Wat kenmerkt uw uitgeverij?
“We zijn een beetje a-typisch, omdat we geen traditioneel commerciële uitgeverij zijn die het van grote oplages, bestsellers en media-gehypte onderwerpen moet hebben, en zoveel mogelijk winst moeten maken in opdracht van een concern en zijn aandeelhouders. Wij hebben ons van meet af aan geconcentreerd op inhoudelijke kwaliteit. Onze uitgaven verschijnen in relatief kleine oplages en we opereren in een specifiek geïnteresseerde niche van de markt. Desondanks hebben we al dertig jaar een vaste plek in het boekenlandschap en geven we ongeveer vijfentwintig nieuwe titels per jaar uit.
Onze titels blijven vaak jarenlang in druk. Dat geeft aan dat er een groep lezers is die dit soort publicaties, ondanks het grote aanbod, weet te vinden en te waarderen. De secularisering grijpt nog steeds om zich heen. De grote verhalen zijn hun inspirerende en organiserende kracht steeds meer aan het verliezen en daarom speuren mensen op andere plekken naar voeding voor zingeving. Wij proberen boeken uit te geven die bijdragen aan die zoek- en groeitocht van mensen.”
Wat verstaat u onder inhoudelijke kwaliteit?
“Dat onderscheidt zich van het snelle, commercieel gedreven werk dat vaak oppervlakkig is en verleidt tot snelle oplossingen, wat natuurlijk haaks staat op de realiteit. Spiritualiteit is niet iets wat je in een aantal dagen of één cursusje definitief geregeld hebt. Het is een project met allerlei ups en downs waar je je hele leven mee bezig blijft. Verdieping is een trage ontwikkeling en dat is geen boodschap waarmee je het grote publiek bereikt en bestsellers verkoopt. Wij geven uit voor een groep mensen die spiritualiteit en levensbeschouwing niet ziet als een of ander modeverschijnsel met een boeddhabeeldje op de schoorsteen en dan denken dat alles wel in orde zal komen. Wij reiken materiaal aan waar mensen langdurig en praktisch mee aan de slag kunnen. Zoals de Boeddha zei: ‘Je hoeft niet te geloven in wat ik zeg, maar probeer het uit en stel voor jezelf vast of het werkt of niet’.
Spiritualiteit is niet iets wat je in een aantal dagen of één cursusje definitief geregeld hebt.
Het mooie van deze tijd is dat er een breed aanbod beschikbaar is, er is voor iedereen wel iets. De keerzijde daarvan is dat men uit allerlei hofjes maar wat loopt te plukken, terwijl de beproefde benadering is: blijf vooral ter plekke en probeer een bepaalde traditie uit, of maak een bepaalde keuze en geef het echt de tijd om tot ontwikkeling te komen. Ga niet om de haverklap andere dingen doen, want dan raak je op een bepaald moment uitgeput zonder dat het ook maar iets oplevert.”
Mensen fladderen van het een naar het ander…
“Precies, dat fladdergedrag is vaak een oriënterende fase, maar door dat gefladder is de kans op verdieping gering. Overal snuffel je even aan de oppervlakte en voor je het weet ben je weer vertrokken en begint het hele verhaal opnieuw. Vaak mondt het dan uit in ontgoocheling en frustratie. Dat weerspiegelt de vluchtigheid en oppervlakkigheid die maatschappelijk dominant is. Daar moeten mensen door schade en schande zelf achter komen en dan vinden ze op een bepaald moment toch aanknopingspunten bij een specifieke benadering. Ze kiezen er dan voor om er wat langer en intensiever mee te oefenen en komen dan vaak tot de conclusie dat het wel degelijk perspectief biedt op langere termijn.
In het Oosten wordt het verhaal verteld van een meester die aan zijn leerling vraagt om op een bepaalde plek een put te graven om water te zoeken. De leerling voert dat keurig uit, maar na een meter geeft hij het op, omdat hij op die plek geen water vindt en probeert het een eindje verderop. Dat doet hij zo een aantal keren tot de meester hem vraagt waar hij in hemelsnaam mee bezig is. De leerling vertelt dat hij op tien plekken naar water heeft gegraven, maar het nergens heeft gevonden. De meester antwoordt: ‘Als je op één plek was gebleven en tien meter diep had gegraven had je ongetwijfeld water gevonden’.”
Wat zoeken mensen precies?
“De diepere betekenis van hun leven. Mensen gaan steeds meer beseffen dat de wereld veel ruimer is dan hun beperkte leefkring en worden geconfronteerd met de ongrijpbare processen van de totale samenleving. We worden steeds meer met onze neus op de realiteit gedrukt: waar gáát dit allemaal over, kan ik überhaupt als individu nog een rol spelen en wat zou die rol dan kunnen zijn? Het blijkt dat open komen voor zingevingsvragen vaak het gevolg is van crisissituaties in het persoonlijk leven van mensen.

De toenemende maatschappelijke druk van tegenwoordig wordt bovendien steeds meer mensen teveel. Je ziet dat sommigen dit als een wake-up call ervaren en bereid zijn om de gebaande paden te verlaten. Ze gaan zich dan breder oriënteren. Het is niet voor niets dat bijvoorbeeld het boeddhisme een levensbeschouwing is die, zij het nog enigszins met een romantische bril bekeken, veel mensen aanspreekt op basis van het vredelievende karakter, de meditatieve aspecten, de psychologische benadering en het niet-dogmatische.”
Wat zijn titels die u nog steeds verkoopt?
“Thich Nhat Hanh is een voorbeeld van een bekende auteur die het nog steeds heel goed doet. Een boek wat we door de jaren heen veel verkocht hebben is een boek van Matthieu Ricard, De monnik en de filosoof. In dit boek spreken hij en zijn vader, de Franse filosoof Revel, over de waarde van het boeddhisme voor de westerse cultuur.”
Waarom blijven deze boeken het goed doen?
“In het geval van De monnik en de filosoof kan ik mij dat wel voorstellen. Het zijn twee bekende namen. Zeker in de Franse cultuur is Revel een veel gelezen auteur en Ricard is bekend als de vaste compagnon en vertaler van de dalai lama op zijn internationale reizen. Belangrijker is echter dat zij spreken over twee wereldbeelden: de westerse rationaliteit in het geval van de vader, die in dialoog gaat met de zoon die zijn levensvervulling gevonden heeft als Tibetaans monnik. Als lezer word je meegenomen door iemand die beide culturen van binnenuit kent en die je laat zien hoe aspecten van de oosterse cultuur een waardevolle aanvulling kunnen zijn op de op rationaliteit en efficiëntie gerichte westerse cultuur.
Op economisch en sociaal vlak, qua energie, qua klimaat, overal botsen we tegen lastige grenzen op. Dat zorgt enerzijds voor een houding van: ‘het zal mijn tijd wel duren’. Anderzijds is het een moreel appel: we moeten blijkbaar toch andere bronnen gaan aanboren willen we de toekomst op een andere manier vormgeven. De eigen cultuur en de eigen geestelijke tradities zijn kennelijk onvoldoende in staat om daar voeding aan te geven. Vandaar dat veel mensen bij ‘de buren’ een kijkje nemen.”
Hebt u een favoriet boek?
“Ik lees bij voorkeur klassieke boeddhistische teksten. Een auteur die ik zeer waardeer is de Engelsman Stephen Batchelor. Hij houdt een genuanceerd pleidooi voor een seculiere vorm van boeddhisme waarin allerlei typisch Indiase cultuurelementen, zoals reïncarnatie en metafysische voorstellingen, geen wezenlijke rol meer spelen. Dat vind ik heel inspirerend.”
Krijgt zo’n boek op een bepaalde manier vorm in uw leven?
“Dat is lastig te zeggen, omdat ook dit weer een proces is dat zich over vele jaren uitstrekt. Gaandeweg is het onderricht dat ik in het klassieke boeddhisme ontdekt heb een leidraad in mijn leven geworden. Ik heb al jaren een regelmatige meditatiepraktijk en heb retraites gevolgd bij diverse leraren; in die zin heeft het een hele wezenlijke plek in mijn leven ingenomen.
Spiritualiteit moet de laatste tijd niet alleen beschouwend zijn, maar ook een praktische component hebben.
Maar het is ook iets dat nog voortdurend in ontwikkeling is en niet een afgerond resultaat dat vervolgens niet aan verandering onderhevig zou zijn. Het is een keuze die ik op een bepaald moment gemaakt heb: dit is een traditie die mij aanspreekt en waarbij ik mij thuis voel, die authentiek is en waar ik mij aan wil wijden en waarbinnen ik wil oefenen.”
Zijn er opvallende ontwikkelingen die u signaleert in deze tijd?
“Ja, spiritualiteit moet de laatste tijd niet alleen beschouwend zijn, maar ook een praktische component hebben. Beoefening moet integraal onderdeel uitmaken van de praktijk van mensen wil het een concreet geleefde ervaring worden. De laatste tijd merk ik ook dat er duidelijk behoefte is aan sociaal engagement: spiritualiteit kan zich niet langer beperken tot de privésfeer alleen. Echte spiritualiteit wordt steeds meer gezien als sociaal relevant, iets wat de persoonlijke levenssfeer overstijgt en zinvol moet zijn voor de verbetering van het leven en het welzijn van anderen.
Deze benadering van spiritualiteit heeft een wezenlijk ethische component: geen navelstaarderig zelf dat er alleen zelf beter van wil worden, maar het oefenen moet uiteindelijk zijn vruchten afwerpen voor het grotere geheel. Dat heeft ook te maken met de ervaring dat we met z’n allen op grenzen stuiten. Dat tij kunnen we alleen maar keren door een grotere en meer fundamentele transitie. Dat wordt ook wel de Grote Ommekeer genoemd: de transitie van een industriële groeimaatschappij naar een leven-ondersteunende samenleving.
In die processen waar we nu tegen aanlopen en waarin we verandering moeten brengen, komen steeds meer mensen tot het inzicht dat je dat niet tot stand kunt brengen met methodes en technieken die geleid hebben tot de problemen, maar dat je vanuit een hele andere bron moet werken. Daar spelen spiritualiteit en een nieuwe visie op mens en samenleving een centrale rol in. Niet in het verlengde van het individu, maar ten gunste van een nieuwe werkelijkheid van en voor iedereen. Die transitiebeweging is heel divers, dat gaat van ecologie tot maatschappelijke en democratische vernieuwing.”
Beseffen we voldoende in wat voor tijdsgewricht we leven?
“Nee, lang niet iedereen beseft dat, maar het is voldoende als een aantal dat wel in de gaten krijgt en concreet aan de slag gaat. Waarschijnlijk zullen we nog een hele hoop ellende over ons heen moeten krijgen vooraleer grotere groepen in beweging komen, maar er is zoveel vindingrijkheid, menselijke creativiteit en veerkracht. Ik ben wat dat betreft niet pessimistisch, al zal het niet van een leien dakje gaan. We zijn geneigd om de kop in het zand te steken en op korte termijn te denken. Die houding is ook de oorzaak van het feit dat het nu op zoveel verschillende terreinen misloopt. We zijn dat lange termijn perspectief volkomen uit het oog verloren, terwijl er al heel lang signalen worden afgegeven. Nu beginnen we het langzamerhand aan den lijve te ondervinden. De klimaatverandering, dat we binnenkort van fossiele energie af moeten, het zijn megatransities waarmee we uiteindelijk allemaal worden geconfronteerd.”
Ziet u daarin een rol als uitgeverij?
“Ja, door hoopvolle signalen af te geven en te blijven insteken op de veerkracht van mensen. Ik vind het heel belangrijk dat we met positiviteit de huidige bijzondere tijd tegemoet gaan.
Het grootste obstakel wat we tegen kunnen komen is pessimisme en cynisme. Daar spelen vooral de media een belangrijke rol in. Het zou mooi zijn als de media ook een medestander zouden kunnen worden in het ondersteunen van nieuwe ontwikkelingen in plaats van alleen maar kritisch aan de kant cynische verhalen de wereld in te sturen.”
Hoe ziet u dat dan verder gaan?
“Dat zal met vallen en opstaan zijn. Ik denk dat een steeds grotere groep mensen los van de bestaande structuren hun eigen leven weer in handen zal nemen. Er zijn veel duurzame initiatieven, en ethisch verantwoorde organisaties timmeren op alle mogelijke manieren aan de weg. Het opmerkelijke is dat het verder gaat dan louter technische oplossingen. Het zijn initiatieven die uitgaan van een diepere herbronning en die een duidelijke spirituele dimensie hebben, dat is bijna onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het kan niet anders dan dat die ontwikkelingen doorgaan. De grenzen waar we tegen aanlopen zijn keihard, er is geen andere uitweg. Veel ontwikkelingen spelen zich ondergronds af en pas na lange tijd zal het resultaat bovengronds zichtbaar worden. Vertrouwen en een positieve houding ten opzichte van wat we als mensen kunnen zijn is hierin heel belangrijk.”