Je bent een broeder van Taizé. Kun je uitleggen wat dat inhoudt?

“Het is jammer dat je in het Nederlands twee woorden hebt: ‘broeder’ en ‘broer’, terwijl in andere talen hier maar een woord voor is. Voor ons is broeder zijn onze roeping: we willen als een ‘broer’ zijn ten eerste in de gemeenschap zelf en dan voor allen die we ontmoeten. In het dagelijks leven betekent dit samen leven, samen bidden. Een belangrijk aspect van ons leven is natuurlijk ook de ontvangst van alle jongeren die week in week uit naar Taizé komen.”

Waarom ben je een broeder van Taizé geworden en niet van een andere kloostergemeenschap?

“Ik vrees dat dit een teleurstellend antwoord zal zijn. Ik ben gewoon in Taizé terechtgekomen. Ik heb niet gedacht: ‘Dit lijkt me wel wat, maar laat ik die andere kloostergemeenschappen ook even onderzoeken.’ En met mijn protestantse achtergrond was deze keuze al ongewoon genoeg. Al merk ik wel dat in Frankrijk de protestanten anders naar het kloosterleven beginnen te kijken. In Frankrijk waren de protestanten een minderheid die zich sterk afzette tegen het katholicisme. Lange tijd werd er gedacht dat het gemeenschapsleven onverenigbaar was met het protestantisme. Had Luther immers het klooster niet achter zich gelaten om kerkhervormer te worden? Dit cliché zwakt af en ik denk dat ze steeds meer inzien dat ‘christen zijn’ betekent dat we samen moeten leven; dat we het dagelijks leven met elkaar moeten delen.

Tja, de keuze voor een kloosterorde. Die keuze is nooit helemaal rationeel te onderbouwen. We moeten accepteren dat dit een mysterie is. Het is een mysterie dat je door God hiertoe wordt geroepen, maar ook de weg die je vervolgens gaat, is een mysterie. Die weg ga je echter in vertrouwen. Je mag groeien op die weg, komt er interessante zaken op tegen. Het is dus een soort toeval dat ik broeder van Taizé ben geworden.”

Waarom heeft fr. Roger ervoor gekozen om een oecumenische kloostergemeenschap op te richten?

“Ik denk dat het eerder omgekeerd was. De scheuringen in het christendom waren voor hem een schande. En in plaats van alleen maar boos te zijn of de kerk te verlaten, heeft hij er voor gekozen om zijn hele leven te wijden aan de eenheid van de christenen. Voor hem kon dit alleen door samen te gaan leven: de gemeenschap als symbool, als gelijkenis van verbondenheid en eenheid. Door het leven van de gemeenschap laten zien dat het mogelijk is om in verscheidenheid een teken van verzoening te zijn.”

Hoe zorgt Taizé ervoor dat iedereen, ongeacht zijn geloofsachtergrond, welkom is?

“We hanteren één belangrijke aanname: we gaan uit van de welwillendheid van de mensen. We hebben niet de mogelijkheid om mensen vooraf helemaal door te lichten, zoals op vliegvelden. Maar dat willen we ook niet. We willen ons niet groot en breed opstellen, maar houden onszelf klein. Daarmee hopen we dat mensen ons vriendelijke bejegenen.

Daarnaast is het niet aan ons om te selecteren wie wel en wie niet in Taizé mag zijn. Soms komen hier jongeren waarvan je in eerste instantie denkt: ‘Wat doen die hier???’ Maar later kunnen diezelfde jongeren zo geraakt zijn dat ze de hele avond in de kerk zitten. Wij hebben niet de wijsheid om dit te voorspellen. Wij hebben niet de wijsheid om te oordelen. Daarom laten we ons verrassen.

Dat we allen kunnen ontvangen, kan echter alleen doordat onze identiteit helder is. Wij staan voor de opgestane Christus. En zoals Christus de mensheid ontvangt, zo moeten ook wij de mensen ontvangen. Doordat we zo’n sterke identiteit hebben, kunnen we goed laten zien wat Taizé is. Mensen kunnen dan zelf bepalen of ze hier wel of niet willen zijn. Vanuit die identiteit kunnen we ook een handreiking doen naar andere culturen en tradities en kunnen we dus gastvrij zijn. In de kerk zie je dit duidelijk terug. Daar vind je van alle christelijke tradities elementen terug. Maar ook de mensen die niets met geloof hebben, reiken we de hand door ervoor te zorgen dat in de gebedsdiensten een universele schoonheid, universele menselijke aspecten, zitten die voor iedereen herkenbaar zijn.”

De grote kerk in Taizé heeft de naam ‘Kerk van de Verzoening’. Welke boodschap draagt deze kerk hiermee uit?

“De Kerk van de Verzoening is gebouwd door Aktion Sühnezeichen. Dit is een Duitse organisatie van de Lutherse kerk die als teken van verzoening na de Tweede Wereldoorlog onder andere synagoges heeft herbouwd en de grote kerk in Taizé heeft gebouwd. Vandaar de naam van de kerk.

Maar de betekenis van de Kerk van de Verzoening strekt verder dan dit ene moment van verzoening. Verzoening is zowel iets dat op een bepaald moment kan plaatsvinden als iets dat gedurende een lange(re) tijdspanne loopt. Frère Roger, de stichter van Taizé, zei altijd dat we een verzoenend leven leven, maar tegelijkertijd had hij oog voor alle wonden en blessures die wij hebben. We hebben de keuze gemaakt om verzoenend te leven, maar dat lukt ons niet altijd. Het is een proces van vallen, opstaan en opnieuw proberen.

De Kerk van de Verzoening wordt zo een metafoor voor dit proces. De kerk is een teken van verzoening van de Duitsers en de Fransen, het is een teken van verzoening tussen de verschillende christelijke tradities, het is een teken van verzoening tussen mensen en God, het is een teken van verzoening tussen mensen die elkaar tegenstaan. En tegelijkertijd weten we dat we aan die verzoening moeten blijven werken en dat we af en toe fouten maken.”

Hoe gaan jullie om met de verschillen tussen mensen en groepen?

“Ik ben nu in Riga. Hier vind eind december de Europese Ontmoeting van Taizé plaats. Ik leg hier contact met de plaatselijke kerkgenootschappen. Ik ben bij de Lutherse kerk geweest, bij de orthodoxe kerk en ga morgen naar de Pinkstergemeenschap. In november, één maand voor de ontmoeting, zou ik ook kunnen komen om alle praktische zaken te regelen. Maar ik ben er nu om de kerkgenootschappen te leren kennen. Ik praat heel veel, zoek naar begrip om daarna zelf hopelijk begrepen te worden.

Ik praat met de orthodoxe mensen over van alles en nog wat, maar niet over de praktische zaken die geregeld moeten worden. Het is voor hen heel belangrijk dat we elkaar eerst leren kennen voordat ze gaan helpen. In Nederland zouden we dat anders aanpakken. We zouden gewoon ter zake komen en mogelijk komt dan het persoonlijke contact vanzelf. Mijn Nederlandse roots zet ik hier bewust opzij. Om begrepen of geholpen te worden, moeten we zelf het initiatief nemen. Daarbij stellen we ons bedaard op, maar het is altijd een risico wat we nemen. Frère Alois, de huidige prior van de gemeenschap, noemt dit het ‘risico van vertrouwen’.”

In Frankrijk is er, net zoals in Nederland, een hevig debat gaande over de nationale identiteit. Juist naar gelovigen met een sterke identiteit wordt met argwaan gekeken. Welke bijdrage kunnen jullie aan dit debat leveren?

“In deze discussie wordt op twee heel verschillende manieren naar identiteit gekeken. In de neo-liberale, sterk geseculariseerde samenleving wordt het individu gezien als een autonoom en uniek ik. Zo’n visie op het individu roept de identiteitsvraag op. Wie ben ik, als ik los sta van de andere individuen? De identiteit die dan wordt geconstrueerd, is een identiteit die niet volledig met je samenvalt. Het schuurt steeds een beetje.

Wij zien identiteit niet als een gevormde identiteit, maar als iets dat we van God ontvangen. Onze identiteit wordt door hem en de christelijke traditie gevormd. Deze identiteit is groter dan onszelf. Wij ervaren dat God de bron van ons leven is, dat we door Hem gedragen worden. We staan daar volledig en stevig in.

Die stevige identiteit is ook een open identiteit. In de Bijbel zie je dit bijvoorbeeld terug in het verhaal van Jezus en een Griekse vrouw (Marcus 7:24-30). Jezus was naar Tyrus getrokken en wilde dat er niemand bij hem zou komen. Maar de Griekse vrouw komt toch naar hem toe. Zij heeft een dochtertje dat bezeten is. Jezus wil in eerste instantie de vrouw niet helpen, omdat ze geen Israëliet was. De vrouw zegt echter dat ook zij boodschap aan hem heeft. Jezus laat zich verrassen, verandert misschien wel door deze ontmoeting, en helpt het dochtertje. Ik denk dat wij ook zo moeten handelen. Vanuit onze identiteit kunnen we de stap naar de ander zetten zonder daarbij onszelf te verliezen.”

Maakt deze sterke identiteit dat het voor jullie een vanzelfsprekendheid om vluchtelingen op te vangen?

“Vanuit de Taizé-leefwijze is het inderdaad normaal om vluchtelingen op te vangen. We hebben het altijd al gedaan. Toen frère Roger in 1940 in Taizé begon, was het eerste wat hij deed joodse en andere vluchtelingen opvangen. Later heeft de gemeenschap vluchtelingen opgevangen uit Vietnam, Rwanda en Irak. Recentelijk hebben we elf vluchtelingen die in Calais waren, en een Syrisch gezin opgenomen. In tegenstelling tot de mensen die we eerder opvingen, zijn de vluchtelingen uit Calais en Syrië moslim.

We maken bij het opvangen geen maatschappelijke, politieke of economische afwegingen. Vanuit onze overtuiging dat je iedereen moet ontvangen en dat je elkaar moet helpen, is het een vanzelfsprekendheid.

Dit betekent echter niet dat we niet luisteren naar mensen die angst hebben voor vluchtelingen of dat we tegenstanders van vluchtelingenopvang veroordelen als dom en naïef. Ook hen moeten we serieus nemen. Anders zouden we hen verwerpen en buiten de gemeenschap zetten.

Wij zijn overigens zelf ook niet helemaal vrij van angst. Het is dan wel een vanzelfsprekendheid, maar het kan fout gaan. Tot nu toe is het altijd goed gegaan, maar misschien draait één van die vluchtelingen die in Calais heeft gezeten, wel door en doet hij verschrikkelijke dingen. Dat weten we niet. We nemen een zeker risico; het ‘risico van vertrouwen’.”

Wat zijn de lastige kanten aan het oecumenisch en internationaal samenleven?

“De oprichter van de Arkgemeenschap, Jean Vanier, merkte op dat we in de samenleving steeds meer alleen leven, maar wel een diep verlangen hebben naar gemeenschap. We koesteren in onze eenzaamheid de illusie dat we een goed persoon zijn om mee samen te leven. Maar eenmaal levend in een gemeenschap valt die illusie aan diggelen. Je wordt op de pijnbank gelegd. Ook al je mindere kanten komen aan het licht. Dat levert botsingen op, woede, onbegrip. Dat is het lastige van gemeenschappelijk leven.”

Hoe ga je met die moeilijkheden om?

“Het helpt om te beseffen dat wij elkaar niet hebben uitgekozen om mee samen te leven. Wij hebben allemaal de keuze gemaakt om God na te volgen en daardoor zijn we toevallig bij elkaar gekomen.

Tegelijkertijd helpt het besef dat we allemaal voor God hebben gekozen om met de moeilijkheden om te gaan. Wij hanteren de basisaanname dat we allemaal door God gewild zijn. Als het botst tussen een medebroeder en mijzelf, helpt dit mij om het nare gedrag los te koppelen van de persoon. Dat maakt dat we in ieder geval weer beter met elkaar door één deur kunnen.

Maar door God erbij te betrekken, plaats ik mijzelf ook buiten het centrum van het conflict. Ik kan die medebroeder uitmaken voor een minkukel die er niets van begrijpt, maar misschien heb ik het wel mis. Ligt het onrecht niet bij hem, maar bij mij. Misschien hebben we allebei ongelijk. Het is niet aan mij om te oordelen, dat ligt bij God. Dat maakt dat ik het conflict los kan laten.”

Wat is volgens jou de kracht van Taizé waardoor Taizé nog steeds vele jongeren aanspreekt, terwijl de kerken in Nederland steeds verder leeglopen?

“Ik denk dat de kracht van Taizé is dat we het mysterie van het geloof accepteren en dicht bij de waarden van de gelovigen blijven. Die waarden zijn ‘barmhartigheid’, ‘vreugde’ en ‘eenvoud’. Deze zijn eeuwenoud en resoneren in ieder van ons. Jongeren herkennen deze waarden als ze bij ons zijn.

Tegelijkertijd stellen wij ons nederig op. We blijven klein en eenvoudig, we willen evenmin de andere kerken veroordelen. Ik denk dat onze kracht simpelweg is dat we duidelijk staan voor onze identiteit.”

In de serie ‘Conservatieven bestaan niet, progressieve evenmin’ verschenen eerder:

Conservatieve katholieken bestaan niet, progressieven evenmin – Tanja van Hummel
Conservatief, progressief? Heb je de ander gesproken? – een interview met Rick Timmermans
Het schandaal van de christelijke verdeeldheid  – een interview met Gijs Kruitbosch
– Relativeer je eigen positie – een interview met René Dinklo OP
Weg met alle oecumenische koudwatervrees! – een interview met Hendro Munsterman
Als je iets doet, vind je elkaar – een interview met Inger van Nes
Ontdoe het goddelijke van de menselijke ruis – een interview met Mounir Samuel
Modder storten en jezelf oprichten – een interview met Geert Rozema

Tanja van Hummel

Tanja van Hummel

Filosoof en Schrijfcoach

Tanja van Hummel is filosoof en schrijfcoach. Tijdens haar filosofiestudie aan de Radboud Universiteit ontdekte zij een voorliefde voor …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.