Jij bent als studentenpastor verbonden aan de EUG Oecumenische Studentengemeente/Janskerkgemeente in Utrecht. Wat heeft je doen besluiten om bij een oecumenische gemeente te gaan werken?
“Voor mij was oecumene al een vanzelfsprekendheid. Ik heb in Groningen gestudeerd en tijdens mijn studie heb ik me aangesloten bij de OVG, de Oecumenische Vieringen Groningen in de Pepergasthuiskerk. Daarnaast was ik actief bij de Werkgroep Feministische Theologie die ook oecumenisch was samengesteld. Maar al voor mijn studie had ik kennis gemaakt met de oecumene. Ik herinner me uit mijn jeugd regelmatig vieringen in samenwerking met andere gezindten.
Toen ik de kans had te solliciteren bij EUG was het voor mij dus helemaal geen vraag. Natuurlijk wilde ik oecumenisch werken. Maar aan de andere kant leek het me ook een uitdaging. De EUG had een groot team dat heel divers was. Ik verwachtte dat ik nog een heleboel kon leren en dat bleek ook zo te zijn. Als je intensief met elkaar samenwerkt, dan leidt dat tot intense gesprekken en krijg je heel wat mee over bepaalde nestgeuren en manieren van doen. En ook al zijn we oecumenisch, toch vind ik dat je nog steeds de verschillen kunt zien tussen mensen als het gaat om hun kerkelijke achtergrond, ook bij de studenten. Dat is geen probleem, maar juist een zegen. In gesprekken werken die verschillen vaak verrijkend.”
Denken de jongeren van tegenwoordig nog in verschillende denominaties of zijn zij van nature oecumenisch ingesteld?
“Tja, als ik in Utrecht kijk, dan is er zeker nog wel sprake van denominaties met verenigingen als de VGSU (Vrijgemaakte Studentenvereniging) en Sola Scriptura (dispuut van de CFSR, de reformatorische studentenvereniging) Ichthus (Evangelisch) en de Navigators (Evangelisch). Tegelijkertijd zijn er wel allerlei verschillende studenten lid van deze verenigingen en zoeken ze elkaar op in samenwerkingsverbanden. In die zin vervagen dus de scheidslijnen. En bij de EUG zie je dat studenten/jongeren wel van elkaar weten wie ‘wat’ is. Die verschillen zijn echter allerminst een obstakel. Ze vinden het interessant en willen elkaars verhalen horen.”
Is dit typisch voor Utrecht? Toen ik namelijk de Facebookpagina van het Interkerkelijk Platform Studentenpastoraat Utrecht (IPSU) bekeek, viel me op dat het aanbod in vergelijking met bijvoorbeeld de Studentenkerk Nijmegen traditioneel is. Hoe lukt het jullie om studenten te interesseren voor deze activiteiten, terwijl bijvoorbeeld ZinnigNoord uit Amsterdam juist inzet op heel nieuwe werkvormen, omdat de ‘noordelingen’ niets meer met de traditionele kerkgemeenschap hebben?
“Het is grappig dat je dat opmerkt, over het hele land bezien (qua studentenpastoraat) zijn we in Utrecht denk ik nog behoorlijk kerkelijk en wellicht ook wat ‘traditioneel’. In Utrecht hebben we gekozen voor een samenwerking met verschillende kerken die nog steeds heel kerkelijk werken. Ook vind je in de diverse Utrechtse kerken nog aardig wat studenten en is er een groot aantal christelijke studentenverenigingen. Daardoor slaan de meer traditionele, kerkelijke activiteiten hier wel aan en in Amsterdam Noord bijvoorbeeld niet. Dus wordt er in Utrecht bijvoorbeeld op de jaarlijkse biddag, of dankdag, in de Janskerk een Biddag Sing-inn georganiseerd. De Janskerk zit dan vol met een paar honderd studenten. Waar vind je dat nog?
Maar even goed ben ik betrokken bij de gespreksgroep ‘Eat & Creed’, waar studenten van allerlei achtergronden, kerkelijk of niet, op af komen. Bij ‘Eat & Creed’ komen allerlei onderwerpen aan de orde en zijn we tegelijkertijd creatief bezig. En kerkelijk, gelovig of niet, er is altijd animo voor een kloosterweekend. Wij gaan dan vaak naar Casella in Hilversum. Een open gastvrije plek, waar de zusters Augustinessen er in slagen jonge mensen met allerlei achtergronden aan te spreken. Ze hebben zich laten inspireren door het klooster in Taizé (Bourgondië, Frankrijk). Daar ga ik zelf trouwens ook jaarlijks met een groep studenten naar toe; hoe zo oecumenisch georiënteerd…!”
Jouw motto is om te zoeken naar wat geloof in deze tijd betekent. Bij de studenten zie je de grenzen tussen de denominaties vervagen. Is ook het geloof veranderd?
“Geloof in deze tijd heeft een heleboel te maken met hoop en liefde. Ondanks dat er nu onstabiliteit is, de samenleving verrechtst en we geconfronteerd worden met oplaaiend geweld en vluchtelingenstromen, zie ik bij jongeren ook hoop leven; een geloof dat het ook anders kan. In Utrecht zijn bijvoorbeeld veel jongeren betrokken bij de vluchtelingenproblematiek. Zij zetten zich via New Dutch Connections in als vrijwilliger voor jonge vluchtelingen. Er ontstaan daarbij mooie vriendschappen. Zij werken hard en hebben de hoop op en het geloof in een goede toekomst.
Ik vind zelf dat studenten heel actief zijn. Het valt me ook op dat steeds meer jongeren bewust bezig zijn met hun toekomst in de zin van: wat is belangrijk, hoe wil ik leven? Dat heeft ook te maken met duurzaamheid, meer nadruk op biologisch eten, moestuintjes et cetera. Maar ook met de vragen hoe je je tijd besteedt en aan wie. Vooral in de kloosterweekenden komen dat soort zaken naar voren. Als ik zie hoeveel jongeren vrijwilliger zijn geworden bij Casella en zich belangeloos daarvoor inzetten… Het heeft te maken met hoe ze daar gezien en gewaardeerd worden. De zusters hebben tijd en aandacht, ze zijn liefdevol en laten zien hoe goed het is om zorgvuldig om te gaan met elkaar, met de aarde en met je tijd. Het is heel inspirerend voor jongeren om dat mee te maken.”
Studenten trekken dus meer en meer samen op. Maar als we naar mannen en vrouwen binnen de kerk kijken, zien we nog grote verschillen bij de katholieken, terwijl binnen de protestantse kerk mannen en vrouwen meer op één lijn staan. Je bent voorzitter van de Oecumenische Vrouwensynode. Naar welke rol voor de vrouw binnen de kerk streven jullie?
“De Oecumenische Vrouwensynode streeft vanuit een feministische visie op mens, geloof en samenleving naar rechtvaardigheid op het gebied van gender, cultuur, godsdienst, leeftijd en seksuele voorkeur. We streven ernaar dat vrouwen elke rol op zich moeten kunnen nemen waartoe zij zich toe geroepen voelt. Dat kan de rol van predikant of pastor zijn, maar evengoed een andere rol. We willen bereiken dat vrouwen niet langer uitgesloten worden van bepaalde rollen, omdat men vindt dat die alleen voor mannen zijn weggelegd. Ook op de Vrouwensynode van maart 2017 Do you care?! zullen we hier weer aandacht aan besteden.”
Tegen welke grenzen lopen vrouwen binnen de kerk aan?
“Het hangt er vanaf in welke kerk je je bevindt. In sommige kerken is het nog steeds niet gewenst dat vrouwen een ambt vervullen. Gelukkig komt daar in bepaalde kerken wel steeds meer beweging in. We hebben het dan dus over functies die vervuld kunnen worden. Maar een andere grens waar vrouwen tegenaan lopen, is de manier waarop over God wordt gesproken. Als alleen op een mannelijke wijze over God gesproken wordt, en de vrouwelijke Godsbeelden ongenoemd blijven, voelen vrouwen zich buitengesloten.”
Hoe gaan jullie in gesprek met de mensen die de grenzen opstellen?
“Ik zal een voorbeeld geven van hoe dit ging binnen de Protestantse Kerk Nederland (PKN). Toen in de Generale Synode van de PKN het rapport verscheen met het oog op het spreken over God heb ik aangeboden mee te kijken hoe dit meer inclusief zou kunnen. Daardoor is er uiteindelijk een brochure verschenen die ook ruimte geeft aan de meer vrouwelijke beelden van God, die eveneens in de Bijbel te vinden zijn.”
Binnen de Rooms-Katholieke Kerk wordt de positie van de vrouw echter steeds verder ingeperkt. Heeft jullie inzet wel zin? Wat zijn jullie successen?
“De beweging die de Rooms-Katholieke Kerk in Nederland maakt, wordt door ons betreurd en we zijn dan ook zoveel mogelijk solidair met de vrouwen die het betreft. De vraag of onze inzet zin heeft: ook solidair zijn heeft zin, al zal je de positie zelf er wellicht niet mee kunnen verbeteren.”
Wat voor een manier van kerk-zijn zou passen bij deze tijd en bij jouw idealen?
“Voor mij heeft kerk-zijn te maken met dat je je verbindt met andere mensen, dat je een gemeenschap vormt van mensen die gelijkwaardig zijn, ieder met eigen talenten, (on)mogelijkheden en achtergronden. Mensen die zich gevoed weten vanuit het evangelie en die tegelijkertijd de Bijbelse geschriften kritisch lezen en dit in gesprek brengen met hun eigen verhalen en de samenleving. Dat kan in kleinere en grotere groepen.
Ik heb zelf een voorliefde voor een wat meer monastieke manier van leven: met aandacht voor het leven in het moment, voor alles is een tijd, ora et labora.”
In de serie ‘Conservatieven bestaan niet, progressieve evenmin’ verschenen eerder:
– Conservatieve katholieken bestaan niet, progressieven evenmin -Tanja van Hummel
– Conservatief, progressief? Heb je de ander gesproken? – een interview met Rick Timmermans
– Het schandaal van de christelijke verdeeldheid – een interview met Gijs Kruitbosch
– Relativeer je eigen positie – een interview met René Dinklo OP
– Weg met alle oecumenische koudwatervrees! – een interview met Hendro Munsterman
– Als je iets doet, vind je elkaar – een interview met Inger van Nes
– Ontdoe het goddelijke van de menselijke ruis – een interview met Mounir Samuel
– Modder storten en jezelf oprichten – een interview met Geert Rozema
– Een open identiteit kan alles aan – een interview met broeder Jasper van Taizé