De samenkomst op de Amsterdamse grachten is de aftrap van een reeks avonden van de ‘klankbordgroep Vrouwen en Islam’ van Nieuwwij over de positie van vrouwen in de islamitische wereld. Tijdens de bijeenkomsten van de klankbordgroep zal steeds een andere denker centraal staan. Op het programma staan onder meer teksten van Tariq Ramadan, Saba Mahmood en Nasr Abu Zayd, vooruitstrevende wetenschappers die zich verdiept hebben in de positie van de vrouw in de islam. De meeste deelneemsters hebben een islamitische achtergrond, ook doen er joodse, christelijke en atheïstische vrouwen mee. Ze zijn hoogopgeleid en werkzaam op de universiteit en hogeschool, en in de advocatuur en journalistiek.

Aanleiding voor de avonden is de briefwisseling op Nieuwwij tussen oud-politica Femke Halsema, theologe Bibi Schobbers en anderen, die voor stevige discussie zorgde op deze site en in de nieuwe media. Halsema’s insteek in de tv-serie ‘Seks en de Zonde’ lag onder de vuur, haar beeld van de islam zou te clichématig zijn. Een vraag van Halsema die bij velen in het verkeerde keelgat schoot was: waarom kies je voor een geloof dat zo hardvochtig voor je is?

Om de buitenwereld deelgenoot te maken van de teksten en de discussies van de vrouwen uit de klankbordgroep, zullen op deze website na iedere bijeenkomst artikelen verschijnen die gaan over het thema van de avond. Natuurlijk met de uitnodiging aan jou om te reageren.

Wat stond er gisteravond op het programma? Seks en de ZondeTen eerste de aflevering Twee zielen in de borst uit de documentaireserie Seks en de Zonde van de NTR. In deze uitzending bezoekt Femke Halsema Rufaida Al Habash, een geestelijk leider afkomstig uit Syrië. Ze heeft een eigen tv-show, schrijft boeken en heeft miljoenen fans en volgers. Samen met haar zoons, schoondochters en kleinkinderen vluchtte ze van Syrië naar Qatar. In haar vaderland richtte ze Koranscholen op waar meisjes en jonge vrouwen onderwijs kunnen volgen over de islam, islamitische geschiedenis en zedelijkheid, en over het belang van een goede opleiding en zelfstandigheid.

Al Habash is van mening dat de ongelijke positie van mannen en vrouwen, zoals die in Qatar, niets met de islam te maken heeft. Het is een overblijfsel uit de pre-islamitische tijd; de profeet Mohammed predikte gelijkwaardigheid tussen de seksen. Ze vertelt dat de sharia, de voorschriften uit de Koran, kunnen veranderen naar tijd en plaats. Slechts een paar principes zijn onveranderlijk zoals het geloof in God, de engelen en de profeten.
Over het slaan van vrouwen, zegt ze. “In vroegere tijden sloegen mannen hun vrouwen. Dat was om veel ergere misdrijven te voorkomen. Nu zijn we meer ontwikkeld en wijzen we zulke praktijken af. Als mannen en vrouwen goed naar het heden kijken, zullen ze tot nieuwe richtlijnen komen.” Een groot probleem in de islamitische wereld, vindt Al Habash, is dat veel mannen er denken dat zij het alleenrecht hebben als het gaat om het bepalen van de regels.

Waarom dragen moslimvrouwen een sluier, vraagt Halsma. Dat heeft twee redenen, zegt Al Habash. Ten eerste is het een goddelijk gebod en ten tweede voorkomt de sluier grote maatschappelijke problemen, immoreel of onzedelijk gedrag. “Het gebod een sluier te dragen staat in de Koran maar het zou dus kunnen dat dit niet meer in deze tijd past,” vraagt Femke. “Elke regel kan veranderen,” zegt Al-Habash, “maar zoiets is afhankelijk van de geleerden, die zowel de tekst van de Koran als ook de huidige realiteit goed begrijpen.” Kun je als ongesluierde vrouw een goede moslima zijn? Natuurlijk, vindt Al Habash. “De sluier is maar een onderdeel van de islam.” De vijf zuilen van de islam zijn het gebed, de geloofsgetuigenis, het vasten, de aalmoes en de hadj, de bedevaart naar Mekka. Zij vormen het fundament, de sluier hoort daar niet bij.

Vrouwelijke filosofenNaast de ideeën van Rufaida Al Habash bespraken de vrouwen gisteravond ook het hoofdstuk over Leila Ahmed uit de bundel Vrouwelijke filosofen, van uitgeverij Atlas. Een centraal idee bij Ahmed is het onderscheid tussen de ‘legalistische interpretatie’ van de Koran, de islam van de machthebbers, en de ‘ethische stem van de Koran’.

De legalistische interpretatie berust voornamelijk op de Hadith, de overleveringen over Mohammed, en de regels uit de Koran. Deze verhalen zijn gekleurd door de periode waarin ze zijn opgeschreven, het Abbasidische Kalifaat (750-1258). De Abbasiden verplaatsen hun hoofdstad naar het Sassanidische Bagdad en namen daar de lokale vrouwonvriendelijke opvattingen over.

De ethische stem van de islam gaat over de algemene principes uit de Koran, zegt Ahmed. Over de boodschap die na een leven lang luisteren naar Koranverhalen blijft hangen, zoals het belang van vergiffenis, rechtvaardigheid, vrede en humaniteit. Deze vorm van islam benadrukt de gelijkwaardigheid tussen de seksen. Volgens Ahmed kent de ethische islam net zo’n rijke traditie als de legalistische islam. Omdat deze islam vooral bij mensen thuis vorm krijgt, noemt ze het ‘de islam van de vrouwen’. Ahmed herinnert zich uit haar kindertijd in Cairo dat vrouwen zich niets aantrokken van de regels en decreten van religieuze leiders, er werd vooral om gelachen.

Leila AhmedOver haar jeugd in Cairo en haar uiteindelijke vertrek naar de Verenigde Staten schreef ze het autobiografische boek A Border Passage.  In het hoofdstuk On becoming an Arab beschrijft ze hoe de pluralistische Egyptische samenleving, waarin moslims, joden en kopten vreedzaam samenleven, wordt verstoord door de indringende propaganda van de Egyptische president Nasser over de vermeende Arabische identiteit van de Egyptenaren: ‘Al-Uraba! Nahnu al-Arab!’ Achter deze propaganda zitten westerse mogendheden, die in hun strijd tegen het Ottomaanse rijk tweespalt onder de bevolking in het Nabije Oosten – Ottomanen zijn Turken en geen Arabieren – willen zaaien.

Voor Ahmed is deze propaganda een grote shock. Zij voelde zich nooit Arabisch, Arabieren waren in haar beleving vooral nomadische stammen en inwoners uit Arabië. Deze nieuwe identiteit sluit niet alleen de Ottomanen maar ook oude minderheidsgroepen in Egypte buiten. De kopten en joden zijn geen Arabieren. En voor de joden is deze nieuwe situatie nog vervelender want het antoniem van Arabier blijkt zionist of jood te zijn, al snel de vijand. De opkomende Moslimbroederschap verzet zich hevig tegen de aanwezigheid van het groeiend aantal joden in Palestijns gebied en wakkert de onverdraagzaamheid in Egypte verder aan.

Uiteindelijk merkt Ahmed dat de term Arabier in de westerse wereld geen positieve connotatie heeft: In het openbaar vervoer houdt ze haar krant in het Arabische schrift doorgaans verborgen en als een medepassagier ontdekt dat ze niet joods maar Arabisch is, spuugt hij haar in het gezicht.

Bovenstaand blog geeft een overzicht van de literatuur die tijdens deze eerste bijeenkomst van de ‘klankwerkgroep Vrouwen en Islam’ is besproken. Binnenkort verschijnt op Nieuwwij een verslag van deze avond.

Mariska-Jansen

Mariska Jansen

Filosoof / Journalist

Mariska Jansen is journalist en redacteur. Zij schrijft over filosofie, recht, multiculturele samenleving en feminisme.
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.