Een bijeenkomst over Diversiteit en Inclusie is tegenwoordig niet meer compleet als niet minimaal één iemand heeft geroepen dat we ‘ongemakkelijk moeten durven zijn’ of als er niet (geforceerd) wordt aangestuurd op een ongemakkelijk gesprek dat in de realiteit vaak best wel gemakkelijk blijft.
Ongemak is het nieuwe toverwoord in inclusiekringen. Begrijpelijk, want we kunnen ongemak niet uit de weg gaan als we elkaar willen leren kennen of willen aangeven dat we iets niet begrijpen of niet prettig vinden.
Wat in de Ongemakshype vaak wordt vergeten, is dat ook binnen ongemak machtsverhoudingen een rol spelen. Ongemakkelijke gesprekken worden bijvoorbeeld aangegrepen door leden van de dominante groep om hun (discriminerende) onderbuikgevoelens over de schutting te gooien, want: ‘we moeten toch alles kunnen zeggen?’ Daarnaast gedijt niet iedereen bij directe confrontatie. Het kan ervoor zorgen dat mensen in hun schulp kruipen: niet zelden de leden van een gemarginaliseerde groep, die vaak toch al geneigd zijn het ongemak van de ander te compenseren.
Ongemakkelijke gesprekken vragen bewustzijn van machtsrelaties, respect voor elkaars grenzen en ruimte voor verschillende ongemakstijlen. En ze vereisen zeer sensitieve, ervaren gespreksleiders.
Verder lezen over ongemak?
- Interview met Lotte van den Berg en Sheralynn Adriaansz: “Wij moeten onszelf als maatschappij toestaan om te stuntelen”
- Interview met Sara Huang: “Crisis is als het oog van de orkaan“
- Interview met Philomena Essed: “Uit elk ongemak komt een verrassende ontdekking voort”
- Interview Onur Şahin: “Het is oké om vragen te stellen. Maar wel met de bedoeling om echt iets te leren”
Deze gedachtegangen verschenen eerder als post op LinkedIn