want: kolonialisme, fascisme, zionisme, imperialisme, apartheid. Ik wil Israëls misdaden niet onder het tapijt vegen. Ik heb me altijd uitgesproken tegen de bezetting vanaf 1967. De oprichting van Israël bevat, achteraf bezien, sowieso een weeffout. Maar je moet de stichting van de Joodse staat niet willen terugdraaien. Het is een gegeven dat er Joden wonen.”

Jaïr Stranders werd in 1978 geboren in Sittard, in een Joods gezin. Zijn vader werkte als inkoper voor een confectiebedrijf. Stranders heeft een drie jaar oudere zus. In 1983 verhuisde het gezin naar Israël. “Mijn ouders wilden daar hun Joodse identiteit versterken. Zij waren liberaal Joods, maar niet belijdend opgevoed. Hun beider families zijn getekend door de oorlog. Mijn opa en oma van vaderskant waren gevlucht naar Zwitserland. Daar is mijn vader geboren. Mijn vader leeft nog, mijn moeder is recent overleden.”

Na zijn Aliyah werd het gezin Stranders een paar maanden ondergebracht in een opvangdorp voor immigranten. Daarna verhuisden zij naar een stad in de buurt van Tel Aviv. “We leerden daar Ivriet. Mijn zus en ik gingen er naar school. Mijn vader werkte bij een warenhuis; mijn moeder bij een farmaceutisch bedrijf. Het was de tijd dat Israël ging bouwen op de Westbank. Ik weet nog dat daar geen hekken of muren stonden en dat we boodschappen gingen doen in de Arabische dorpen.”

“Er was altijd de dreiging van aanslagen, maar de situatie was niet zo grimmig als nu. We wisten wel dat we goed moesten opletten. Er werden soms voorwerpen gevonden die een explosief konden zijn. Wat we sterk meegekregen, was nationalisme. Bijvoorbeeld bij de jaarlijkse verheerlijking van de heroïsche onafhankelijkheidsoorlog op Onafhankelijkheidsdag. Dan stond je met vlaggetjes te zwaaien. Ik heb dat toen niet als ongezond of indoctrinerend ervaren, maar dat was het natuurlijk wel.”

Na vier jaar keerde het gezin terug naar Nederland. “Mijn vader kon hier een bedrijf overnemen. Dat wilde hij altijd al graag. We gingen wonen in Alphen aan de Rijn. Daar woonde mijn moeders moeder, die een dagje ouder werd. In Nederland beleefden we onze Joodse identiteit sterker dan in Israël. We gingen hier naar de Liberaal Joodse Gemeente in Amsterdam. In Israël waren we niet actief in een gemeente. We deden alleen mee aan de landelijke feestdagen en we vierden sjabbat.”

“In Israël had je toentertijd nog weinig liberaal Joodse gemeenten. Je was daar in meer of mindere mate orthodox of je was seculier. De feestdagen maakte ik op school mee, zoals hier Sinterklaas, Kerst en Pasen. Wat mijn ouders zochten, vonden zij niet in Israël. Hun Joodse identiteit, cultuur en religie vonden ze pas hier in Amsterdam, juist omdat die zaken in Israël zo alomtegenwoordig waren. Ze vonden in Israël geen gemeenschap waarbij ze zich konden aansluiten. Hier wel.”

Stranders studeerde filosofie aan de Universiteit van Amsterdam en werd bij de Amsterdamse Hogeschool voor Kunsten opgeleid tot theaterdocent. In 2010 richtte hij met anderen Theater Na de Dam op, een jaarlijkse manifestatie op 4 mei. Hij is er artistiek leider. Stranders is ook voorzitter van de progressieve Joodse beweging Oy Vey. De activistische leden noemen zich unapologetic Joods. “Zij focussen zich op Jodendom dat niet zo draait om Holocaust, antisemitisme en Israël; het gaat hen om een positieve Joodse identiteit.”

Stranders is al sinds zijn jeugd actief bij de Liberaal Joodse Gemeente Amsterdam. “Daar ben ik een kind van. Daar ken ik iedereen. Ik ben er ook bestuurslid. Toen ik achttien was, ben ik naar Amsterdam verhuisd. Mijn Joodse identiteit is gevormd bij de Liberaal Joodse Gemeente.” Stranders deed lang over zijn studie filosofie. “Ik maakte al theater en ik gaf les en ik ben niet zo goed in gedisciplineerd werken in mijn eentje.” Stranders is getrouwd met actrice en theatermaker Sam Ghilane, dochter van een Nederlands-Joodse moeder en een Marokkaanse vader die moslim is. “Ik weet niet beter dan dat je een gelukkig bi-cultureel huwelijk kunt hebben.” Stranders woont met zijn vrouw en zijn dochtertjes van twee en zes in een kleine woning in de Amsterdamse Pijp.

“Sam is qua cultuur Marokkaans maar door haar Nederlandse moeder opgevoed. Ze identificeert zich niet als Marokkaans. In meer of mindere mate is bijna ieder mens bi-cultureel. Ik ben het ook omdat ik de Nederlandse en Joodse identiteit heb. Sam verenigt in haar wezen twee culturen die op het wereldtoneel zo tegenover elkaar lijken staan. Dat vind ik fascinerend, maar ze hoeft er geen moeite voor te doen; het gaat vanzelf. Tussen mijn Joods-Nederlandse en haar Marokkaanse familie bestaat gelukkig geen animositeit. Beide families zijn open minded.”

Jaïr Stranders staat bekend als een verbinder. “Dat dank ik aan mijn opvoeding. Mijn ouders waren politiek-ideologisch niet uitgesproken, maar leerden me wel dat je de rechtsstaat moet respecteren en mensen in hun waarde moet laten. Zij onderschreven de klassieke liberale waarden. Die heb ik van mijn beide wijze ouders meegekregen. Ik weet niet beter dan dat empathie mij drijft. Dat is de enige weg.”

“Je moet de ander als mens zien en dus ook diens pijn zien. Ik kan soms wel klagen over dingen die niet goed gaan in mijn leven, maar ik ben altijd erg gefocust op de ander. Ik wil ruimte maken voor een ander. Ik wil altijd in harmonie staan met de ander. Ik wil laten merken dat de ander gezien wordt. Dat doe ik standaard. Maar natuurlijk vind ik het ook leuk om aandacht te krijgen voor de dingen die ik doe.”

Photo: Nichon Glerum
“Kritiek op Israël is geen antisemitisme. Dat onderscheid moeten we blijven maken” Beeld door: Nichon Glerum

Stranders’ opa van moeders kant, al overleden in 1975, was een voorbeeld voor hem. “Van mijn grootouders waren er drie Joods en één christen. Mijn opa van moeders kant was de christen Leendert de Graaf, bankdirecteur in Alphen aan de Rijn. Zijn Joodse vrouw werd niet opgepakt omdat hij notabel was. Mijn moeder en haar twee broers zijn geboren in de oorlog. De Graaf streed tegen ontmenselijking. Hij hielp onderduikers en accepteerde niet dat er ‘moffenhoeren’ werden kaalgeschoren. Hij ging ertussen staan en bevrijdde die vrouwen.”

Eind 2024 werd Stranders uitgeroepen tot ‘Taalstaatmeester van het jaar’. De jury schreef: ‘In een tijd waarin Van Dale kiest voor ‘polarisatie’ als het woord van het jaar, laat Stranders zien waar het werkelijk om gaat: verbinding, bruggen bouwen, elkaar opzoeken. In deze tijd, waarin grote woorden gemakkelijk over de tong gaan, blijft hij terughoudend. Je voelt dat hij met z’n hart spreekt.’ Stranders is vereerd met de prijs. “Ik probeer inderdaad veel aandacht te vragen voor de terminologie die we gebruiken en hoe we die gebruiken.”

“Wij moeten hier in Nederland voorzichtig zijn met onze taal over Israël. Het onrecht, het leed, het geweld en de tragiek moeten we zien, maar er is een enorme overfocus op Israël van mensen die geen skin in the game hebben, die buitenstaander zijn. Als je Marokkaan bent in Nederland en je voelt je als moslim een tweederangsburger, dan begrijp ik dat je je identificeert met de Palestijnen. Ik snap ook dat Joden die familie in Israël hebben zich verbonden voelen met de Joodse staat en de Israëliërs.”

“Maar dat types als Van der Plas en Wilders zich zo extreem hebben uitgedrukt, dat heeft de zaak niet geholpen. De coalitiepartijen, de christelijke partijen, de Christenen voor Israël: dat al die rechtse mensen zeggen pal achter Israël te staan, dat is zorgelijk. Met dat soort vrienden heb je geen vijanden nodig. Maar het is ook zorgelijk dat er aan de progressieve kant een overfocus is op Israël als grootste kwaad. Joden voelen zich daardoor onveilig en ervaren het als antisemitisme.”

“Kritiek op Israël is geen antisemitisme. Dat onderscheid moeten we blijven maken. Dat Netanyahu, en ook Joden in Nederland, ermee schermen, is heel gevaarlijk. Maar de overmatige kritiek op Israël heeft wel degelijk het effect dat er antisemitisme optreedt. Er worden hier zionisten geweerd. Dan kunnen mensen wel zeggen: ik heb niks tegen Joden, ik heb alleen iets tegen zionisten, maar dat is semantiek.”

“Als mensen zeggen: ik heb kritiek op Israël maar ik ben niet antisemitisch, dan zeg ik: kijk eens naar de mate waarin je kritiek hebt op Israël en het effect van je kritiek op de Joodse gemeenschap. Dat is niet gering. Veel Nederlandse Joden identificeren zich als zionist omdat ze een band voelen met Israël en blij zijn dat dat land bestaat, maar ze herkennen zich niet in het ultra-nationalisme in Israël.”

Het zit Stranders ook dwars dat in het linkse kamp antisemitisme vaak in één adem wordt genoemd met islamofobie. “Het gaat toch over antisemitisme? Het is net of je zegt: we zijn tegen antisemitisme èn tegen drugsmisbruik onder jongeren. Dat zijn ook twee zaken die niks met elkaar te maken hebben. Het stoort veel Joden dat antisemitisme altijd voorwaardelijk wordt benoemd. Links moet ook niet te pas en te onpas de hashtag ‘genocide’ gebruiken. In allerlei andere situaties zouden we wachten tot er recht is gesproken.”

“Ik heb het woord genocide niet nodig om in alle toonaarden de daden van Israël te veroordelen. Nu gooien zowel de rechtse als de linkse partijen olie op het vuur door hun terminologie. Van rechts verwacht ik niets anders; links neem ik het kwalijk. Als links zegt dat wat Israël doet een morele ondergrens raakt, dan begrijp ik dat. Maar hoe kunnen we onze terminologie zo gebruiken dat we niet polariseren en voortdurend met olie op het vuur te maken hebben?”

“In Amsterdam werd het woord pogrom gebruikt na de Maccabi-rellen. De progressieven vonden dat de term wordt misbruikt. Veel Joden en rechtse politici bleven het woord toch gebruiken. Het effect van het gebruik van termen als genocide en pogrom is dat we niet naar elkaar luisteren. Roepen dat er een ‘integratieprobleem’ is, bijvoorbeeld, dat helpt ook niet.”

“Als progressieve Joodse jongen denk ik dat de progressieve krachten, waar we het van moeten hebben, zorgvuldiger moeten zijn bij het gebruik van bepaalde termen. Nu leiden die termen ertoe dat groepen mensen meer tegenover elkaar komen te staan. Solidariteit tussen minderheden is belangrijk. Er zijn Joden die wel zien dat ze door rechts worden gebruikt als een stok om mee te slaan maar die ook denken: rechts komt voor ons op en links niet. Dat idee moet weg.”

In de Nederlandse discussie over Israël speelt het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) een prominente rol. “Ik vind het CIDI te defensief. Door hun opstelling versterken zij het beeld dat kritiek leveren op Israël antisemitisch is. Wat niet zo is. Maar het is geen foute organisatie. Het helpt alleen niet dat zij de tegenstelling tussen voor- en tegenstanders van Israël vergroten.” Stranders pleit voor meer nuance. “We denken dat alles wat rechts is fout is en alles wat links is goed. We denken te binair. We verdelen alles in twee polen.”

Photo: Nichon Glerum
Jaïr Stranders: “We denken te binair. We verdelen alles in twee polen” Beeld door: Nichon Glerum

“Neem Gaza. Je moet blijven zien dat er in Gaza ook onderdrukkers zijn in eigen kring. We denken te schematisch in onderdrukkers en onderdrukten en daarmee verkrachten we de werkelijkheid. Dat is kwalijk. Joden die sympathie hebben voor Israël, daar familie hebben, worden beschouwd als onderdrukkers. Dat is antisemitisch en het gevaar van binair denken. Veel mensen hebben niet de wil of het vermogen om de complexiteit van de werkelijkheid te zien.”

“Rechts komt alleen voor haar eigen belangen op; links heeft helaas nog geen goed verhaal. Het enige dat werkt is de dialoog voeren, vanuit radicale empathie. Er zijn mensen die me naïef vinden, maar dat ben ik niet. Ik weet het: een dialoog aangaan is moeilijk en mensen zijn dialoogmoe, maar dat moeten we niet goed vinden. We moeten naar het midden en daar bedoel ik niet het politieke midden mee. Ik bedoel dat als je je best doet om de ander te zien, je elkaar in het midden ontmoet.”

Een groepering die taal effectief gebruikt, is volgens Standers de grass roots vredesbeweging Standing Together. “In een politiek klimaat dat steeds minder progressief, open minded en inclusief is geworden, is het half-Israëlische, half-Palestijnse Standing Together de groepering die bewust niet spreekt over genocide, zionisme en kolonialisme omdat de discussie dan alleen over die termen gaat, maar uiteraard willen zij ook dat Israël stopt met het geweld en dat de huidige regering valt en ter verantwoording wordt geroepen.”

“Er wonen 7 miljoen Joden en 7 miljoen Palestijnen in het gebied en die gaan nergens heen. Standing Together wil vrijheid, rechten en onafhankelijkheid voor de Palestijnen èn veiligheid voor de Israëli’s. De Israëli’s moeten gaan inzien dat ze pas veilig zijn als de Palestijnen vrij zijn. Zolang je Palestijnse buurman niet vrij is, zal hij je ter verantwoording roepen. De Palestijnen op hun beurt moeten voor hun vrijheid de veiligheid van de Joden garanderen.”

“Er zijn in Israël heus veel vredelievende kritische mensen, maar het is een feit dat het land wordt omringd door vijandschap. Of die nu door Israël gecreëerd is of niet, die vijandschap is er. Iran heeft Israël via Hezbollah, Hamas en de Houthi’s aangevallen. Ook zij die uit zijn op vrede zijn solidair met hun land. Als je er woont, dan ben je dat. Dan wil je je land verdedigen.”

Stranders noemt de boodschap van Standing Together een hoopvol verhaal. “Je bereikt geen vrijheid en vrede door de ander weg te duwen. Je moet zien wat de ander nodig heeft. De radicale krachten aan Palestijnse zijde moeten zwakker worden. De interne machtsstrijd moet stoppen. De Palestijnse Autoriteit heeft wat Hamas doet veroordeeld, maar er moet politiek nog veel meer gebeuren voor er ruimte komt voor toekomstperspectieven.”

“Ik ben heel pessimistisch over de toekomst. Het Israëlische electoraat is rechtser geworden. Er is terecht veel kritiek op Netanyahu, maar mensen vinden ook dat hij successen boekt. Hamas is onthoofd. Hezbollah is een slag toegebracht. Syrië en Iran hebben een tik gekregen. Maar de existentiële dreiging is alleen maar groter geworden. Wat werkt is meer externe druk vanuit de internationale gemeenschap: wapenboycots en politieke sancties.”

“Trumps recente uitspraken over het annexeren van Gaza werken volledig averechts. Ik ben bang dat mede daardoor het geweld weer oplaait. Geweld is nooit de oplossing. Mijn ideaal is een één-staat-oplossing. Dat de Palestijnen kunnen zeggen: dit is Palestina en dat de Joden mogen zeggen: dit is Israël – en dat ze dat elkaar gunnen. Er zijn meer dan vijftig islamitische staten in de wereld, maar dat er één Joodse staat is, dat vinden we moeilijk terwijl er in die islamitische landen dezelfde kwesties over grondrechten spelen als in Israël.”

Stranders verwacht niet dat de regering Netanyahu een duurzame vrede voor iedereen dichterbij gaat brengen. Dat maakt het voor Palestijnen moeilijk te onderschrijven dat Israël de Joodse staat is. “Netanyahu heeft het Joodse karakter van Israël verengd en dat is gevaarlijk. De oprichters van Israël zagen een pluriforme maatschappij voor zich. Daar zou ik ook naar willen streven, maar of we daar demografisch ooit komen? Misschien over honderd jaar.”

Photo: Nichon Glerum
Jaïr Stranders Beeld door: Nichon Glerum

In zijn dagelijks leven is Stranders al sinds 2010 druk met Theater Na de Dam. Hij werkt met een klein team een groot deel van het jaar toe naar de Dodenherdenking op 4 mei. Door het jaar heen organiseert Stranders aan de Dodenherdenking gerelateerde theater-activiteiten in Nederland en elders in Europa. “De herdenking op 4 mei is een apk-keuring van de samenleving. In het licht van de Holocaust checken we hoe we ervoor staan qua democratie, vrijheden, menselijke waarden, verworvenheden en rechtsstaat.”

“Een goede herdenking is er een die zoveel mogelijk effect heeft voor deze tijd. De herdenking gaat over toen, maar moet betekenis hebben voor het nu. Als dat niet zo is, waarom herdenk je dan? Kort na de oorlog herdachten we vooral militairen en verzetsmensen, later pas de Joden. Naarmate je verder komt in de tijd wordt het steeds relevanter te zeggen: wat vertelt de geschiedenis ons nu? Maar we moeten niet de denkfout maken dat we ook wat er nu gebeurt moeten herdenken. Dat levert alleen maar strijd op en verwarring.”

“We hebben een duidelijk ankerpunt: de Tweede Wereldoorlog. Als je gekaderd herdenkt en we het dus over die tijd hebben en wat we van die tijd kunnen leren, dan kaatsen we tegen de muur van de geschiedenis. Dan vertelt die tijd van toen ons waarop we nu alert moeten zijn. Met onze meerlagige theatrale vorm tonen we meerdere perspectieven: het daderschap perspectief, de collaboratie, het omstanderschap. Dat is de schoonheid en de waarde van kunst.”

“Soms denken mensen dat, omdat wij bij Theater Na de Dam zeggen dat de voorstellingen moeten gaan over toen, wij dat toen belangrijker of erger vinden dan het nu. Dat is niet zo. Ik vind juist wat er nu gebeurt heel belangrijk. Het helpt onze samenleving om op 4 mei een vinger aan de pols te hebben. Hoe doen we het met elkaar? Als mensen zeggen: door die herdenking denk ik aan al het onrecht van nu, dan is dat fantastisch.”

“Je moet op 4 mei je morele kompas bijstellen. De Tweede Wereldoorlog is je Noordpool, je ijkpunt. De laatste jaren kiezen velen hun eigen pool en daardoor vaart niet iedereen dezelfde route. Zo raken we moreel in de war en vinden we elkaar niet meer. Je moet dus goed herdenken. Herdenkingsorganisaties hebben door hun herdenkingen te verbreden, met de beste bedoelingen, alleen maar voor meer verwarring gezorgd.”

Standers’ Liberaal Joodse Gemeente Amsterdam heeft zitting in het Centraal Joods Overleg (CJO), dat als contactorgaan dient voor de overheid. Er zijn meerdere levensbeschouwelijke organisaties in het CJO vertegenwoordigd, progressieve en orthodoxe. “Ik heb als privépersoon moeite met de opstelling van het CJO. Ze proberen de belangen van alle Joden in Nederland te behartigen, maar er zijn meer Joden niet bij een kerkgenootschap aangehaakt dan wel. Ze kunnen dus niet namens ‘de Joodse gemeenschap’ spreken.”

“Het CJO ziet ook te weinig het gevaar van hoe de huidige politiek het thema antisemitisme oppakt. Ze zijn er niet blind voor, maar ze zijn te blij met de erkenning van het antisemitisme. Ze zien onvoldoende dat de rechtsextremisten ermee aan de haal gaan. Ik spreek het CJO daarop aan. Ik heb waardering voor de voorzitter. Die probeert het goed te doen, maar sommige keuzes vind ik niet slim. Ze roepen te snel moord en brand, ze escaleren te vlug.”

In zijn drukke bestaan vindt Stranders nog tijd voor het voorzitterschap van het Comité Herdenking Februaristaking. Dat comité organiseert jaarlijks in Amsterdam de herdenking bij het beeld en monument De Dokwerker. Aan zijn vele theaterbezoek en lesgeven komt Stranders niet meer toe. “Ik geniet bij mijn andere activiteiten nog volop van samenwerken met jonge mensen, maar ik moet opletten dat ik mezelf niet voorbijloop. Het zou mij daarom goed uitkomen als er wat minder spanning op de maatschappij komt te staan.”

Lees ook

inclusieve duurzaamheid 19_header

Oy Vey Acts: “Sociale rechtvaardigheid is een Joodse traditie”

Chaja Merk en Jelle Zijlstra over Joods activisme

Jaap Hamburger – landscape

“Israëli’s hebben rechten, maar Palestijnen geen shekel minder”

Jaap Hamburger van ‘Een Ander Joods Geluid’ (deel 2): visie

hansinvernizzi

Hans Invernizzi

Journalist

Hans Invernizzi is journalist en werkte dertig jaar bij hogeschool Windesheim in Zwolle als docent en manager bij de opleiding …
Profiel-pagina
Al 3 reacties — praat mee.