Niet lullen, maar poetsen.” Waarom wordt deze zin zo vaak tegen je gezegd?

“Hoewel ik een goede prater ben, merk ik dat er meer samenbinding ontstaat vanuit het ‘doen’. De Vluchtkerk, een gekraakte kerk waarin we ongedocumenteerde migranten opvingen die het land uit moesten, maar niet konden, is hiervan een perfect voorbeeld. Alle vrijwilligers hadden een andere achtergrond. Sommigen waren gelovig, anderen waren niet gelovig. Sommigen waren politiek geëngageerd en anderen waren buurtbewoners of liepen toevallig voorbij. Omdat we wat te doen hadden, we hielpen deze ongedocumenteerde mensen de winter door, werden we een tijdelijke, maar zeer hechte gemeenschap. Onze achtergronden deden er niet meer zoveel toe. Dat voelde ik als een bevrijding. Niet urenlang vergaderen, conceptteksten produceren die later weer gecorrigeerd moesten worden en geen ellenlange wachttijden zoals ik die bij de PKN gewend was, maar gewoon bijdragen. Niet meer en niet minder dan iedereen.”

Wat heeft jou ertoe aangezet om religie en zingeving actief ruimte te geven in het politieke domein?

“Ik houd ervan om dingen te doen die anderen niet doen. Religie en zingeving zijn nu eenmaal niet erg hip. Maar ze geven mij wel de vrijheid om een diepere laag – in mezelf en zeker ook in anderen – aan te spreken. Een ‘zinvol’ gesprek voeren is waar ik van houd; evenals problemen signaleren en oplossingen visualiseren.

Ik heb psychologie gestuurd, maar ik zag mezelf niet als psychologe zitten in één kamertje. Bij theologie, dat ik ook gestudeerd heb, mocht ik veel meer vragen stellen en leerde ik ruimer denken. Maar dominee worden? Nee, dat wilde ik nou ook weer niet. Voor mijn afstuderen ging ik aan de slag bij ICCO / Kerk in Actie. ICCO is een coöperatie voor ontwikkelingssamenwerking en zet zich met name in voor het ontwikkelen van een rechtvaardige economie, een menswaardig bestaan, voedselzekerheid en noodhulp en wederopbouw. Na mijn studie, kreeg ik hier mijn eerste baan en zo is mijn carrière van start gegaan.

Ik bedenk vooraf nooit goed waar ik aan begin, maar loop tegen een probleem aan en ga aan de slag. Mensen hebben me daar (soms tot mijn eigen verbazing) altijd voor willen betalen. Diaconaat, zorgen voor anderen die zich niet gezien voelen, daar heb ik altijd wel het meeste mee gehad.”

De traditionele kerken lopen leeg. Nieuwe vormen van geloof ontstaan. Hoe kunnen we die nieuwe vormen van geloof faciliteren?

“Ik zou het erg fijn vinden als traditionele kerken hun gebouwen beschikbaar stellen voor andere mensen. (Anders) gelovigen, niet-gelovigen, het maakt mij niet uit. Mocht er ook wat geld beschikbaar zijn: geef dat dan weg. Laat vanuit je gastvrijheid en vertrouwen nieuwe verbanden ontstaan. En verwacht dan niet als tegenprestatie dat de mensen die je zo binnen krijgt, de traditionele kerk komen versterken. Dat de traditionele kerk opbloeit, zit er waarschijnlijk niet meer in. Accepteer dit en doe wat je nog kunt doen.

Leren van elkaar is iets dat ik hoog in het vaandel heb staan. Ga als kerkleden eens op bezoek bij een cursus van een andere groep, nodig hen uit voor christelijke meditatie of een Bijbelkring.”

Jouw generatie, eind twintig, begin dertig, kijkt onbevangen tegen geloof aan. Is het voor het aangaan van verbindingen tussen de verschillende christelijke groepen nodig om kennis van de verschillende christelijke tradities te hebben?

“Mensen worden gevormd door waarin ze zijn opgegroeid. Ik ben zelf altijd nieuwsgierig naar andere mensen en andere vormen van geloof, maar dat geldt waarschijnlijk niet voor iedereen. Wederom kom ik uit bij het voorbeeld van De Vluchtkerk: als je iets wilt doen voor een ander, vind je elkaar gemakkelijk. Ongeacht achtergrond.

Een gezonde relatie tussen twee mensen is gebaseerd op een gelijkvormige verleden, gedeelde normen en waarden en eenzelfde verwachting van de toekomst. Wellicht kunnen we met gedeelde normen en waarden en eenzelfde verwachting van de toekomst de niet-gelijkvormige achtergrond compenseren?

Wat ik heb gemerkt in Amsterdam is dat vrijwel alle christelijke kerken goed met elkaar kunnen opschieten, omdat we allemaal in de minderheid zijn. Waarom elkaar de tent uitvechten als de grote meerderheid van je buurtgenoten niet eens goed begrijpt wat het verschil is tussen rooms-katholiek en protestants?”

In de serie ‘Conservatieven bestaan niet, progressieve evenmin’ verschenen eerder:

Conservatieven katholieken bestaan niet, progressieven evenmin – Tanja van Hummel
– Conservatief, progressief? Heb je de ander gesproken? – een interview met Rick Timmermans
Het schandaal van de christelijke verdeeldheid – een interview met Gijs Kruitbosch
Relativeer je eigen positie – een interview met René Dinklo OP
Weg met alle oecumenische koudwatervrees! – een interview met Hendro Munsterman

Tanja van Hummel

Tanja van Hummel

Filosoof en Schrijfcoach

Tanja van Hummel is filosoof en schrijfcoach. Tijdens haar filosofiestudie aan de Radboud Universiteit ontdekte zij een voorliefde voor …
Profiel-pagina
Al één reactie — praat mee.