Vandaag is het ‘Asjoera’, de belangrijkste dag van het jaar op de sjiitische religieuze kalender. Op de ochtend van deze dag in 680 stierf Hoesein, de derde Imam van de sjiieten en kleinzoon van de profeet Mohammed. Hoesein is voor sjiieten de belichaming van de strijd tegen onderdrukking en stierf vlak voor het middaggebed de martelaarsdood. De herdenking van de dood van deze Imam, die niet boog voor een despoot, is belangrijk geweest voor het zelfvertrouwen van de moslimgemeenschap in de beginperiode van islam. De eerste tien dagen van Moeharram, de eerste maand van de islamitische maankalender, staan in het teken van de ‘tragedie bij Karbala’ waarbij Hoesein en zijn gevolg het leven lieten. Op elk dag wordt een ander onderdeel van die strijd benadrukt.

Om de sjiitische rouwrituelen en -gebruiken met betrekking tot de lijdensweg van Hoesein te observeren, ben ik de afgelopen tien dagen het hele land doorgereisd om zoveel mogelijk verschillende sjiitische etnische gemeenschappen te bezoeken. Door de steeds kouder wordende nachten reed ik op mijn vouwfiets van ‘camii’ naar ‘hoeseiniye’ naar ‘imambargah’, om na intense avonden midden in de nacht weer naar Zwolle terug te treinen. Ik waande mij in een andere wereld. De gebruiken bleken niet alleen zo ontzettend anders, vergeleken met hoe men in roomwitte Nederlandse kringen rouwt en gedenkt, maar verschilden ook sterk onderling.

De meeste sjiitische gemeenschappen hebben geen ‘moskee’ maar een ‘huis’ dat in het teken staat van het gedenken van Imam Hoesein. Een zogenaamde hoeseiniye of asjoerkhana, of zoals de Pakistanen het noemen een imambargah, de ‘plaats waar de Imam is’. Zoals voorgaande woorden al impliceren, is de gestorven Imam voor sommige sjiieten bijna tastbaar aanwezig. Tijdens mijn reis door Nederland zijn er momenten geweest, waande ik mij nagenoeg in de mystieke omgeving van een oriënt die alleen gekend wordt uit verhalen. Ik kwam er ‘slaven’ tegen, symbolisch geketend aan de enkels en polsen, vrijwillig, in onderdanigheid aan hun meester Hoesein. Mensen, die zich vereenzelvigden met de bedelmonniken, qalandariya, die sjiitisch soefisme middels zelfkastijdingsrituelen over Centraal-Azië verspreidden. Andere organisaties die ik bezocht richtten zich meer op een religieuze les, die gekoppeld was aan het lijdensverhaal van Imam Hoesein.

Het was interessant om te zien welke rol de maatschappelijke omstandigheden van het heden spelen in de vertelling, of juist andersom. Zo speelde de uitspraak ‘elke dag is asjoera en elke plek is Karbala’ een belangrijke rol in het vergelijken van de strijd van Hoesein tegen kalief Yazid met de strijd van de revolutionairen tegen shah Pahlavi, in de periode van aanloop tot en het verloop van de Islamitische Revolutie in Iran.

Ook vandaag de dag wordt die leus nog veel gebruikt, zowel onder aanhangers van het Iraanse systeem als daarbuiten, omdat hij in algemene zin duidelijk benadrukt dat de strijd van het goede tegen het kwade van alle tijden is. Een voorbeeld dat de laatste jaren sterk speelt is dan ook de vergelijking van het Oemajaden kalifaat, dat haar bevolking en specifiek de Alidische stam waartoe Hoesein behoorde, onderdrukte. Dat kalifaat wordt vergeleken met het hedendaagse ISIS en ander salafi-jihadistisch gedachtegoed en terrorisme. Hoesein, en zijn tragische dood tijdens de slag van Karbala, is voor sjiieten de belichaming geworden van de eeuwige vrijheidsstrijd tegen verstikkende onderdrukking.

Elke nacht keerde ik, een indrukwekkende ervaring rijker, huiswaarts. Terwijl de koude door mijn huid sneed, baande ik mij een weg terug door fel verlichte metropolen die toch donker aandeden in vergelijking met de warmte voor Hoesein, die zo duidelijk voelbaar was tijdens de bijeenkomsten.

Het stemt ook tot nadenken als het gaat over het hier en nu. Terwijl ik de matamdari achter me laat, besef ik hoe rijk ik ben om in een land als Nederland te wonen. Er is hier ruimte voor eigenheid en een eigen God. Het kleurenpalet van de verschillende sjiitische gemeenschappen is een bevestiging van de religieuze diversiteit, afgezet tegen intolerantie. Dan blijkt ook dat islam van de mensen is – niet alleen van geestelijken en ayatollahs.

Arjen Buitelaar

Arjen Buitelaar

Religiewetenschapper en Publicist

Arjen Buitelaar is historicus en religiewetenschapper. Hij is medeoprichter en voorzitter van Su-Shi Intrafaith Dialogue, het eerste en …
Profiel-pagina
Al één reactie — praat mee.