Vandaag de vijfde brief van deze briefwisseling, geschreven door Hendro Munsterman (brief 1 hier, brief 2 hier, brief 3 hier, brief 4 hier).

Beste Harrie,

Ik had nogal (naïef?) gehoopt dat er een mogelijkheid was om positief en gezamenlijk de uitdagingen van het christelijk geloof in een geseculariseerde samenleving aan te gaan. En dat daarbinnen de bijdrage van progressief ingestelde katholieken ook een waardevolle stem zou kunnen zijn.

Maar ik proef in jouw beide brieven eigenlijk eenzelfde soort reactie als die ik ook bij one-issue-partijen aan zowel de extreem-linkse als extreem-rechtse kant van het politieke spectrum waarneem: klagen en het aanklagen van schuldigen lijkt belangrijker dan het vinden van constructieve oplossingen.

Zo schrijf je bijvoorbeeld: “Ik heb weliswaar geen oplossing voor de financieel-economische wetmatigheden, maar wil wel opkomen voor de gelovigen die de kerk en hun geloof uitgedreven worden door hardliners”.

En natuurlijk, ik ken net als jij een flink aantal gevallen waar parochiefusies en kerksluitingen pijn hebben gedaan en nog doen. In sommige gevallen verdiende de wijze waarop deze beslissingen tot stand kwamen en/of gecommuniceerd werden geen schoonheidsprijs – en dat is een eufemisme.

Maar zonder “oplossing voor financieel-economische wetmatigheden” kom je niet verder dan klagen over ‘hardliners’. En dat maakt je net zo ongeloofwaardig als extreem-rechts of extreem-links. Dan zou het logo van de Mariënburgvereniging bijna een grote rode tomaat kunnen worden of de voorzitter ervan het woord ‘moslims’ bijna vervangen door ‘priesters’ terwijl hij naar de zaal schreeuwt: “Willen jullie meer of minder?…”.

Mgr. De Korte zei afgelopen zaterdag in het Nederlands Dagblad dat de scheidslijn binnen de verdeelde kerk feitelijk niet loopt tussen links en rechts, maar tussen hen die weten hoe te communiceren en hen die dat niet kunnen. Ik ben dat erg met hem eens (en inderdaad: dat geldt ook voor bisschoppen – maar niet alleen!).

In mijn vorige brief schreef ik reeds dat zowel aan “rechter- als aan linkerzijde” katholieken zich in hun eigen gelijk verschansen. En ik herhaal (en doe er bewust nog een schepje bovenop, want schijnbaar is de opmerking niet aangekomen): autistische trekken, gebrek aan inlevingsvermogen en empathie, pastorale bewogenheid (naar alle kanten!), en onwil of onmacht tot werkelijke communicatie en dialoog kom ik aan beide kanten van het katholieke spectrum tegen.

Doe eens gek!

Ik verklaar me nader: feitelijk lijk je alleen geïnteresseerd in kerksluitingen en het kunnen houden van woord- en communievieringen, die ooit zijn ontstaan als noodoplossing in een kerk met een priestertekort – maar zeker geen structurele oplossing zijn voor een kerk met een gelovigen-tekort.

Jullie zingen zo graag Huub Oosterhuis – en veel van zijn liederen zing ik ontzettend graag met jullie mee. “Blijf niet staren op wat vroeger was, sta niet stil in het verleden”, is één van zijn bekendste – de tekst is geïnspireerd door Jesaja 43, 18-19. En jullie zingen het graag (en niet zelden terecht) de institutionele kerk en haar hoogwaardigheidsbekleders toe. Maar durven jullie het ook jezelf eigenlijk wel toe te zingen?

In hoeverre zitten jullie, “progressieve katholieken” en “katholieke gelovigen”, niet ook vast aan het verleden? Aan hopen stenen met een dak erop? Aan zaken “die we altijd zo gedaan hebben”? En inderdaad, zelfs aan de traditionele parochiële structuren. Moeten we niet samen op weg naar èchte vernieuwing, herbronning, nieuwe en verfrissende dynamiek?

In je vorige brief scheen je te willen zeggen dat ik “heel afstandelijk praat over de toekomst van kerk en geloof”. Daarom meteen maar concreet.

Waar krimp is in de kerk, liggen kansen. Waar kerkgebouwen leeglopen en heilige plaatsen worden gesloopt of verkocht, ligt nieuwe religieuze grond braak. Veelal ontgonnen. In plaats van energie te steken in verloren strijdgevechten tegen (al dan niet inmiddels reeds verdwenen) vijanden, is het beter om energie in groei te steken.

Dus: start een Bijbelgroep in je dorp of je buurt. Begin een gebed met liederen uit Taizé bij iemand thuis. Start een leesclub en begin aan de milieu-encycliek van paus Franciscus. Steek de koppen plaatselijk als christenen (liefst in oecumenisch verband!) bij elkaar om de armoede Nederland en de wereld uit te helpen. Start een wekelijks avondgebed in de buurt in een zaaltje of zelfs in de buitenlucht. Doe eens gek! “Ik, zegt Hij, ga iets nieuws beginnen!”, zei Oosterhuis de profeet Jesaja na.

En nodig uit: buren, mede-katholieken, niet-katholieke christenen, ongelovigen, … en ja, ook “hardliners”, de plaatselijke (veelal bovenplaatselijke!) pastoor. Neem het initiatief. Wees inderdaad kerk! Maar probeer niet de geïnstitutionaliseerde kerk te vervangen.

Laat het borrelen. Een bekend Afrikaans gezegde luidt dat een grote pan op het vuur van onderaan begint te borrelen. Dat is ook in de kerk zo – paus Franciscus is in dezen een uitzondering. Laat het zo borrelen dat het het instituut kerk bereikt, dat het instituut erbij en erin betrokken raakt, erdoor geraakt wordt en meebeweegt.

Dit is natuurlijk geen oproep om kerkgemeenschappen náást de blijvende parochiestructuren op te gaan richten. Maar vul de leeggevallen ruimte met nieuwe initiatieven op. Wees vooral constructief. Ik verheugde me over jouw en jullie de-escalerende insteek (in Den Bosch). Het lijkt me echter dat constructieve en creatieve initiatieven niet alleen het meest de-escalerend maar ook het meest motiverend zijn. Voor ons allemaal.

Hiërarchie

Er moet me toch nog iets anders van het hart. Naast de organisatie van het kerkelijk leven, schrijf je ook over de inhoud van het christelijk geloof in haar katholieke vorm. En er moet schijnbaar nogal wat overboord (of in ieder geval moet het volgens jou optioneel worden). En daar kan ik niet meegaan.

Sinds het Tweede Vaticaans Concilie spreekt de katholieke kerk over de “hiërarchie van waarheden”. Dat is een technische term die wil uitdrukken dat niet alle onderdelen van het christelijke geloof en de katholieke leer even belangrijk zijn en sommige van hen centraler zijn dan andere. Persoonlijk vind ik de keuze voor de term “hiërarchie” hier wat jammer; ik had liever gesproken over “concentrische cirkels” of zo.

Maar het beeld is duidelijk: over sommige zaken mogen we best van mening verschillen binnen éénzelfde kerk, andere zaken raken zo aan het centrum van het christelijk geloof dat wanneer iemand daar afstand van neemt, zij/hij zichzelf feitelijk buiten de geloofsgemeenschap plaatst.

In jouw twee brieven komen twee leerstellige zaken aan de orde: de vraag naar de identiteit van Jezus van Nazareth als Christus en de katholieke leer van de transsubstantiatie (verandering van brood en wijn in Lichaam en Bloed van Christus in de eucharistie).

Ik beperk me in deze brief tot het eerste. De transsubstantiatie nemen we een andere keer wel onder handen, het liefst met een halve liter bier erbij.

Godsbeelden zijn er te over: van “de gemoedelijke grootvader” tot de God “alom: om mij heen en in mij” (beiden zijn beelden uit jouw eerste brief). En in de Bijbel wemelt het ervan: God als rots, kip, vader, vuurkolom, moeder, landeigenaar, enz. Dat zijn allemaal bruikbare beelden om over het mysterie van God te kunnen spreken.

Er is echter één Bijbels beeld dat verschilt van alle andere beelden, namelijk dat van Jezus van Nazareth. Dat is namelijk volgens het Bijbels getuigenis het beeld dat God van zichzelf gemaakt heeft. “Ikoon” noemt Paulus hem, “het beeld van de onzichtbare God”: “Hij bestaat voor alles en alles bestaat in Hem” (1 Kor. 1, 15.17).

Beeld is niet slechts afbeelding in de zin van “afdruk” – het is meer dan dat. Hij is ikoon in de meest volle zin van het woord: werkelijke presentstelling. Want Jezus is volgens Paulus immers ook “Hij die bestond in goddelijke majesteit”, maar die zich “niet heeft willen vastklampen aan de gelijkheid met God”, maar “aan de mensen gelijk geworden” (Fil 2, 6.7b).

Als jij dus schrijft dat Jezus “een mens als wij” is die “wel heel bijzonder een goddelijke roeping” heft verstaan en “als het ware als zoon van God” voorleeft “dat je je oude bestaan kunt afleggen” en “nieuw leven kunt vinden”, dan knelt er iets bij me.

Dat is me te weinig om van christendom te kunnen spreken. Jezus is geen Martin Luther King, of willekeurig welke andere profeet – hoe bijzonder ook.

Laten we eerlijk zijn: veel christenen (ook ik ja) hebben soms/vaker/vaak geloofstwijfel en momenten waarin de vragen groter en overweldigender lijken dan de antwoorden. Velen van ons gaan af en toe “door de nacht van het geloof” (zoals de christelijke mystici het uitdrukken).

Da’s niet erg. “Daar word je groot en sterk van”, zou ik zelfs zeggen. Maar ik protesteer als van die twijfel de norm wordt gemaakt, als van nivellering naar beneden een legitieme optie voor allen wordt gemaakt.

Over Christus zijn we nog lang niet uitgepraat. En er is in het Nieuwe Testament veel christologische diversiteit te vinden: van hoge tot lage christologieën. En die zijn allemaal vruchtbaar voor elkaar. Maar haal het hart niet uit het christelijk geloof: namelijk dat de God van Israël zich in Jezus op radicale wijze solidair met de schepping heeft willen tonen en ons in hem en door hem verlossend heeft liefgehad.

Dat we voor dat grote mysterie nieuwe woorden nodig hebben, vind ook ik (ik stamel er zelf ook maar wat op los). Dat alle oude beelden en theologische concepten niet meer doen wat ze poogden te bewerken in het christendom, vind ik eveneens. Maar als je het hart eruit haalt, klopt er iets heel wezenlijks niet.

Hier gaat het om het centrum van de concentrische cirkels van de “hiërarchie van waarheden”. Bovendien, met jouw christologische (of eigenlijk: jezuologische) uitspraak valt ook geen oecumenische dialoog aan te gaan: je zou er niet eens lid mee kunnen worden van de Wereldraad van Kerken!

De vraag is dus eigenlijk of je één van de vele kamers in het “Huis van de Vader” wilt betrekken, in het tuinhuisje wilt wonen, of liever een goede buurman wilt zijn – met wie ik dan overigens graag allerhartelijkste contacten onderhoud!

Dogma’s

Aan het eind van je brief stelde je me de volgende vraag: “Helpen dogma’s, eucharistievieringen en (toch ook maar weer) gregoriaans om jongeren te werven voor die goddelijke roeping? Of mag het ook anders, en is anders misschien meer effectief?” Vandaar deze korte bespiegelingen:

– Dogma’s zijn niet meer dan hulpmiddelen voor het christelijk geloof. De grote theoloog Karl Rahner zei ooit heel terecht: “Dogma’s zijn als lantaarnpalen: zij verlichten hen die verdwaald zijn in de nacht – maar slechts dronkenlappen klampen zich eraan vast”. En terwijl wij allebei katholieken kennen die zozeer op dogma’s en regeltjes gefixeerd zijn dat ze de weg die voor hen ligt niet meer zien, heb ik dus de indruk dat jij een aantal van die palen het liefst wilt uitschakelen om de berm in te kunnen lopen – en verder.

– Een kerk die niet meer doet wat Jezus gedaan en gevraagd heeft (“Doet dit tot mijn gedachtenis”), kan en mag niet meer christelijk heten. Zonder eucharistie gaat het dus niet. Het Tweede Vaticaans Concilie noemt de eucharistie “bron en hoogtepunt” van het christelijk leven. Het probleem is dat je je in de katholieke kerk soms afvraagt wáár het de bron en het hoogtepunt van is. Sommige katholieken willen het christelijk leven tot de eucharistie beperken. Dat is dan ook mijn oproep: zet er hele wezenlijke dingen naast: niet uit concurrentie met de eucharistie, maar opdat de eucharistie zin krijgt, voedt en zich gevoed weet door een rijk christelijk leven in grote diversiteit.

– En je spreekt over “effectief” als het gaat over werving van jongeren: heb je echt de indruk dat het storm loopt met jongeren in zogenaamd “progressieve katholieke groepen”? Als dat zo is, hoor ik graag waar ik die kan vinden!

Het was een brief op het scherpst van de snede. Dat was niet alleen om het ook voor onze lezers interessant te houden. Volgens mij gaat het hier echter ook over wezenlijke dingen voor de toekomst van het christendom.

Een welgemeende allerhartelijkste groet!

Hendro

Hendro Munsterman

Hendro Munsterman

Theoloog

Als rooms-katholiek theoloog werkzaam in Frankrijk en Vaticaanwatcher voor het Nederlands Dagblad.
Profiel-pagina
Al 7 reacties — praat mee.