Jan Jaap de Ruiter schreef Nourdeen Wildeman op 10 januari de eerste brief, waarop Nourdeen Wildeman enkele dagen later met deze brief reageerde. Op 16 januari schreef De Ruiter de tweede brief aan Wildeman. Vijf dagen later reageerde Wildeman hierop met deze brief. Op 23 januari schreef De Ruiter zijn derde brief aan Wildeman. Afgelopen vrijdag reageerde Wildeman met deze brief. Vandaag de vierde brief van De Ruiter. Lezers van de brieven zijn van harte uitgenodigd mee te denken en te reageren.

Beste Nourdeen,

Dank voor je laatste brief waarin je mij nadrukkelijk verzoekt nu eens antwoord te geven op de voor jou zo prangende vraag ‘Wanneer is de rest van Nederland er klaar voor om de islamitische gemeenschap te zien als een onderdeel van dit Nederland? Niet langer als gast en al helemaal niet als indringer’. Je vraag suggereert dat Nederland er nog niet klaar voor is om de islamitische gemeenschap te zien als onderdeel van dit land. Het is niet gemakkelijk deze vraag te beantwoorden want je stelt hem erg zwart-wit: je zet ‘de rest van Nederland’ tegenover ‘de islamitische gemeenschap’. Tot die rest van Nederland die je noemt behoren dan, hoe gek het ook klinkt, zowel Geert Wilders als ikzelf, omdat hij en ik in elk geval niet tot ‘de islamitische gemeenschap’ behoren. Maar ik verschuil me niet achter taalkundige retoriek en geef je mijn – deels – intuïtieve antwoord.

Moslims geen probleem, islam wel

Ik denk dat ‘de rest van Nederland’ altijd moeite zal blijven houden met de islam als religie die in de perceptie van ‘die rest’ nu eenmaal niet hier gegrond is. Tegelijkertijd denk ik dat ‘de rest van Nederland’ geen enkele moeite heeft met de mensen achter de islam, de moslims. De gehoofddoekte cassières bij Albert Heijn, die ik dagelijks tegenkom; de Marokkaanse werknemers van de pc-winkel waar ik mijn laptop laat reviseren als er iets met het apparaat aan de hand is; de accountant met eveneens Marokkaanse roots die mijn belastingpapieren controleert; de Turkse, Bosnische en Pakistaanse studenten in mijn klas die onlangs een cursus Arabisch begonnen zijn; de burgemeester van Rotterdam die prinses Beatrix verwelkomt op het dankfeest voor haar koningschap. Ik denk dat de acceptatie van moslims als medeburgers veel verder gevorderd is dan menigeen, en ook jijzelf, zich realiseert, maar dat het woord ‘islam’ veel onlustgevoelens oproept. Dat laatste komt onder andere door de getroebleerde geschiedenis die de westerse, Europese, zo je wilt christelijke wereld en de wereld van de islam delen, en dat heeft niet alleen met 9/11 te maken maar dat gaat ver terug in de geschiedenis.

Nobody’s perfect

Vandaar dat ik het zo belangrijk vind dat moslims in dit land werk maken van hun religie en van hun eigen inpassing in dit land. Moslims doen er goed aan de vensters open te gooien, de mensen te laten zien dat moslims in de eerste en laatste plaats ook maar mensen zijn, met hun tekortkomingen, maar ook en vooral met hun talenten. Toen ik jouw laatste brief las, waarin je je grote bewondering uitsprak voor de volmaakte islam en de mens die per definitie niet volmaakt is, krulde zich een glimlach om mijn mond en prevelde ik de woorden van diezelfde levensles: ‘Nobody‘s perfect’. Jan Jaap de Ruiter niet en Nourdeen Wildeman niet.

Ik bewonder je grenzeloze bewondering voor de religie van jouw keuze. Terecht zeg je dat je gekozen hebt voor de islam en niet voor de moslims. Maar hier blijf ik een addertje onder het gras zien. Ik ga graag met je mee dat er verschil is tussen de volmaakte religie en de onvolmaakte mensen. En je hebt gezien wat een enorme hoeveelheid commentaren die stelling heeft opgeleverd onder je laatste brief. Het leeft blijkbaar. Maar het grote risico van jouw stelling is dat mensen gefrustreerd raken omdat ze niet in staat zijn die perfecte islam vorm te geven. Dat maakt het kwetsbaar.

Toch weer die mens achter de islam

Ik was in dit verband verbaasd dat je de relatie niet zag tussen de voorbeelden die ik gaf van homoseksuele moslimkoppels, moslim gehandicapten die het gevoel hebben dat de gemeenschap op hen neer kijkt vanwege een handicap waar ze niets aan kunnen doen, en moslima’s die worstelen met de hoofddoek. Ze hebben alle drie wel degelijk met elkaar te maken: ze voldoen op de een of andere manier niet aan de eisen van de volmaakte islam en op mijn vraag, misschien niet al te direct gesteld, hoe jij, Nourdeen, met deze mensen omgaat, met hun twijfels en hun gevoelens, geef je geen antwoord. Volgens mij is het van het allergrootste belang dat ‘de islam’ in Nederland laat zien hoe barmhartig zij is en dat zij niemand, ook geen homomoslims, of geen-sluier-willen-dragen moslima’s overslaat en gehandicapte moslims niet uit het beeld houdt. 

Waren afvalligen wel echte moslims?

Toen je in je vorige brief schreef over afvalligen, schrok ik. Je schreef dat je je afvroeg ‘of deze personen überhaupt al islam volgden of alleen zijn/haar verlangens’. Volgens mij is het zo dat je nooit weet wat er precies in iemands hart omgaat, en dus ook niet in het hart van de afvallige en als jij dan zegt dat hij of zij eigenlijk geen moslim was, geef je een oordeel dat je volgens mij niet mag geven. Je diskwalificeert hen en je ging even zitten op de troon van Allah.

Barmhartigheid en vergevingsgezindheid sleutels van acceptatie

Mag ik een suggestie doen voor het dilemma van de perfecte religie en de imperfecte mens? De Koran loopt over van de verwijzingen naar Allah als barmhartig en vergevingsgezind. Als de ‘basismoslim’ gekarakteriseerd wordt door deze eigenschappen, dan wordt de islam nog warmer en uitnodigender als zij al is. Mensen moeten zich thuis voelen in een religie en zich niet beperkt voelen. In zo’n klimaat schep je ruimte voor gevoelens en is er debat. Bovendien kun je alleen maar vergevingsgezind zijn als er iets te vergeven valt. Ik besef dat ik nu echt op jouw terrein ga staan, maar ik denk dat je de acceptatie van de islamitische gemeenschap een enorme dienst bewijst als de barmhartigheid en vergevingsgezindheid die Allah zo kenmerken, centraal staan in je geloofsbeleving.

En zo zijn we weer terug bij je vraag: ‘Wanneer is de rest van Nederland er klaar voor om de islamitische gemeenschap te zien als een onderdeel van dit Nederland. Niet langer als gast en al helemaal niet als indringer’. Acceptatie van moslims is, ik zei het boven al, veel verder gevorderd dan menigeen zich realiseert, maar de kans op acceptatie van de religie van de islam wordt volgens mij alleen maar groter als deze godsdienst zich van zijn warmste kanten in dit land laat zien. Dit is mijn antwoord op jouw vraag. 

Jan Jaap de Ruiter

Update 7 maart 2014

Via de volgende link Briefwisseling – De Ruiter – Wildeman zijn alle brieven onder elkaar in een pdf te downloaden.
Klik hier voor de eerste brief van Jan Jaap de Ruiter.
Klik hier voor de eerste brief van Nourdeen Wildeman.
Klik hier voor de tweede brief van Jan Jaap de Ruiter.
Klik hier voor de tweede brief van Nourdeen Wildeman.
Klik hier voor de derde brief van Jan Jaap de Ruiter.
Klik hier voor de derde brief van Nourdeen Wildeman.
Klik hier voor de vierde brief van Jan Jaap de Ruiter.
Klik hier voor de vierde brief van Nourdeen Wildeman.
Klik hier voor de vijfde brief van Jan Jaap de Ruiter.
Klik hier voor de vijfde brief van Nourdeen Wildeman.

Jan Jaap de Ruiter

Jan Jaap de Ruiter

Arabist

Jan Jaap de Ruiter (1959) is arabist en de Arabische taal is zijn grote -professionele- liefde. Het Arabisch is een van de twee ankerpunten …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.